Onderzoekers hebben in beerputten in Amsterdam vijf unieke verrekijkers uit de achttiende eeuw teruggevonden. In totaal zijn drie bijna complete verrekijkers teruggevonden. Daarnaast zijn er nog fragmenten van twee andere verrekijkers ontdekt.
Alle objecten zijn gemaakt van dierlijke botten, zo schrijft gastonderzoeker Marloes Rijkelijkhuizen van het
Amsterdams Archeologisch Centrum in haar onderzoeksverslag. De ontdekkingen werden enige tijd geleden al gedaan, maar zijn nu pas gepubliceerd in de
Journal of archeology in the Low countries (
JALC).
Van één verrekijker is zeker dat deze uit de periode tussen 1725 en 1775 stamt. Deze telescoop werd ontdekt in de Vinkenstraat in het centrum. Er werd ook een verrekijker gevonden in de Korte Houtstraat, bij het Waterlooplein. Deze stamt uit de periode tussen 1725 en 1750. De andere verrekijkers stammen alle hoogstwaarschijnlijk ook uit de achttiende eeuw.
‘De verrekijkers zijn unieke vondsten, omdat dergelijke voorwerpen meestal niet gevonden worden in opgravingen, maar eerder bijvoorbeeld in museale collecties aanwezig zijn,' zegt Rijkelijkhuizen in het online wetenschapsblad
scientias.nl. In museale collecties wordt tevens vaak de aandacht gericht op grotere telescopen en de kleinere zakverrekijkers komen minder vaak in de aandacht. Enkele van de verrekijkers uit Amsterdam zijn bovendien vrij compleet en zelfs enkele glazen lenzen zijn intact.’
Aan wie de verrekijkers precies toebehoorden, is niet duidelijk. Dat de telescopen juist in Amsterdam zijn teruggevonden, is niet heel verwonderlijk, meent Rijkelijkhuizen. 'In de achttiende eeuw was Amsterdam een echte handelsstad waar ook veel ambachtslieden werkten. Mogelijk werden de verrekijkers hier door handelaren heengebracht of werden ze zelfs in Amsterdam vervaardigd.'