Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Christophe Busch
wetenschap

‘Auschwitz is moeilijk te rijmen met beelden van lieftallige konijntjes’

Sterre van der Hee,
9 december 2022 - 14:00

UvA-criminoloog en -historicus en directeur van het Hannah Arendt Instituut Christophe Busch promoveerde onlangs op zijn proefschrift over daderschap in de Holocaust. Daarin stelt hij de vraag: welke beelden hebben ons idee van de daders van de Tweede Wereldoorlog gevormd? ‘De selectie van Holocaust-beelden schetst een demonisch beeld van daderschap.’

Uw proefschrift heet: Picturing perpetration: the Holocaust seen through “the image as message”. Wat betekent die titel?
Picturing perpetration is het afbeelden van daderschap. Ons beeld van daderschap in de Holocaust is hoofdzakelijk gevormd door iconische beelden die we tijdens en na de oorlogsjaren in de publieke ruimte hebben gezien: denk aan foto’s van geallieerden die kampen bevrijdden, stapels lijken in kamp Bergen-Belsen en de poort van Auschwitz-Birkenau. De beelden schetsen een demonisch beeld van daderschap waarbij daders zijn afgebeeld als gestoorde en intrinsiek kwaadaardige mensen. Dat is begrijpelijk als je bedenkt welke gruweldaden ze pleegden, maar we realiseren ons te weinig dat die beeldenstroom geconstrueerd is – het is een selectie zijn uit een enorme hoeveelheid materiaal.’

Foto: Christophe Busch

Wat heeft u dan gedaan? 

‘Ik heb gekeken naar die constructie van het beeld van daderschap, en daarbij keek ik ook naar andere beeldbronnen, bijvoorbeeld gemaakt door de nazi’s zelf. Zo bestaan er visuele bronnen en albums die processen of bedrijfsactiviteiten moesten tonen aan hoger geplaatste officieren. Die bevatten beelden die we misschien niet direct kennen uit de geschiedenisboeken, maar die ons wel veel leren: zoals het Höcker-album, een album van toenmalig SS-officier Karl-Friedrich Höcker, met foto’s van het alledaagse leven binnen Auschwitz. De nazi’s zijn bijvoorbeeld te zien tijdens ontspannings- en teambuildings activiteiten en tijdens rouwplechtigheden na de dood van hun kameraden – en dat terwijl diezelfde weken daarvoor 320.000 Hongaarse joden waren vermoord, waarna uiteraard geen rouwplechtigheden plaatsvonden.

Een ander voorbeeld zijn de foto’s van Günther Niethammer die als kampbewaker en Duitse ornitholoog de rijke vogelwereld in Auschwitz in kaart bracht. Uit slachtofferbronnen concluderen we vaak dat in Auschwitz geen enkele vogel te horen was, maar dat is dus maar één lezing.’ 

 

U wil een completer beeld schetsen van de geschiedenis. 
‘Precies. Zo bekeek ik ook het Angora-album, een album uit de privébibliotheek van SS-leider Heinrich Himmler dat momenteel in Wisconsin ligt. Dat fotoalbum, compleet met hoesje van konijnenwol, toont foto’s van lieftallige konijntjes in fokkerijen in concentratiekampen: als ze gekamd worden, de bouw van hun stallen en de wol die bewerkt wordt voor kousen en broeken voor de Luftwaffe of de Wehrmacht. Die beelden kloppen niet met de demonische beelden die we kennen van de concentratiekampen, dus ik heb uitgezocht hoe ik ze moest begrijpen. Uiteindelijk vond ik in een jaarboek en jaarverslagen van de konijnenfokkerij dat de fokkerijen door “broeders van de SS” in de kampen werden georganiseerd, en dat de Duitse rassen van de konijnen volgens de nazi’s veel beter bleken dan de Poolse. Zo is fotografie niet meer louter illustratief, maar een historische bron op zichzelf, en door dat te bestuderen worden nieuwe wegen van geschiedschrijving aangeraakt en ontstaat een completer verhaal. Het bestuderen van andere beelden van de Holocaust geeft ons ook meer inzicht in hoe de gruweldaden hebben kunnen gebeuren. ’

 

 

Foto: Wisconsin Historical Society
Een Angorakonijn uit het presentatiealbum van Heinrich Himmler over de fokkerijen in de concentratiekampen

Beeldtaal en propaganda speelde een grote rol in nazi-Duitsland als het ging om beïnvloeding. Welke gedachte zat daarachter? 
‘Nazi’s zagen het beeld als de taal die werkelijke impact heeft en die zaadjes bij zowel de geletterde als ongeletterde bevolking kon planten, weten we uit bronnen uit de jaren dertig. Beeld roept een gevoelsdynamiek op, de geesten moesten visueel worden geprikkeld. Fotografie en film werd gestimuleerd en zo moest elke Duitser een soldaat worden in het eigen ideologische project. De nazi’s waren al met beeldvorming bezig voor ze aan de macht waren. Omdat het gebruik van beeld iets nazistisch is hebben historici het als bron vaak niet durven gebruiken, maar dat is jammer. Juist nu komen in veel Duitse families de fotoalbums met een nieuwe visuele realiteit boven tafel die generaties lang op zolder hebben gelegen.’ 

 

Wat kunnen we leren van deze studie naar beelden van de Holocaust? 
‘Mijn oproep is zowel educatief als onderzoeksmatig: ga die caleidoscopische rijkdom van beeldmateriaal bekijken en serieus nemen. Er ligt een enorm potentieel en het geeft je historisch gezien een enorm inzicht over hoe de nazi’s een ideologie en visualiteit ervan hebben ontwikkeld die de geesten heeft beïnvloed. Er is ook en vertaalslag naar vandaag de dag te maken: beelden planten immers de hele dag zaadjes in het hoofd van mensen door social media, de memecultuur en in de fabeltjesfuiken. Als je kijkt naar hoe de nazi’s beeld als beïnvloedingsinstrument gebruikten, liggen daar nu technisch gezien veel meer mogelijkheden, zoals deepfakes en andere computergesimuleerde animaties. 

Er zijn regimes en groepen die dit willen misbruiken, zeker in periodes van waarheidsverval bij grote crises als de Oekraïne-oorlog of de pandemie. Het is begrijpelijk dat dan een boost in complotdenken ontstaat. Mensen reageren niet op wat waarheid is, maar op wat ze denken dat waarheid is. Ik zeg niet dat het hetzelfde is als in nazi-Duitsland, maar op dit punt ligt in onze tijd wel een grote uitdaging.’