Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Marc Kolle
wetenschap

Is er sprake van een wildgroei aan wetenschapscommunicatie?

Sija van den Beukel,
7 november 2023 - 12:40

Bloggende psychologen, scheikundigen die hun onderzoek met legoblokjes uitleggen aan kinderen of onderzoekers die zelf een actief Twitteraccount bijhouden: een zinvolle tijdsbesteding of een wildgroei aan wetenschapscommunicatie? ‘Als het op communicatie aankomt doen de meeste wetenschappers maar wat.’

Op een vrijdagmiddag in een lokaal op de VU buigen vijftig scheikundepromovendi zich over tekenprogramma Illustrator. Met een beetje geluk slagen de meesten er dat uur in om een bolletje met een hap eruit in 3D te krijgen. De eerste stap naar een aantrekkelijk plaatje waarmee een wetenschappelijk onderzoek vaker gelezen en beter begrepen zal worden, is het idee.

Foto: Roos Meeus
Eva Meeus

‘Weten hoe je een nice plaatje maakt in Illustrator had ik als scheikundepromovendus graag geleerd tijdens mijn opleiding,’ vertelt UvA-promovendus Eva Meeus die de workshopmiddag wetenschapscommunicatie organiseerde met medepromovendi van de Holland Research School of Molecular Chemistry (HRSMC).een samenwerking tussen scheikunde-onderzoeksgroepen van de UvA, VU, Universiteit Leiden en de Radboud Universiteit. Naast de workshop illustraties maken, leren scheikundepromovendi die middag ook hoe je een goed subsidievoorstel schrijft en een leuke presentatie geeft.

 

Cv-werker

De workshopmiddag staat niet op zichzelf, overal op en rond de universiteit duikt wetenschapscommunicatie op: van uitleg-draadjes op Twitter tot kinderlezingen in Nemo en wetenschappers op Lowlands. Er is een groeiend besef dat wetenschap uitleg nodig heeft, aangewakkerd door de politiek en wetenschapsfinanciers die wetenschappers ‘dwingen’ om aan wetenschapscommunicatie te doen door het als voorwaarde te stellen voor het verkrijgen van subsidie. Valorisatie (de verantwoordelijkheid om wetenschappelijke inzichten tot nut te maken voor de maatschappij) is tenslotte – naast onderzoek en onderwijs – één van de drie kerntaken van de universiteit.

 

Dat merkt ook promovendus Meeus: ‘Je kunt geen congres meer organiseren zonder ook iets aan wetenschapscommunicatie te doen en om überhaupt in aanmerking te komen van onderzoeksubsidie moet je tegenwoordig ook outreach-activiteiten op je cv hebben staan. Hoewel ik het erg leuk vind om te doen, voel ik me soms best wel een beetje een cv-werker.’

 

Niet alleen wetenschappers gaan meer aan wetenschapscommunicatie doen, ook bij PR- en communicatieafdelingen is er meer aandacht voor wetenschapscommunicatie. Was er in 2009 enkel nog een adviseur wetenschapscommunicatie bij FNWI en de FMG, tegenwoordig heeft elke faculteit en ook het centrale team van persvoorlichters een wetenschapscommunicatieadviseur. Volgens de persvoorlichter van de UvA is er geen sprake van een plotselinge wildgroei. ‘Er wordt al jaren veel gedaan aan wetenschapscommunicatie. Zo bestaan de Nemo-kinderlezingen al meer dan tien jaar. Wel zien we een toenemende aandacht voor wetenschapscommunicatie in beleid, zoals in het programma Erkennen & WaarderenEen nationaal programma dat wetenschappers niet alleen wil gaan beoordelen op onderzoeksresultaten maar ook op onderwijs en outreach.’

Foto: Nikhef (Bob Bronshof)
Ivo van Vulpen

TikTok-je in tien seconden

Maar wat is wetenschapscommunicatie nu eigenlijk precies? Allereerst is het een containerbegrip: het kan gaan over betere communicatie tussen onderzoekers onderling, wervingsacties voor aankomende studenten of vertaling van wetenschap naar het brede publiek. Die laatste categorie is ook een vakgebied waar onderzoekers van de Universiteit Leiden en het Athena-instituut aan de VU onderzoek doen naar hoe de kloof tussen wetenschap en maatschappij beter overbrugd kan worden. Een van de beweegredenen: omdat de belastingbetaler het recht heeft om te weten wat er met belastinggeld gebeurt en zodat burgers in het stemhokje weten waarover ze meebeslissen. Daarnaast wordt de toenemende polarisatie en het wantrouwen naar de wetenschap op casussen die de maatschappij direct raken zoals het corona- en stikstofbeleid ook aangedragen als een reden om meer aan wetenschapscommunicatie te doen.

 

De kennis die in dat onderzoek wordt opgedaan, komt nog niet altijd terecht bij wetenschappers die voor hun onderzoekssubsidie iets ‘moeten’ doen aan communicatie. ‘Vaak denken onderzoekers tien seconden na, bedenken ze een TikTok-je, een workshopje of een ingezonden brief en sturen ze dat de wereld in,’ zegt UvA-natuurkundige Ivo van Vulpen die één dag per week de functie van bijzonder hoogleraar wetenschapscommunicatie vervult aan de Universiteit Leiden. ‘Maar meer communicatie is niet altijd beter.’

