Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Kirsten van Santen
wetenschap

‘Rellen om broodprijzen in het Romeinse Rijk raken fundament van overleving’

Sija van den Beukel,
19 april 2023 - 10:00

Hoe werd politiek bedreven in de klassieke oudheid? En wat kunnen we ervan leren over de verkiezingswinst van de BoerBurgerBeweging (BBB)? Daarover vertelt hoogleraar oude geschiedenis Daniëlle Slootjes. ‘Een deel van het succes van het Romeinse Rijk, is dat mensen op lokaal niveau Rome heel weinig nodig hadden.’

Tegen een opstand van het volk is geen leger opgewassen. Dat wisten de keizers in het Romeinse Rijk maar al te goed, die een stad als Rome met meer dan één miljoen inwoners bestuurden. Toch telt de stem van een individu pas, wanneer deze onderdeel is van een collectief. Daar ziet UvA-hoogleraar oude geschiedenis Daniëlle Slootjes voorbeelden van in de klassieke oudheid en in de verkiezingswinst van de BoerBurgerBeweging (BBB).

 

Slootjes onderzoekt het massagedrag van mensen in de klassieke Oudheid. Daarbij probeert ze ‘kunstmatige’ geografische en chronologische grenzen te doorbreken tussen onder meer de Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen. ‘Het politieke systeem verschilt per tijd en plaats, maar het gedrag van de massa vertoont grote overeenkomsten.’

 

Zie je overeenkomsten tussen het gedrag van de massa in de klassieke Oudheid en nu?

‘De boerenprotesten zijn een uitstekend voorbeeld van hoe mensen zich verenigen. Daar zie je dat de stem van een individu pas gehoor krijgt wanneer mensen zich daadwerkelijk collectief gaan organiseren. Wanneer ze leuzen kiezen en gaan staan voor een zaak. Dat kan voor momentum zorgen waardoor je ook steun kan krijgen van andere groepen in de samenleving. Van individuen die zich normaal gesproken vanuit hun eigen identiteit, positie of belang niet meteen voor jou zouden inspannen.’

 

‘Hetzelfde gebeurde bijvoorbeeld in de vierde en vijfde eeuw na Christus in Rome. Toen ontstonden er met enige regelmaat rellen omdat mensen super ontevreden waren over de broodprijzen, wat raakte aan hun fundament van overleving. Dat zie je nu ook bij de boerenprotesten aan de spandoeken op het land: “Geen boer, geen voedsel”. Op het moment dat mensen op een fundamenteel niveau onrecht ervaren, gaan ook mensen met een andere identiteit zich aangesproken voelen. Wanneer mensen met verschillende identiteiten zich gaan verenigen, kun je momentum creëren. Als één iemand roept, gebeurt er niets. Het gaat om die tweede en de derde. Dan kun je een collectief gaan bouwen. En je hebt een leider nodig, om het onder woorden te brengen.’

‘Als één iemand roept, gebeurt er niets. Het gaat om die tweede en de derde’

Bestond er in de klassieke Oudheid ook een partij die zich uitsprak voor het volk?

‘Je ziet in de Romeinse republiek wel een tegenstelling tussen optimaten – mensen uit de rijke Romeinse families en de populares – door sommigen vertaald als populisten: de mensen die oog hadden voor de armeren in de samenleving. Dat kwam duidelijker op in de eerste eeuw voor Christus, toen de republiek op zijn einde liep – wat versterkt werd door die opkomst, zeggen sommigen. De populares die in staat zijn om de armere groepen te mobiliseren krijgen vervolgens dus juist meer macht in de stad. Dat zie je nu ook met de verkiezingswinst van BBB.’

 

Wat leert de klassieke oudheid ons over de verkiezingswinst van BBB?

‘Sterke signalen en protesten vanuit een grotere groep in de samenleving zijn een boodschap aan de gevestigde politieke en sociale orde. Daar hoort een reactie bij die het gevoel geeft aan die specifieke groep dat er wordt geluisterd en er ook iets wordt gedaan aan de aanleiding van de protesten. Gebeurt dat niet, dan kan een protest of onvrede escaleren.’

 

Is de politiek de enige manier voor het volk om iets te bereiken in de maatschappij?

‘We gaan ervanuit dat de politiek de maatschappij aangestuurd. En qua wetgeving is dat natuurlijk ook zo. Maar als je het over klimaat en voedsel hebt kun je daar als collectief ook zelf een besluit over nemen. Dat kan op een kleine schaal, in een wijk. We hebben altijd het idee dat we eerst naar Den Haag moeten en dat ze ons daar dingen moeten opleggen. Maar in het Romeinse Rijk was Rome weliswaar dominant, maar regelden kleine steden hun bestuur grotendeels zelf. Daar kunnen we van leren. Sommige initiatieven, zoals de wijk vergroenen of een koffietentje openen, hoeven niet via de gemeente te gaan, maar kunnen via de wijk. Die initiatieven zie je al opkomen. Een deel van het succes van het Romeinse Rijk, is dat mensen op lokaal niveau Rome heel weinig nodig hadden.’

‘Een groep kan veel krachtiger zijn dan alle structuren en systemen die we daarvoor verzinnen’

Dat zal werken met het vergroenen van wijken, maar niet voor de stikstofplannen.

‘Nee. Door de schaalvergroting, zie je dat niet alleen Den Haag over de stikstofplannen gaat, maar dat het op Europees niveau besloten wordt. In dat opzicht moet je je ook op een veel groter niveau als collectief verenigen.’

 

Welke lessen kunnen we nog meer trekken uit de Oudheid?

‘Enerzijds denk ik wel eens op mijn sombere momenten dat we niets van de geschiedenis leren. Tegelijkertijd steunen en leunen we in heel veel zaken juist op manieren van eerdere samenlevingen die door anderen zijn ontwikkeld. Wat ik heb geleerd in mijn onderzoek, is dat elk individu in een groep telt en dat een groep veel krachtiger kan zijn dan alle structuren en systemen die we daarvoor verzinnen, in welke politieke vorm dan ook. Als je de mens centraal stelt en collectieve ervaringen, of dat nu samen naar een begrafenis gaan is of de Olympische Spelen, dan overstijgt de verbinding tussen het individu en het collectief alle politieke systemen.’

 

Donderdag 20 april van 12.30-13.30 uur vertelt Daniëlle Slootjes over haar onderzoek tijdens een online bijeenkomst van het initiatief ‘Political history: a social affair’, georganiseerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit. Aanmelden kan hier.