Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Collectie STAM Museum Gent
wetenschap

UvA-historicus: pestmaatregelen in de middeleeuwen lijken veel op coronamaatregelen nu

Sija van den Beukel,
24 november 2021 - 14:45
Deel op

Het idee dat mensen in de middeleeuwen altijd maar in smerigheid leefden en dat ze dat ook helemaal niet erg vonden klopt niet, ontdekte UvA-historicus Janna Coomans. In haar recent verschenen boek over volksgezondheid in de middeleeuwen beschrijft ze wat werd gedaan om het volk gezond te houden en hoe epidemieën zoals de pest werden bestreden.

Heeft de pandemie invloed gehad op het schrijven van je boek?

‘Het boek komt voort uit mijn promotieonderzoek dat ik afsloot in 2018. Uit mijn onderzoek in de lokale Nederlandse en Vlaamse stadsarchieven ontstond het beeld dat in de middeleeuwen wel degelijk veel werd gedaan om de stad schoon te houden. Terwijl vaak wordt gedacht dat mensen in de middeleeuwen altijd maar in smerigheid leefden en dat ze dat helemaal niet erg vonden. Ik begon aan het boek voor de pandemie en gaandeweg heb ik er een hoofdstuk aan toegevoegd over de pest. De pest is een veel dodelijker ziekte, een bacterie en geen virus, maar het is wel een treffende parallel met deze tijd.’

Foto: Universiteit van Amsterdam
Janna Coomans

Hoe vies was het in de middeleeuwen?

‘Het blijft moeilijk te reconstrueren hoe vies het nu echt was, maar er werden allerlei dingen ondernomen om de stad schoon te houden. Straten werden geplaveid en geveegd, de meeste steden hadden een schoonmaker in dienst, er waren regels over wie waar vuilnis mocht neerleggen en ophalen, de toevoer van schoon water en afvoer van vuil water was vaak gereguleerd. Rioleringen en waterzuiveringsinstallaties waren er niet, die kwamen pas na 1900  – daarvoor leidden riolen direct naar waterwegen. Daarnaast was er de beerput, een container in de grond waar de vloeistoffen uitlekten en een dichte massa overbleef die eens in de zoveel tijd geleegd moest worden. Dat was niet centraal geregeld door de gemeente maar er was een handeltje in, want uitwerpselen konden op het land gebruikt worden. Er werd ongelofelijk veel hergebruikt, iets wat we nu een circulaire economie zouden noemen. Daartegenover stond dat veel productie in de stad plaatsvond, denk aan een leerlooierij of slagerij.’

Dat klinkt toch alsof steden in Nederland nu schoner zijn dan in de middeleeuwen.

‘Dat is ook zeker het geval, maar een van de belangrijkste ontdekkingen in mijn boek is dat het beeld dat de middeleeuwen het allerviest waren, en dat het door de eeuwen heen langzaam beter is geworden, niet klopt. Sowieso kan dat per stad of regio verschillen, maar het belangrijkste is dat dit proces in golfbewegingen gaat. De industriële revolutie rond de 18e en 19e eeuw was een problematischere tijd op het gebied van publieke hygiëne en gezondheid dan de late middeleeuwen. Dat blijkt uit archeologisch onderzoek: als je skeletten meet van toen, zijn de mensen in de 18e eeuw gemiddeld kleiner dan middeleeuwers. De leefomstandigheden, zoals het werken in fabrieken, waren slechter. Heel lang was er een overwinningsverhaal rondom het idee dat we steeds meer zijn gaan begrijpen over ziekten en gezondheid. Nu met klimaatverandering en de pandemie is de aanname dat alles beter wordt wel onderuitgehaald. We leken vergeten te zijn hoe we om moeten gaan met een pandemie.’

‘Mensen die in contact waren geweest met iemand met de pest, mochten alleen naar buiten met een witte stok van zo’n anderhalve meter om afstand te houden’

Hoe zat het ook alweer met de pestpandemie?

