Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Little plant (Unsplash)
wetenschap

‘Ingenieurs willen problemen oplossen, dat is goed. Maar er zijn ook dingen te leren van de boeren’

Sija van den Beukel,
23 november 2021 - 15:30

Achter de mango’s in de schappen van de Albert Heijn, schuilt een enorm watertekort in de droge exportlanden zoals Peru. De moderne oplossingen om water te besparen bieden weinig ruimte voor de traditionele irrigatiemethoden van kleine boeren, ziet UvA-antropologe Carolina Domínguez Guzmán.

Waar komen mango’s vandaan?
‘Het grootste deel van de mango’s in Nederland komen uit Brazilië, Mexico en Peru. In Peru zijn er drie valleien aan de woestijnkust, waaronder de Motupe-vallei waar ik mijn onderzoek deed. De handel is in handen van grootschalige exportbedrijven, terwijl meer dan de helft van de mangoproductie in Peru juist in handen is van kleine boeren die vaak maar drie hectaren land hebben. Peru heeft gemiddeld de kleinste perceelgrootte voor mango-export in Latijns-Amerika.’

Foto: Carolina Domínguez Guzmán

Hoe kwam je op het onderzoek?

‘Ik maakte deel uit van een onderzoeksproject, gefinancierd door wetenschapsfinancier NWO, over de lokale strijd van kleine boeren door de groeiende watercrisis als gevolg van de intensieve export. Toen ik veldwerk ging doen, realiseerde ik me dat om de complexiteit van de irrigatie aan te pakken, ik methodes moest gebruiken die het mogelijk maken om over water en kleine boeren te schrijven op een manier die hun realiteiten niet reduceert tot sociaalwetenschappelijke dualistisch denken, zoals de winnaars of de verliezers, of door dominante techno-wetenschappelijke verhalen die technologie zien als de enige logische manier om ontwikkeling om duurzaamheid te begrijpen. Zo ontdekte ik bijvoorbeeld dat veel wateronderzoek zich richt op waterefficiëntie en waterproductiviteit. Maar die begrippen betekenen voor kleine boeren in landen zoals Peru iets anders.’

 

Wat wordt verstaan onder waterefficiëntie en waterproductiviteit?
‘De water foodprint assessment, meet de hoeveelheid water die nodig is voor de productie van goederen en diensten. Dat kunnen mango’s zijn, kledingstukken, maar ook bedrijven en landen. Die voetafdruk is bedoeld om bewustzijn te creëren bij bijvoorbeeld consumenten in Nederland, voor de hoeveelheid water die wordt gebruikt. Maar kwantificatie is niet de enige manier om te kijken naar hoe je water bespaart. Deze kwantificerende methode lijkt lijnrecht te staat tegenover hoe boeren denken over verstandig watergebruik. Zij overstromen hun velden met water, zoals bij rijstvelden. Deze bassins heten poza’s, die kenmerkend zijn voor de Motupe-vallei, waarbij in één poza verschillende soorten gewassen worden verbouwd. Lokale ingenieurs zien dit als waterverspilling en dwingen mangoplantages om gebruik maken van druppelirrigatie, een waterzuinige methode waar via leidingen elke boom apart water krijgt.’

Foto: Carolina Dominguez Guzman
Poza, bassin gevuld met water.

Waarom zijn de poza’s geen waterverspilling?
‘Al generaties lang worden hele droge seizoenen met hele natte afgewisseld door het natuurverschijnsel El Niño. Door de velden te overstromen, wordt ook het grondwater aangevuld. De wortels van de mangobomen gaan zo diep dat ze uit het grondwater kunnen putten in droge jaren. Door meerdere gewassen te groeien in de poza’s is de biodiversiteit hoger. Daarnaast verwelkomen de boeren het modderige water dat uit de rivier de Andes komt. Sommige boeren zeggen dat het water voedzamer is voor de bomen, omdat het minderalen en sedimenten bevat. Voor de druppelirrigatie moet het water juist heel schoon zijn, omdat anders de leidingen verstopt raken. Mijn punt, en volgens mij ook dat van de boeren, is dat de poza’s efficiënt zijn op hun eigen manier, die je niet alleen kunt beschrijven met een kwantitatief systeem als de water foodprint. Ik wil daar ruimte voor maken met mijn onderzoek. Op dit moment komen ingenieurs de boeren vertellen hoe ze hun mango’s moeten verbouwen. Ze moedigen een monocultuur aan, en kleine bomen die in rijen vlak naast elkaar worden geplant. Dat is anders dan hoe de boeren het nu doen, zij geven de voorkeur aan hoge bomen met diepe wortels, die bij het grondwaterwater kunnen dankzij de poza’s. Die bomen hebben het meeste kans hebben om te overleven in de woestijngrond. Ingenieurs willen problemen oplossen, dat is goed. Maar er zijn ook dingen te leren van boeren - die serieus moeten worden genomen.’

‘Een goeie mango heeft mooie ‘schouders’’

Je schrijft in je proefschrift over het puur moderne en het puur traditionele, en dat juist de mix een verrijking kan zijn voor wateronderzoek. Hoe bedoel je dat?
‘De kleine ‘traditionele’ boeren maken mango’s die kunnen concurreren met de kwaliteit die je kunt vinden in de Albert Heijn. Een gave mango, met een rode kleur en mooie ‘schouders’, zo noemen we de vorm van de mango. Dat is toch boeiend, hoe de boeren dat met traditionele methoden voor elkaar krijgen om een mango te produceren die in een moderne supermarkt past. Mango’s hebben de mensen in de Motupe-vallei ook geholpen een inkomen te krijgen. In 2000, toen de export van mango’s op gang kwam, begon iedereen mango’s te verbouwen. Ook boeren die geen rechten hadden op het gereguleerde irrigatiewater, begonnen illegaal mangostekjes op te kweken en reisden kilometers om aan water te komen. Wanneer de bomen groot waren, kregen ze de waterrechten wel, omdat ze eigenaar waren van een mangoplantage. Wat ik laat zien in het proefschrift is dat er geen puur modern is en geen puur traditioneel, maar dat het altijd een mix is. Het is de uitdaging voor wateronderzoekers om deze complexiteit te omarmen en meer ruimte te creëren voor de verhalen en werkelijkheden die nu over het hoofd worden gezien.’

Wat zie jij als een oplossing?

‘Als sociale wetenschappers, moeten we de complexiteit van wat voor probleem dan ook niet uit de weg gaan. In mijn gesprekken met waterwetenschappers, lokale ingenieurs, boeren en de bazen van exportbedrijven merkte ik dat mensen vaak dezelfde term gebruiken terwijl ze naar verschillende dingen verwijzen, zoals met waterefficiëntie en -productiviteit. Deze dubbelzinnigheden geven ons een idee hoe we kunnen leren om te gaan met diversiteit en de verschillen te waarderen. We moeten de snelheid verminderen waarmee nieuwe concepten en technieken worden toegepast in landbouwgebieden zoals de Motupe-vallei.’

 

Carolina Guzman hoopt op 24 november te promoveren op haar proefschrift ‘Doing Irrigation in a Non-modern World: Techno- and water-diversity in the mango orchards of Northern Peru’. De promotie begint om 16.00 uur en vindt plaats in de Aula, Oude Lutherse kerk.

Lees meer over