Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniel Rommens
wetenschap

Replicatie van onderzoek: Rijke mensen helemaal niet asocialer in verkeer

Jazz Stofberg,
3 maart 2023 - 08:30

Rijke mensen zijn, in tegenstelling tot eerder onderzoek, niet asocialer in het verkeer. Dat toonde UvA-hoogleraar Sustainable Finance Paul Smeets aan in een replicatieonderzoek in Maastricht, Aken, Rotterdam en Berkeley – waar het originele experiment werd uitgevoerd. ‘De meeste rijken gedragen zich niet beter of slechter.’

‘Het onderzoek uit 2012 dat liet zien dat rijken asocialer gedrag vertoonden in het verkeer kreeg veel aandacht,’ vertelt hoogleraar Paul Smeets aan de telefoon. ‘Het bevestigt een stereotype dat rijke mensen gierig of onaardig zijn en mensen lezen dat graag. Deels om zichzelf beter te voelen. Toen ik dat onderzoek las, had ik er nog wel enkele vragen bij. Uiteindelijk hebben we het originele experiment op meerdere plekken herhaald, maar daar vonden we niet hetzelfde resultaat.’

Foto: Wim Smeets
Paul Smeets

Smeets vertelt enthousiast waarom hij dit onderzoek gedaan heeft. ‘Waarom heb ik als hoogleraar Sustainable Finance in godsnaam dit onderzoek gedaan?’, vraagt hij lachend. ‘Vanuit mijn onderzoekslijn naar onder andere filantropie ben ik geïnteresseerd in wat mensen motiveert om hun geld voor iets goeds in te zetten. Rijke mensen spelen daar natuurlijk een belangrijke rol in, dus dit ligt eigenlijk in het verlengde van mijn onderzoek.’

 

Smeets repliceerde het onderzoek uit 2012, dat aantoonde dat mensen in dure auto’s zich asocialer gedragen, in verschillende steden. In Maastricht, Aken, Rotterdam en Berkeley. Om te kijken of rijke mensen echt asocialer zijn in het verkeer, voerde Smeets dezelfde twee experimenten uit als in 2012: kijken of een voetganger voorrang krijgt van een auto bij een zebrapad en kijken hoe vaak een auto een andere auto afsnijdt. ‘Uiteindelijk vonden we nergens een verschil tussen goedkopere en duurdere auto’s.’

Rode vlaggen
Smeets vindt het vreemd dat mensen de resultaten van de studie direct voor lief namen. ‘Het is eigenlijk wel kwalijk dat er ten tijde van de publicatie weinig kritisch tegengeluid was,’ aldus Smeets. ‘Er waren namelijk wel wat zaken opvallend aan het onderzoek. Vooral dat de onderzoekers met erg kleine steekproeven, overal significante verschillen vonden. Dat is heel opmerkelijk.’ Door de kleine steekproeven was de kans laag dat de gevonden significante resultaten de werkelijkheid weerspiegelen.

 

De kleine steekproeven waren volgens Smeets niet de enige rode vlaggen. ‘De dataset was niet openbaar, en toen wij vroegen naar informatie over de uitvoering van hun onderzoek, hadden ze dat niet. Ze mailden ons dat ze het kwijt waren.’ Smeets en zijn collega’s hebben vervolgens bij gebrek aan data zelf een plan bedacht om het experiment zo precies mogelijk na te doen. Dat hebben ze vervolgens opgestuurd naar de originele auteurs. ‘Die hadden geen opmerkingen meer, dus toen hebben we uitgevoerd en het artikel opgestuurd naar de uitgever.’

‘Ik snap dat het niet fijn is als je werk niet lijkt te kloppen, maar je verwacht dat iemand daar volwassen mee omgaat’

Onprofessioneel en onvolwassen
Het publiceren van het artikel ging niet zonder slag of stoot. ‘Een van de peer reviewers van ons artikel was een auteur van de publicatie uit 2012. Hij beweerde toen dat onze methode niet klopt en dat we hen niet benaderd hadden. Gelukkig konden wij met de e-mails die we bewaard hadden, bewijzen dat we dat wel gedaan hadden. Ik snap dat het niet fijn is als je werk na replicatie niet lijkt te kloppen, maar je verwacht dat iemand daar op een volwassen manier mee omgaat. Dit was gewoon onprofessioneel naar ons toe.’

‘Je krijgt van replicatieonderzoek persoonlijk meer kwaad dan goeds’

Het doel van het onderzoek was volgens Smeets ook niet om het andere onderzoek te weerleggen. ‘Als we een ander effect gevonden hadden, was dat ook interessant geweest. Bijvoorbeeld dat mensen in Californië wel asocialer zijn, maar in Aken niet. Dat had hele nieuwe onderzoeken kunnen inspireren naar locatie of cultuurverschillen. Ik vind het erg belangrijk dat onder andere via replicatiestudies wordt gekeken naar generaliseerbaarheid van onderzoek. Wat je in het ene land vindt, hoeft niet overal te gelden. Je kunt eigenlijk nooit op één studie afgaan en grote conclusies trekken.’

 

Dat rijke mensen niet asocialer zijn in het verkeer sluit wel aan bij eerder internationaal onderzoek. ‘De meeste rijken gedragen zich volgens onderzoek niet slechter, maar ook niet beter dan de gemiddelde mens. Ze doneren in de meeste landen—niet in Nederland—een groter percentage van hun inkomen. Rijke mensen hebben natuurlijk ook meer financiële vrijheid om te kunnen doneren.’

Slecht voor je carrière
‘Het is echt de slechtste pers die ik tot nu toe voor een publicatie gekregen heb. Ik denk dat veel media ook niet heel happig zijn om toe te geven dat ze tien jaar geleden iets hebben geschreven wat niet blijkt te kloppen. Uiteindelijk doen stukken die geen verschil laten zien het altijd minder goed. Het zijn toch vaak minder sappige verhalen.’

 

Smeets benadrukt dat replicatieonderzoek zoals dit weinig oplevert voor je carrière. ‘Je krijgt er persoonlijk meer kwaad dan goeds van. Als onderzoeker kom je de mensen die er wat van vinden nog wel tegen, bijvoorbeeld bij peer reviews van je publicaties.’ Voor de wetenschap is replicatieonderzoek wel van belang. ‘Ik denk dat er te weinig replicatieonderzoek wordt uitgevoerd. Gelukkig ben ik zeker niet de enige onderzoeker die dit doet. Zo was er een tijdje terug nog een grote publicatie in het vakblad Nature Human Behaviour. Ik wil mensen vooral laten zien wat goede wetenschap is en hen stimuleren hetzelfde te doen.’