Van seksuele escapades, burenruzies tot langsdenderende koetsiers: UvA-historicus Bob Pierik schreef een boek over het leven in Amsterdam van de zeventiende en achttiende eeuw. ‘Mijn boek gaat het over het normale stadsleven. Hoe het ruikt, klinkt en hoe men zich er doorheen beweegt.’
Foxterriër Dolly trekt de lijn strak zodra wij historicus Bob Pierik naderen. Op de Magere Brug staat hij ons samen met zijn hond op te wachten voor onze wandeling. De Magere Brug is onderdeel van de stadswandeling uit zijn op 5 oktober verschenen boek Zo veel leven voor de deur. Een boek naar aanleiding van zijn proefschrift over de normale Amsterdammer uit de zeventiende en achttiende eeuw.
Historicus Bob Pierik is in februari 2022 gepromoveerd bij de Amsterdam School of Historical Studies (ASH) als onderdeel van het project ‘The Freedom of the Streets’ over straatleven, mobiliteit en gender. Hij is naar eigen zeggen een ‘import-Hollander’, een verwijzing naar het oude, zeventiende-eeuwse gewest: naast Amsterdam heeft hij als Zwollenaar ook in Leiden en Den Haag gestudeerd.
Voor zijn proefschrift over het sociale leven van de stad in de 17e en 18e eeuw heeft hij het Amsterdams notarieel stadsarchief doorgespit: collecties van een van de grootste stadsarchieven ter wereld.
Maar wie is die normale Amsterdammer dan eigenlijk? Dat zijn volgens Pierik de ‘mensen die op straat praatjes maken, in conflict raken, of in het diepste geheim een liefdesrelatie hebben, zo ook in de zeventiende en achttiende eeuw. In mijn boek gaat het dus niet over hoe de stad bestuurd wordt of de grotere ontwikkelingen, maar meer naar hoe het normale leven in die stad eruit heeft gezien. Hoe het ruikt, klinkt en hoe men zich er doorheen beweegt’.
Zeventiende eeuwse seksuele escapades
Terwijl we vanaf de Magere Brug door de Nieuwe Kerkstraat lopen worden we aan weerszijde ingesloten door elegante zeventiende eeuwse pakhuizen. ‘Van één specifieke stal in deze straat weten we dat die het decor vormde van een aantal seksuele escapades van Joodse mannen en christelijke vrouwen in de buurt,’ vertelt Pierik. Achter de drie meter hoge staldeuren in de straat zou flink wat liefde zijn bedreven. ‘Hoewel ze hun uiterste best deden om in het geheim in de stallen af te spreken, zag het personeel van de stallen vervolgens alles gebeuren.’ En dat was niet zonder reden. ‘Voor vrouwen was het belangrijk om aan te tonen dat het een enigszins eerzame relatie was zodat zij niet beticht zouden worden van prostitutie en zodat ze konden bewijzen wie de vader was als ze zwanger zouden raken. Getuigenverklaringen van mensen uit de buurt die iets gezien of gehoord hadden waren in die zin erg belangrijk om die context te scheppen.’ Van die opgetekende getuigenissen maken historici van nu dankbaar gebruik.
Achttiende eeuwse belastingontduiking
Via de Reguliersgracht en Herengracht lopen we naar de Universiteitsbibliotheek van de UvA. Pierik: ‘Veel van die notariële akten bestaan uit gedetailleerde beschrijvingen van misdaad, ruzie en onenigheid in Amsterdam. De meeste zaken die ik gebruikte kwamen bij de secretaris van de hoofdofficier terecht. In 1750 bijvoorbeeld, was dat ene Cornelis Staal.’ Het gaat om alledaagse, of soms zelfs banale dingen in Pieriks werk. ‘Hier vlakbij, op het Koningsplein, stond in de achttiende eeuw de wafelkraam van Zijtje Schouten. Het bleek dat zij illegaal boter inkocht, en daarmee waarschijnlijk belasting ontdook. De enige reden dat we deze informatie over haar leven en wafelkraam vinden is omdat getuigen uitvoerig rapporteerden aan de hoofdofficier.’
Iets verderop, in de Beulingstraat, staan we stil. ‘Dit is de straat van de garnalenmeid, met de bijnaam ‘Anne met de platte neus’,’ zegt Pierik. ‘Hier ontstond ruzie tussen Anne en ene Elias Gerritse. Met bewoordingen als ‘schelm, dief, hond, hoornbeest of rekel’ probeerde de garnalenmeid de man zijn huis uit te dagen. ‘Rekel’ is een term die ‘grote mannelijke hond’ betekent, en dus eigenlijk vergelijkbaar is met “teef” maar dan voor mannen.’ Honderden mensen verzamelden zich in de smalle straat. De aanleiding van de ruzie moet Pierik ons schuldig blijven. ‘Wat we wel weten is dat Elias Gerritse vervolgens zijn buren optrommelde om bij de notaris te vertellen dat ‘Anne met de platte neus’ een “fameuze hoer” was.’ Daarop gaat er naast ons een raam open en steekt een nieuwsgierige luisteraar zijn hoofd naar buiten. ‘Zo ging het er toen ook aan toe,’ lacht Pierik.
‘De man vond het de situatie dus zo vernederend dat hij zijn eer probeerde te herstellen via deze getuigenverklaringen,’ vervolgt Pierik. Dit voorbeeld laat zien dat notariële akten niet alleen zakelijke of financiële zaken laten zien, maar dat er scenes uit een levendig straatleven in te vinden zijn.
Stadse Snelheden
Ook het vervoer in de stad beschrijft Pierik in zijn boek. ‘In de zeventiende en achttiende eeuw ging men massaal stapvoets. Kruiwagens, karren, sledes of koetsiers moesten zich aan wandelsnelheid aanpassen: de stad was echt een wandelende samenleving. In de praktijk leverde dat alsnog conflicten op en zijn koetsen een tijdje helemaal verboden. Die verandering van snelheid in de stad is opvallend,’ vertelt Pierik terwijl we voorbijgeraasd worden door de tram, Biro’s, VanMoofs en andere elektrisch aangedreven vervoer.
We zijn inmiddels onderweg naar onze eindbestemming, het Stadsarchief Amsterdam. ‘Nu is Amsterdam toch echt een fietsstad,’ vervolgt Pierik. ‘Vroeger moest men zich aanpassen aan de wandelaar, nu aan de fiets.’ Waar nu discussie is over elektrische bakfietsen, was die er toen over langsdenderende koetsen.
Onze wandeling eindigt om de hoek bij het Stadsarchief, de bron van Pierik’s boek. Het boek staat vol anekdotisch opgeschreven straattaferelen. Van vervuilend turfrook, de functie van dubbele deuren, tot het fenomeen van de sleepkoets. Als lezer begin je je langzaam voor te stellen hoe het leven op straat in de vroegmoderne tijd eruit heeft gezien. Op dit moment zijn dat mensen die voorbijlopen met hun koffie to-go, degenen die haastig op de boost-knop van hun VanMoof-fiets drukken, en degenen die vanaf een uur of elf plaatsnemen op het terras voor een vaasje.
Bob Pierik. Zo veel leven voor de deur. Een geschiedenis van alledaags Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw. Amsterdam: Meulenhoff, 2023.