Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Anna Biasoli (Unsplash)
wetenschap

‘Ik denk dat we tegenwoordig geen belevingen meer hebben zonder sociale media’

Irene Schoenmacker,
30 november 2021 - 14:19

Even een Instagram-story tijdens de Pride, of een snelle selfie bij Serious Request: sociale media zijn bij evenementen niet meer weg te denken. Vrijdag promoveert Esther Hammelburg op het onderwerp. ‘Als je niet via sociale media laat weten dat je ergens bent, dan ben je er maar half.’

‘Zonder beelden zou ik echt veel moeilijker kunnen omschrijven hoe het voor mij was’. Dat zegt een bezoeker van Oerol in het proefschrift van media-onderzoeker Esther Hammelburg. Door sociale media ervaren we sterker dat we ergens bij zijn, dat is de kern van de uitkomsten uit haar onderzoek. ‘Sterker nog, ik denk dat we tegenwoordig geen belevingen meer hebben zónder media,’ aldus Hammelburg.

Foto: Christa Romp

Ze interviewde voor haar proefschrift 379 bezoekers van de Pride Amsterdam, 3FM Serious Request en festival Oerol en analyseerde duizenden Instagramfoto’s. Volgens Hammelburg geeft haar proefschrift de impact van ‘medialisering’ op evenementen goed weer. Ook heeft ze het over hoe anders we tegenwoordig samenkomen: via app-groepen, live-televisieoptredens en Instagram-hashtags, bijvoorbeeld.

 

Waarom maken we die video’s en filmpjes eigenlijk?

‘We willen met die beelden laten zien: we zijn hier nu aanwezig. Niet alleen voor onszelf, ter herinnering, maar ook voor anderen. De beleving is niet meer volledig zonder de foto’s of video’s. Ik sprak iemand die tijdens de Pride op een boot stond in de parade door de grachten: hét beeld dat we van de Pride hebben. Diegene zei, als ik nu geen foto’s of video’s had van dat moment, had ik toch het idee minder aanwezig te zijn geweest.’

 

‘We leven in een hybride wereld: je bent aanwezig in de fysieke wereld, maar ook in de online wereld. Als je niet laat weten dat je ergens bent, dan ben je er maar half. Dat “ergens zijn” is ook niet alleen bepaald door fysieke aanwezigheid: met een selfie op een balkon met een regenboogvlaggetje erbij schrijf je jezelf als het ware in het evenement. We willen de beleving van een moment delen, via bijvoorbeeld Snapchat en stories op Instagram, en laten zien: ik ben hier nu, live aanwezig. Of we maken foto’s van de plek zoals we die later willen herinneren. Denk aan de mooie landschapsfoto’s van Oerol op Terschelling, met mensen in de duinen bijvoorbeeld.’

‘Van de 379 mensen die ik heb gesproken voor mijn proefschrift, maakte er een iemand geen foto's of video's tijdens het evenement’

Voor wie maken we de foto’s? Voor onszelf of voor de ander, om onszelf te profileren?

‘Allebei, denk ik. Sociale media hebben het concept van samenzijn veranderd: de online omgeving zorgt ervoor dat opa’s en oma’s, ouders en vrienden kunnen meedelen. Bovendien faciliteren foto’s en video’s ook gesprekken. Zo zei een meisje op Oerol dat door haar Snapchats en Instagram-stories ze op school de week erna leuke gespreksonderwerpen had. Het gaat dus niet alleen maar om jezelf promoten, hoewel het versterken van je sociale identiteit ook aanwezig is. Met het regenboogvlaggetje laat je zien dat je lgbthiq-rechten belangrijk vindt, met foto’s van Oerol toon je dat je een theaterliefhebber bent.’

 

Kun je nog wel echt genieten van zo’n festival als je steeds op je schermpje tuurt?

‘Goede vraag. Het is bij mensen wel een soort worsteling. Ik zag bij het Glazen Huis mensen filmen, en dan langs hun camera kijken naar wat er gaande is om toch het live-moment niet te missen. Zo’n schermpje zit dan een beetje in de weg, maar zonder die ene foto of video voelt de beleving toch niet helemaal compleet. Het verschuift ook langzaam. Er zijn nog heel weinig mensen die geen foto’s maken. Van de 379 mensen die ik heb gesproken was dat er maar één, een jongen van rond de dertig. Hij had bewust geen smartphone en liep met een notitieblokje rond om zijn herinneringen vast te leggen van Oerol.’

