Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
wetenschap

KNAW-commissie waarschuwt voor ‘verloren generatie’ wetenschappers

Sija van den Beukel,
5 juli 2022 - 16:30

Ongelijkheidsverschillen tussen onderzoekers zijn door de pandemie alleen maar toegenomen. Daardoor ontstaat de kans op een ‘verloren generatie’, schrijft het Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in een rapport dat vandaag verscheen.

‘Voor veel wetenschappers is corona nog niet voorbij’, zegt commissievoorzitter Natali Helberger, universiteitshoogleraar recht en digitale technologie aan de UvA. ‘Dat is misschien wel de belangrijkste les. Onderzoekers worden nog steeds geconfronteerd met vertragingen van projecten, achterstand in het bereiken van tenure-track criteria en een onzekere toekomst.’

 

Het rapport van de KNAW bouwt onder meer voort op een eerder rapport uit november 2021 van De Jonge Academie (DJA) en het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH). Daarin stond dat jonge wetenschappers, in het bijzonder ouders, de grootste gevolgen ondervinden van de coronapandemie.

 

Het adviesrapport van de KNAW gaat ook in op het vertrouwen in de wetenschap, de gevolgen voor onderzoekers en de wetenschap zelf. ‘De pandemie heeft gewerkt als een vergrootglas bij het blootleggen van bestaande tekortkomingen en ongelijkheden in het academisch onderzoeksysteem.’

 

Helberger wil met het rapport momentum creëren om lessen te trekken uit de pandemie en veranderingen door te voeren. Helberger: ‘We zijn heel blij met de timing van het rapport, ook omdat we hopen dat universiteitsbesturen over de zomer kunnen nadenken wat ze met de aanbevelingen gaan doen. We zitten nu in een soort overgangsfase. Dit is het moment om te reflecteren en tot een visie op het nieuwe normaal te komen.’

‘Jonge onderzoekers met tijdelijke contracten en soms nog met zorgtaken worden het hardst getroffen’
Foto: Sara Kerklaan
Natali Helberger

Welke lessen kan de wetenschap trekken uit de coronapandemie?

‘We kunnen drie lessen trekken. Ten eerste is de ongelijkheid onder wetenschappers alleen maar gegroeid. Voor sommige wetenschappers creëerde de pandemie juist grote kansen, anderen kwamen in de knel. Vrouwen en mannen met zorgtaken hadden tijdens de pandemie tot vijftig procent minder onderzoekstijd. Voor sommige disciplines was veel aandacht, bij andere disciplines werd financiering juist weggeschoven. Jonge onderzoekers met tijdelijke contracten en soms nog met zorgtaken werden het hardst getroffen. Dat zijn PhD’ers, postdocs en hoofddocenten met tijdelijke contracten. Als we niet snel maatregelen nemen, kan een verloren generatie ontstaan.

 

Ook heeft de pandemie laten zien hoe belangrijk wetenschapscommunicatie is voor het vertrouwen in de wetenschap. Daar moet meer aandacht voor komen bij de opleiding. Juist op sociale media hebben academici nog het een en ander te leren, bijvoorbeeld om binnen je expertisegebied te blijven. Heel helder moet bovendien worden welke rol wetenschap speelt in de politiek. Wetenschappers geven advies, maar vertellen politici niet wat te doen. Politici moeten duidelijk communiceren over hoe ze wetenschappelijke inzichten gebruiken. Tegelijkertijd moet ook de maatschappij een vellige omgeving creëren. Wij waren als comité echt geschrokken toen we vernamen hoeveel bedreigingen wetenschappers ontvangen als gevolg van publieke optredens: van onschuldig gekabbel op sociale media tot doodsbedreigingen van hele families.

 

Ten slotte heeft de coronapandemie ook geleid tot een versnelde digitalisering. We kregen een crash course Teams en Zoom. We beseffen nu hoe belangrijk het is, maar ook hoe ontzettend afhankelijk we zijn van een klein aantal technologiebedrijven.’

‘Een aantal maanden compensatie voor onderzoeksvertraging is voor veel PhD’ers niet genoeg’

Wat moet er gebeuren om de ‘verloren generatie’ onderzoekers tegemoet te komen?

‘Er is het afgelopen jaar al wat financiering gekomen om PhD’ers een aantal maanden te compenseren voor onderzoeksvertraging. Dat is een mooi begin maar voor velen is het gewoon niet genoeg.’

