Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Thirza Lont
wetenschap

UvA-hoogleraar over genetische modificatie: ‘Ik heb de angst dat deze techniek voor verkeerde doelen ingezet wordt’

Thirza Lont,
2 mei 2023 - 09:48

Genetisch gemodificeerde groente en fruit kan je niet kopen in de Nederlandse supermarkten. Maar dat gaat misschien veranderen. Voorstanders hopen dat genetische modificatie de wereldwijde voedselvoorziening zal helpen. Tegenstanders voorzien destructieve gevolgen voor het milieu. ‘Als de enige drijfkracht geld verdienen is, word ik daar niet blij van.’

Genetisch gemodificeerde gewassen staan onder een strenge regelgeving in Europa en zijn niet voor de consumptie bedoeld. Maar dat gaat misschien veranderen. Sinds een paar jaar is er een nieuwe techniek om gewassen genetisch te modificeren: CRISPR-Cas.

 

Simpel gezegd is CRISPR-Cas een soort moleculaire schaar die stukjes DNA (genen) heel precies kan knippen. Door foutjes in het reparatiemechanisme van de plant ontstaat er soms een nieuwe variant van een gen. Uiteindelijk kun je door kruising het genetisch gemodificeerde CRISPR-CAS-deel scheiden van de nieuwe variant. In de genen van het nieuwe gewas is dan niet terug te zien dat er genetische modificatie is gebruikt.

 

Met traditionele veredelingsprocessen, waarbij eigenschappen van planten of gewassen worden aangepast, duurt het vaak jaren voordat een plant aan de eisen van de mens voldoet. Met CRISPR-Cas kom je tot hetzelfde resultaat in kortere tijd.

 

Voorstanders van CRISPR-Cas pleiten dan ook voor deregulering. Want, als je zo planten resistent kan krijgen tegen de problemen van nu, zoals hitte, zoute gronden, schimmels en insecten, zouden meer gewassen overleven. Bovendien heb je minder bestrijdingsmiddelen nodig. Aan de andere kant zijn er kritische geluiden, onder meer van UvA-hoogleraar Michel Haring. Hij is moleculair plantenbioloog, en directeur van het Swammerdam Insitute for Life Sciences (SILS) en doet onderzoek met genetische modificatieBij genetisch gemodificeerd gewassen is het DNA aangepast, waardoor deze planten bijzondere eigenschappen bezitten..

 

De kassen waarin Haring en zijn collega’s onderzoek doen zijn gelegen op de Science Park campus. Daarin experimenteren de wetenschappers met genetisch gemodificeerde gewassen, bijvoorbeeld tomaten en mais.  In sommige ruimtes stellen ze de planten bloot aan schimmels, in andere aan insecten, om zo te onderzoeken welke genen een rol spelen in de resistentie hiertegen. ‘Maar,’ zo zegt hij uitdrukkelijk, ‘wij doen onderzoek naar genetische modificatie om kennis te leveren. Niet met als doel om uiteindelijk genetisch gemodificeerde producten op de markt te krijgen.’

Genetische modificatie

Michel Haring doet sinds 1996 aan de UvA onderzoek naar genetische modificatie. ‘We kijken bijvoorbeeld welk gen verantwoordelijk is voor resistentie tegen ziekte. Dan schakelen we dat gen uit, en kijken we of de plant nog steeds resistent is. Indien dat niet zo is, dan weten we dat dat gen echt verantwoordelijk was voor de ziekteresistentie.’

Haring heeft zijn bedenkingen bij het dereguleren van CRISPR-Cas voor commercieel gebruik. ‘Als deze techniek vrijgegeven wordt in Europa vermoed ik – heb ik de angst – dat deze techniek voor verkeerde doelen ingezet gaat worden, met negatieve effecten voor het milieu.’ 

 

Over welke negatieve effecten heeft u het dan?

‘In Zuid-Amerika is genetische modificatie al sinds de jaren negentig gedereguleerd. Daar zie je dat oerwoud is gekapt voor de productie van soja. De sojaplanten zijn resistent gemaakt tegen bestrijdingsmiddelen voor bepaalde onkruiden. Heel efficiënt – als je een keer met het vliegtuig over een veld een bestrijdingsmiddel spuit, dan gaat al het onkruid dood, maar de soja blijft leven. Het probleem is dat er ook natuurlijke variatie zit tussen onkruiden. Je selecteert uiteindelijk soorten die resistent zijn tegen het bestrijdingsmiddel. Als die dan weer zaad produceren heb je het jaar daarop nog meer onkruiden enzovoorts. Dan heb je uiteindelijk én resistent onkruid én resistente soja. Vervolgens heb je giftigere bestrijdingsmiddelen nodig om het onkruid dat resistent is geworden te verwijderen. Dat is ontzettend schadelijk voor het milieu.’

 

‘Daarnaast wordt de soja verbouwd voor koeien, kippen en varkens in de bio-industrie. Ik ben niet voor het verwoesten van de natuur, zodat wij hier goedkoop onze hamburgers kunnen eten. Dat is het laatste waar ik achtersta.’ 