‘Er zijn drie grote pestpandemieën geweest. De eerste was in de 6e eeuw, de tweede in Europa tussen 1347-1353, ook wel de Zwarte Dood genoemd. Tijdens de eerste golf van de tweede pandemie, die een paar jaar duurde, is naar schatting dertig procent tot de helft van de Europese bevolking overleden. In het begin was er een enorme paniekreactie, lokaal werden allerlei zondebokken aangewezen, bedelaars, leprozen, de Joodse gemeenschap. Er was religieus extremisme, mensen die zich gingen geselen in de straten. Maar de driehonderd jaar die daarop volgden bleef de pest terugkomen, in Nederland tot 1670. Er werd een standaardpakket aan maatregelen in het leven geroepen dat veel overeenkomsten vertoonde met het maatregelenpakket tegen het coronavirus, waaronder quarantaine van huishoudens. Huizen waar de pest rondging moesten gemarkeerd worden met een bos stro. In die tijd dacht men nog niet in termen van bacteriën, maar associeerden ze stank en bedorven lucht met de ziekte. De straten en waterwegen werden extra goed schoongehouden. Huisgenoten en premoderne ‘zorgmedewerkers’ van onder andere kloosterordes, die in contact waren geweest met besmette mensen, mochten alleen naar buiten met een witte stok van zo’n anderhalve meter om afstand te houden. Die maatregelen lijken verrassend veel op de maatregelen van nu.’

Foto: Gilles Li Muisit
Begrafenis van de pestdoden in Doornik (1348)

En werkten die maatregelen?

‘Uiteindelijk bepaalt vooral handhaving en bereidheid van mensen om regels te gehoorzamen hoe succesvol je een pandemie kunt bestrijden. De wetenschappelijke kennis is daar maar een heel klein onderdeel van. In de praktijk zijn er zoveel belangen, cultureel, economisch, politiek, sociaal... Dat zou je ook in de geschiedenis moeten teruglezen. Er is best lang een beetje laagdunkend gedaan over hoe de pest werd bestreden. Er werd gezegd: ‘ze snapten het gewoon niet goed genoeg, ze hadden geen idee’. Ik ben benieuwd hoe we over een paar decennia terugkijken op hoe we het nu doen. Dan stellen we misschien vragen als: waarom mochten ze wel met het vliegtuig naar Mallorca, maar niet naar het theater?’

 

Wat is uiteindelijk de sleutel geweest voor het uitdoven van de pest?

‘Ik krijg het idee dat er nog geen goede verklaring is voor waarom de pest uiteindelijk uit Europa is verdwenen tussen 1750 en 1850. De verklaring is dat de leefomstandigheden beter werden en de pest uitdoofde. Maar ik denk dat de leefomstandigheden in 1670 helemaal niet zoveel beter waren dan in 1400.’

 

Wat is volgens jou de verklaring?
‘Er zijn puur biologische verklaringen: wanneer bacteriën geen gastheer meer kunnen vinden, dooft het uit. Maar misschien is het helemaal niet zo gek om te denken dat hun pakket aan maatregelen met isolatie en quarantaine wel degelijk efficiënt is geweest. Ik weet van de late periode tussen 1750 en 1850 niet zoveel, maar ik denk dat het een hele interessante vraag is wat de sleutel tot succes is geweest. Zeker nu blijkt dat vaccineren het ook niet helemaal voor elkaar kan krijgen, ook omdat het sociaal en cultureel gevoelig kan liggen.’

‘Er was in de middeleeuwen geen wifi, dus zes weken quarantaine moet echt ongelofelijk saai zijn geweest.’

Coronamoeheid, wij hebben het al na twee jaar. Bestond er ook pestmoeheid?

‘Er is een mooi recent boek van John Henderson over de epidemie in Florence in 1630, daarin worden een aantal voorbeelden beschreven van mensen die weten dat ze in quarantaine moeten, maar nog snel even bij iemand anders intrekken, puur omdat ze niet zes weken lang in hun eentje in een huis opgesloten willen zitten. Er was geen wifi, dus het moet echt ongelofelijk saai zijn geweest.’

 

Voor wie is jouw boek bedoeld?

‘Het boek is bedoeld voor een academisch publiek. Het is de eerste studie naar de publieke gezondheid in de late middeleeuwen in Nederland. De afgelopen zes jaar zijn er al boeken verschenen over dit onderwerp in Italië en Engeland. Het idee dat je de publieke gezondheid kunt onderzoeken in de middeleeuwen is vrij nieuw. Ik hoop dat studenten het ook goed kunnen lezen en dat veel onderwerpen ook voor hen interessant zijn.’

 

Lees hier meer over het boek van Janna Coomans: Community, Urban Health and Environment in the Late Medieval Low Countries.