 

Het rapport adviseert instellingen om contracten ruimhartiger te verlengen, en onderzoekers om coronavertraging op te voeren in cv’s en subsidieaanvragen. Is er ook draagvlak bij instellingen en wetenschapsfinanciers om hiernaar te kijken?

‘Dat moeten we zien. We hopen dat het rapport een aanleiding is om deze discussie te kickstarten, als hij niet al begonnen is. We zien dat de Royal Acadamy of Medicinal Sciences in het Verenigd Koninkrijk zich al gecommitteerd heeft om uitval door corona mee te nemen in alle beoordelingen van beursaanvragen. We stellen ook een verlengingsclausule voor bij coronavertraging, vergelijkbaar met de negen maanden uitstel die je per geboren kind bij het NWO kunt aanvragen. En we moeten kijken wat er arbeidsrechtelijk mogelijk is om mensen de kans te geven om hun tenure-track te verlengen en toch nog hun onderzoek af te maken.’

 

De coronapandemie heeft in sneltreinvaart vaccins ontwikkeld. Welke processen in de wetenschap kunnen sneller?

‘Tijdens de pandemie is gebleken dat wetenschapsfinanciers veel sneller kunnen reageren. Ook publiceren kan sneller, daarbij helpt de opkomst van de preprints. Tegelijkertijd leidde dat ook tot een stortvloed van publicaties. Dat vergde enorm veel van de reviewers. Er is ruimte voor versnelling hier en daar, maar we moeten zorgen dat we geen compromissen sluiten op de kwaliteit van het wetenschappelijk proces.’

 

Heeft de covid-19 pandemie de weg vrijgemaakt voor open science?

‘Deels wel. Juist omdat wetenschap zo’n belangrijke rol speelde tijdens de pandemie, hebben uitgevers ingezien hoe ongelofelijk belangrijk het is dat de drempels voor open science lager worden. Sommige journals zijn al overgestapt zijn naar open acces voor coronagerelateerde artikelen.’

 

‘De universiteit leunt door corona te veel op Big Tech’, staat in het rapport. Hoe moet dat veranderen?

‘Door op zoek te gaan naar open source alternatieven zoals SurfSURF is de samenwerkingsorganisatie voor IT in het Nederlandse onderwijs en onderzoek. En tegelijkertijd zorgen dat deze alternatieven gebruiksvriendelijker worden. Ook moeten we financieringsprogramma’s ontwikkelen die specifiek gericht zijn op het ontwikkelen van open technologie voor wetenschap en onderwijs. De overheid moet de onderhandelingspositie van universiteiten met Big Tech verbeteren. De universiteit heeft nu een zwakkere onderhandelingspositie. Daar moeten richtlijnen voor komen: welke voorwaarden willen we zien in contracten met Big Tech?’

 

‘Een van de dingen die we willen monitoren is de carrièreontwikkeling van PhD’ers en jonge wetenschappers met tijdelijke contracten’

De komende 24 maanden moeten universiteiten actief gaan monitoren wat de gevolgen zijn van de coronapandemie op wetenschap, staat in het rapport. Wat moet er gemeten worden en waarom is dit nog niet eerder gedaan?

‘Ik weet niet waarom dat niet eerder gedaan is, maar het is nog steeds urgent dat we beginnen. We hebben nog geen idee wat de gevolgen voor jonge onderzoekers op de lange termijn zijn. Denk ook aan werkdruk en mentale gezondheid. En daarom stellen we voor dat covidteams dit gaan monitoren. Wat we precies gaan meten moeten we met elkaar bespreken. Een van de dingen is de carrièreontwikkeling van PhD’ers en jonge wetenschappers met tijdelijke contracten. Die covidteams moeten zo ingericht zijn dat ze gezag hebben om met de bevindingen aan de slag te gaan.’

 

Wat hoopt u met het rapport te bereiken?

‘Ik hoop echt dat we ook aan de UvA het rapport als aanleiding nemen om te discussiëren over deze onderwerpen. Hoe gaan we om met sociale media, wetenschapscommunicatie, jonge onderzoekers en digitale technologie? Dat zijn belangrijke onderwerpen voor de UvA. In het najaar organiseren we samen met DJA en LNVH een evenement om te zien wat voor vervolg we aan de aanbeveling geven. Ik hoop echt dat het rapport een debat losmaakt.’