 

Geen collectief geheugen

Volgens Van Vulpen moet er nog een serieuze slag gemaakt worden. ‘Wetenschappers zijn heel streng op kwaliteit voor hun eigen onderzoek, maar als het op wetenschapscommunicatie aankomt – heel kort door de bocht – doen de meesten maar wat. Vaak is er geen enkele vorm van evaluatie, niet vanuit de subsidieverstrekker, maar ook niet vanuit wetenschappers zelf.’

‘Soms worden er dingen bedacht, waarvan de Ionica Smeetsen van deze wereld weten: dat gaat gewoon niet werken’

Terwijl er al wel het een en ander bekend is van wat wel en niet werkt om met de samenleving in gesprek te gaan. Van Vulpen: ‘Soms worden er dingen bedacht, waarvan de Ionica SmeetsIonica Smeets is hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Leiden.en van deze wereld weten: dat gaat gewoon niet werken. Andere dingen gaan wel goed maar worden vaak niet doorgegeven. Er is geen collectief geheugen waardoor we van elkaar kunnen leren.’

 

Daar zijn wel initiatieven voor, al is de subsidie daarvoor vaak nog niet structureel. Van Vulpen: ‘Het ImpactLab uit Utrecht en Leiden meet wat wetenschapscommunicatie nu oplevert. Zij geven wetenschappers handvaten om helder te krijgen wat ze precies willen bereiken met “impact maken” en evalueren de projecten. Al is het lab inmiddels alweer gestopt omdat de subsidie beëindigd is.’

 

Een ander initiatief om wetenschapscommunicatie te professionaliseren is het Nationaal Expertisecentrum voor Wetenschap & Samenleving, dat onderwijsminister Robbert Dijkgraaf in april 2022 opende en dat deze herfst van start zou moeten gaan. De minister maakte tien miljoen euro vrij waarmee het onafhankelijke centrum de komende tien jaar de samenwerking tussen wetenschap en de maatschappij moet gaan verbeteren.

 

Gedomineerd door communicatie

Niet iedereen ziet het nut in van een apart centrum van wetenschapscommunicatie zoals literatuurwetenschapper en UvA-alumnus Liesje Schreuders destijds al liet weten in het een opinieartikel in de NRC waartoe ze werd geïnspireerd door het filosofische pamflet Tegen de Communicatie van Mario Perniola at Schreuders uit het Italiaans vertaalde. ‘We leven in een tijd die gedomineerd wordt door communicatie. Er komt dus een centrum om te communiceren over de communicatie. Wat ik zie is een wetenschappelijke sector die z’n positie wil verbeteren.’

Liesje Schreuders

Dat de wetenschap losgezongen raakt van de maatschappij, ziet Schreuders ook. ‘Maar dat verbeter je niet met wetenschapscommunicatie maar met structureel geld voor onderzoek en onderwijs.’ Wetenschap kan wel degelijk uitgelegd worden, maar dat is de taak van wetenschapsjournalisten, volgens Schreuders.

 

Volgens Schreuders gaat het de wetenschap niet zozeer om meer begrip ‘want dat kan natuurlijk maar tot bepaalde hoogte’, maar is het doel dat de maatschappij meer belang hecht aan wetenschap. ‘Ik begrijp de paniek die wetenschappers voelen als je fundamenteel onderzoek doet en het nergens aankomt. Maar dat het belangrijk is voor de democratie omdat “burgers” de resultaten niet volgen, dat is op zichzelf een spin.’

 

Ronkende resultaten

Wetenschapscommunicatie vertaalt zich volgens Schreuders in wetenschappers die – ‘met de beste bedoelingen’ – hun eigen onderzoek verkopen. Dat een deel van de communicatie over wetenschap inderdaad verdacht veel lijkt op marketing observeren ook kwartiermakers Ionica Smeets en Alex Verkade in het plan van aanpak voor het nationale centrum voor wetenschapscommunicatie. ‘We hebben wetenschappers gesproken die trots vertellen dat ze aan wetenschapscommunicatie hebben gedaan, en dan een gelikt filmpje laten zien waar de onderzoeksresultaten wel heel ronkend gepresenteerd worden. Veel van de communicatie is vooral éénzijdig zenden van informatie en weinig luisteren naar kennis vanuit de samenleving’, aldus het plan van aanpak.

 

En dat imago kan schadelijk zijn, zegt ook Van Vulpen. ‘Nieuws over hoogleraren die in de prijzen vallen of in vooraanstaande papers publiceren vertelt niet het hele verhaal. Onderzoek mislukt wel eens. Wetenschap is meer dan alleen die super hoogtepunten. Dat geeft het signaal af dat wetenschap alleen voor de extreem getalenteerden is. Het gaat er ook om het proces van wetenschap in beeld te brengen, de dialoog met de samenleving, en te zorgen dat meer talent de weg naar de universiteit vindt.’

 

Volgende week verschijnt het tweede deel van een serie over wetenschapscommunicatie.