Foto: Mockup Designs
Proefschrift Hammelburg

U schrijft: ‘Ook toont het onderzoek hoe ons mediagebruik beïnvloedt hoe we samenzijn beleven: we komen samen in app-groepen, via live televisie-uitzendingen, of door Instagram-hashtags.’ Wat voor consequenties heeft dit voor het echte, fysieke leven?

‘Veel van deze media bestaan nog niet zo lang. Je merkt, zeker bij jongeren, dat het ook alweer normaler wordt om je telefoon in je tas te laten bij etentjes. Door het coronavirus zijn we voornamelijk samen geweest via sociale media en ik merk dat daardoor de fysieke ervaring weer meer wordt gewaardeerd. Toen ik tijdens mijn proefschrift over het Glazen Huis schreef en hoe mensen zeiden de dj’s in het echt gezien te hebben, bedacht ik: zoiets zou je in principe nooit over je moeder of collega’s zeggen. Maar misschien door het virus juist wel: ik was echt op mijn werk vandaag. Dit heb ik overigens niet onderzocht, maar het is wel wat ik vanuit mijn omgeving hoor, dat het heerlijk was dat we weer ergens fysiek konden zijn na zoveel maanden van online.’

 

Aan de andere kant worden sociale media ook bekritiseerd omdat altijd alleen het leuke, het perfecte wordt getoond. Moeten we niet wat minderen met selfies en video’s?

‘Ik weet wel dat daar onderzoek naar wordt gedaan en zorgen over zijn, maar mijn onderzoek gaat daar niet over. Ik ben over het algemeen niet zo van het opgestoken vingertje. Ik kan me voorstellen dat net zoals je niet de deur uit gaat zonder je haar te kammen en eventueel lippenstift op te doen, dat je ook niet zo op Facebook wil worden vertoond. Mensen vinden het vooral leuk om te laten zien wat ze hebben beleefd, denk ik. Bovendien weet iedereen dat foto’s op Instagram erg gestileerd zijn. Ik zie ook daar een tegenbeweging, net als in de jaren negentig in film en televisie. Toen ontstond er ook reality-televisie en dogma-films, zonder kunstlicht en rauw beeld, als reactie op het gepolijste televisie- en filmbeeld. De stories op Instagram en de snapchats tonen dat ook: die laten meer een vluchtige, realistische momentopname zien.’

U stelt in uw proefschrift dat social mediagebruik ook kansen biedt voor de evenementensector. Op welke manier?

‘We zien door corona dat er veel hybride evenementen zijn ontstaan. Ik sprak iemand die regisseur was bij een festival in de EffenaarDe Effenaar is een poppodium in Eindhoven. tijdens de lockdown. Gericht op een niche in de rockmuziek zou dit festival fysiek een beperkt publiek trekken, maar dit werd online verbreed en ineens kwamen er mensen van over de hele wereld op af. Maar er kan nog veel beter. Vaak zien we dat er een live-evenement is met een camera die een registratie streamt. Dat is voor kijkers niet heel boeiend. Er wordt soms te weinig aandacht besteed aan de fysieke plek waar de persoon zich bevindt. Serious Request doet dat heel goed: door thuis op de bank onder een dekentje te kijken kun je ín het glazen huis komen, en de emoties van de dj’s meebeleven. Ga je naar het plein toe waar het huis staat, dan heb je een hele andere beleving en vier je daar een feestje met de andere bezoekers. Evenementen kunnen bovendien beter nadenken hoe ze de grote stroom van video’s en foto’s die andere mensen produceren kunnen inzetten, zodat het nog meer een gezamenlijke beleving wordt.’

 

Esther Hammelburg hoopt vrijdag 3 december om 11.00 uur te promoveren op haar proefschrift ‘How liveness is realized through media use at contemporary cultural events’. De verdediging is live via deze link te volgen.