Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Wouter Goudswaard
wetenschap

UvA’er Imme maakte een stripboek van haar proefschrift

Sija van den Beukel,
9 februari 2022 - 14:34

UvA’er Imme Lammertink maakte een stripboek over haar promotieonderzoek. Haar boek Het grote TOS mysterie legt haar onderzoek over taalontwikkelingsstoornis (TOS) uit aan kinderen. Hoe maak je nu zo’n stripboek van je promotie?

Jeroen, Amir en Naomi spelen met een bal, tot die door het raam van taalwetenschapper Roos gaat. ‘Geeft niks’ zegt Roos, ‘er is alleen een alien op de grond gevallen’. Dat trekt de aandacht van de kinderen, en even later staan ze in de werkkamer van Roos. Roos, een alter ego van Lammertink, doet onderzoek naar taal. Er zitten namelijk patronen in taal die kinderen al van jongs af aan herkennen. ‘Franse baby’s huilen omhoog, en Duitse baby’s huilen omlaag,’ vertelt Roos. Ze legt uit dat de aliens en robot Appie haar daarbij helpen. Zo spreekt de robotaap een geheimtaal met zinnen als: ‘TEP PALTI LUT’. Roos laat de kinderen luisteren om te zien of ze er een patroon in herkennen. Jeroen, die TOS heeft, herkent de patronen niet. Maar hij herkent deze wel als Roos de patronen visueel maakt met aliens.

Zo vertelt het stripboek van Lammertink de belangrijkste conclusies van haar promotieonderzoek: kinderen met TOS herkennen geen patronen in taal, maar wel in beelden.

Foto: Patricia Manko
Imme Lammertink

Na je promotie in juni 2020 heb je ook nog een stripboek over je promotie gemaakt. Waar kwam die motivatie vandaan, en wat hoop je ermee te bereiken?
‘Ik was altijd al geïnteresseerd in wetenschapscommunicatie. Ik heb meegedaan aan science battles, waarbij je in een kleine theatershow in tien minuten over je onderzoek vertelt. Ik wilde iets dat ook voor kinderen met en zonder TOS toegankelijk zou zijn. Voor kinderen met TOS is het fijner als er meer gevisualiseerd wordt, dus daar is het idee vandaan gekomen. Ik heb wel aan animaties gedacht, maar ik vond het ook leuk om iets fysieks te maken.

Op een gegeven moment kwam NWO (de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) met een Synergy Award voor promovendi die hun onderzoek naar een breder publiek willen vertalen. Dat was voor mij de aanleiding om mijn idee verder uit te werken. Mijn doel is om het uiteindelijk op scholen te krijgen, zowel speciaal als regulier onderwijs, om meer aandacht voor TOS te krijgen. In elke schoolklas zitten gemiddeld een of twee leerlingen met TOS. Anders dan bij dyslexie of ADHD is TOS nog niet zo bekend.’

Hoe spreekt iemand met TOS?
‘Dat kan verschillen. Kinderen hebben vaak moeite met de grammatica van taal, en maken bijvoorbeeld zinnen als “hij loop”. Andere kinderen hebben moeite met de uitspraak en verwisselen klanken, weer anderen hebben moeite de juiste woorden te vinden. Dat hoeft niet altijd direct op te vallen, omdat kinderen ook wat stiller kunnen worden. In het stripboek zitten een aantal voorbeelden waarbij het overduidelijk is dat het jongetje Jeroen moeite heeft met taal. In het echte leven is het vaak wel wat subtieler. Toch blijft het voor kinderen met TOS een grote uitdaging omdat ze moeilijk meekomen.’

‘Ik kan zelf totaal niet tekenen’

Heb je erover nagedacht om het zelf te tekenen?
Lachend. ‘Ik kan zelf totaal niet tekenen, dus nee. Ik heb illustrator Wouter Goudswaard via internet gevonden, zijn portfolio en tekenstijl spraken me aan. Ik heb de Nederlandse samenvatting van mijn proefschrift opgestuurd, het lekenpraatje en de visuele samenvatting die ik van mijn proefschrift heb laten maken. Toen is hij aan de slag gegaan met een verhaal. Ik vond het eigenlijk heel leuk om te zien wat iemand zonder achtergrond in de taalwetenschap ervan zou maken.’

 

Hoe lang heeft het maken van het stripboek geduurd?
‘Het heeft vooral veel tijd gekost omdat ik geld nodig had om het te maken. Het kostte ons 5.000 euro, nog zonder de drukkosten. De Synergy Award ging uiteindelijk naar een ander project, en dus moest ik moest op zoek naar andere financiering. Gelukkig had mijn promotor Judith Rispens nog wat geld over vanuit haar Vidi-beurs. Daarnaast won ik 2022 een prijs voor het beste proefschrift vanuit de landelijke onderzoeksschool taalwetenschap, en zo hadden we voldoende geld bij elkaar. Toen we in januari 2021 de financiën eenmaal rond hadden heeft het nog een jaar geduurd. We hebben overwogen het via crowdfunding uit te geven, maar uiteindelijk vonden we een uitgever in december. Toen is het heel snel gegaan, 15 januari was de eerste druk er.’

 

En nu ligt het in de boekhandel?
‘Ja, het boek is al te vinden bij verschillende boekwinkels en kinderboekwinkels. Het is ook online te bestellen bij de lokale boekhandel en via de uitgever.’

‘Van logopedisten uit het speciaal onderwijs heb ik al berichten gehoord dat ze het met kinderen met TOS lezen’
Foto: Wouter Goudswaard
Beeld uit stripboek 'Het grote TOS mysterie'

De taalwetenschap komt ook duidelijk naar voren in het boek.
‘Dat is een van de dingen die ik zelf leuk vind, en daarmee onderscheidt het boek zich van andere prentenboeken over TOS die de laatste tijd zijn verschenen. Ik vind het ook leuk om kinderen te laten zien dat je onderzoek kunt doen naar taal, want daar kwam ik zelf pas achter tijdens mijn studie Nederlands.’

 

Is het een handelsmerk geworden om je onderzoek met plaatjes uit te leggen?
‘Ja, ik vond het maken van het stripboek zelf echt ontzettend leuk om te doen ik wil daar wel mee doorgaan.Van logopedisten uit het speciaal onderwijs heb ik al berichten gehoord dat ze het met kinderen met TOS lezen, om het gesprek op gang te brengen. Ook vanuit de onderzoekswereld zijn er enthousiaste reacties. Ik zou het heel fijn vinden als het een steentje bijdraagt aan bekendheid voor TOS.’

Lees meer over