‘Ik ben niet voor het verwoesten van de natuur, zodat wij hier goedkoop onze hamburgers kunnen eten’

Volgens voorstanders van CRISPR-Cas is deze techniek geen genetische modificatie. 

‘Voorstanders, oftewel lobbyorganisaties, pleiten al jaren voor het zoveel mogelijk inzetten van genetische modificatie, zodat gewassen beter resistent worden tegen ziektes, maar ook tegen de gevolgen van klimaatverandering zoals hitte en droogte. Vaak zijn het multinationals die achter deze lobby zitten. De nieuwe lobbytechniek is het zeggen dat CRISPR-Cas geen genetische modificatie is, omdat je die gewassen zo ver doorkruist dat ze uiteindelijk niet te onderscheiden zijn van normale kruisingsproducten. Lobbyisten willen dan ook dat deze techniek wordt uitgezonderd van de strenge Europese regelgeving.’  

 

Wat vindt u daarvan?  

‘Ik vind dat je je moet houden aan regels. CRISPR-Cas-gewassen zijn uiteindelijk ontstaan uit genetische modificatie en zouden ook onder de regelgeving en dus registratie moeten vallen. Ten tweede vind ik dat consumenten de keuzevrijheid moeten hebben om producten zoals groente en fruit te kopen in de supermarkt die vrij zijn van genetische modificatie. Daarmee bedoel ik producten die dus geen negatief effect op het milieu hebben gehad. Deregulatie zou deze keuzevrijheid beperken, omdat er door CRISPR-Cas niet meer te zien is of een product natuurlijk veredeld is, of door de techniek. De CRISPR-Cas-varianten zullen vermengd worden met reguliere gewassen, waardoor de keuzevrijheid van de boer en de consument sterk beperkt zal worden.’ 

 

Wat is een goed voorbeeld van functionele genetische modificatie?

‘Gewassen zoals appelbomen en druivenplanten veredelen is moeilijk en duurt lang. Als je met CRISPR-Cas deze gewassen wel resistent kan maken, en het dient het doel om minder gif te gebruiken, ben ik daar niet per se tegen. Alleen vind ik dat dat geregistreerd moet worden – dat consumenten nog steeds keuzevrijheid hebben in de supermarkt of ze de CRISPR-Cas appel willen, of de biologische. En deze beslissing zou dan democratisch gemaakt moeten worden, dus niet alleen door een handje multinationals en het ministerie die besluiten dat dereguleren van CRISPR-Cas economisch een goed idee is.’

Foto: Thirza Lont
Genetisch gemodificeerde tomaten

‘Een positief voorbeeld is de bananenplant. In sommige Afrikaanse landen zijn inwoners afhankelijk van bananen voor hun voedselvoorziening. Als zij experimenteren met moderne technieken om de bananen resistent te krijgen tegen de nu snel oprukkende bananenschimmel lost dat een probleem op, want die mensen moeten eten. Daarom denk ik dat je bij genetische modificatie moet kijken hoe en waarom je een techniek toepast, dus per casus. Dus genetische modificatie is niet per se slecht, maar in het voorbeeld van de sojavelden in Zuid-Amerika waar genetische modificatie is gebruikt voor economisch gewin zie je wel dat het voor de natuur slecht heeft uitgepakt.’

 

Uit onderzoek van onderzoeksprogramma Zembla bleek dat ook wetenschappers een ‘eenzijdige en misleidende’ lobby voeren voor gentech-voedsel, waaronder die van de Wageningen Universiteit en Universiteit Utrecht. U wilde geen handtekening zetten onder een brief om technieken als CRISPR-Cas te dereguleren. Waarom niet?

‘De plantenwetenschappers vroegen of ik namens het instituut of de UvA de brief wilde ondertekenen. Ik ben het er niet mee eens om de mening van een heel instituut te verkondigen, een mening geef je namens jezelf. Ten tweede wil ik geen herhaling van de geschiedenis met deze nieuwe techniek, zoals in Zuid-Amerika.’

 

Maakt u zich zorgen?

‘Het onderzoek van Zembla laat zien dat het publieke debat niet breed gevoerd wordt. Het ministerie en bepaalde plantenwetenschappers zijn in overleg over mogelijke deregulatie, maar de mening van andere wetenschappers en Nederlandse burgers wordt niet meegenomen. Mochten veel Nederlanders nu zeggen: ik heb graag mijn goedkope hamburger en het maakt me niet uit dat de dieren zijn gevoed met genetisch gemodificeerde soja, dan begrijp ik dat – dat is een democratische keuze. Maar nu zijn het een handje ambtenaren die dit zelf beslissen en hopen dat Nederland er een economisch slaatje uit zal slaan.’

 

‘Als de enige drijfveer van genetische modificatie geld verdienen is, dan ben ik daar niet blij mee. Er zijn krachten waar je niks aan kan doen. Ik denk dat de mensen die voor biologische landbouw zijn moeten opstaan. En zeggen: wij willen de keuzevrijheid voor boeren en consumenten, dat ze er zeker van zijn dat de biologische producten die ze kopen ook echt op een ‘natuurlijke’ manier zijn verkregen. CRISPR-Cas dereguleren brengt dat in het gedrang.’