Deze dagen zou je het niet zeggen, maar Nederland heeft de afgelopen jaren door klimaatverandering te kampen gehad met warme en droge zomers. Het vooruitzicht is dat dit vaker gaat gebeuren. Aardwetenschapper Franciska de Vries onderzoekt de effecten van klimaatverandering op ecoystemen en de bodem uit. ‘Het allerbelangrijkste is goed bodembeheer.’
Waar doet u precies onderzoek naar?
‘Ik doe onderzoek naar de belangrijkste patronen in de bodem en hoe we kunnen voorspellen hoe verschillende systemen reageren op droogte. Ik kijk ook naar hoe we die informatie kunnen gebruiken om ecosystemen weerbaarder te maken tegen verstoringen veroorzaakt door klimaatverandering.
De afgelopen jaren heeft droogte als gevolg van klimaatverandering bovenaan de agenda gestaan omdat we een aantal droge en warme zomers achter de rug hebben gehad. Het vooruitzicht is dat het verder gaat toenemen.
Ik ben nu bezig met een netwerk van droogte-experimenten op de Veluwe. Dit gebied bestaat uit hoge zandgronden waar veel droogte is omdat het grondwater laag staat en de bodem niet veel water kan vasthouden. Daar kijken we naar wat er gebeurt met de planten en wat die veranderingen doen met de bodem. We observeren welke planten de winnaars en verliezers zijn na een periode van droogte. Met deze kennis kan het bodembeheer worden aangepast. In landbouwsystemen geldt hetzelfde: als men beter begrijpt waarom verschillende bodems met uiteenlopende materie en gewassen op een bepaalde manier reageren op droogte, dan kan het systeem daarop worden aangepast.’
Wat voor effect heeft droogte op ecosystemen?
‘Wanneer het een lange tijd niet regent, stoppen de planten met groeien en gaan ze uiteindelijk dood. Dat is duidelijk te zien aan hun bruine kleur maar ook ondergronds gebeurt er van alles. Planten nemen met hun wortels vooral water op uit de bodem en werken samen met micro-organismen die de voedingsstoffen beschikbaar maken voor de planten. Bij droogte staat dit proces helemaal stil: alles wordt inactief. De organismen in de bodem gaan ook dood. Dit is van toepassing op alle ecosystemen: de landbouw heeft veel last van droogte en ook de natuur merkt de effecten ervan.’
‘Als het na een lange periode van droogte weer gaat regenen, komen de processen pas op gang. De organismen die inactief of dood zijn gegaan tijdens de droogte kunnen worden dan opgeruimd door de regen. Dit is een grote stress voor de bodem doordat er in één keer veel CO2 en stikstof vrijkomt.’
Wat gebeurt er met de bodem wanneer er veel stikstof vrijkomt?
‘Het ecosysteem verandert wanneer het chronisch verrijkt wordt met stikstof door depositie of mest. De planten in het systeem en de micro-organismen in de bodem passen zich aan op de grote hoeveelheden stikstof. Daardoor ontstaan er snelgroeiende organismen en planten zoals brandnetels die andere planten weliswaar verdringen. Deze planten en organismen kunnen namelijk beter tegen de droogte. In dat geval is de natuurkwaliteit al niet goed vanwege stikstofdepositie, en de bodem is hierdoor ook minder goed bestand tegen de droogte.’
Hoe kun je dat proces tegengaan?
‘Het is belangrijk dat we ervoor zorgen dat de natuur veerkrachtig wordt gemaakt tegen klimaatverandering. Daarbij moeten we kijken naar alle verstoringen die de veerkrachtigheid van de natuur beïnvloeden zoals stikstofdepositie.’
‘Het allerbelangrijkste bij landbouwgronden is goed bodembeheer, het optimaliseren van organisch stof in de bodem en ervoor zorgen dat er geen tekorten ontstaan. Organische stof is een van de belangrijkste bodemeigenschappen in landbouwgronden. Het zijn oude plantenresten die voornamelijk in landbouw-, klei- of veenbodems zitten en die zijn enorm belangrijk voor het functioneren van de bodem. In het geval van landbouwsystemen wordt organisch materiaal vaak weggehaald door het oogsten van producten en maaien van gras. Daardoor kan het materiaal niet in de bodem terechtkomen.’
‘Om dat op te lossen kan je bijvoorbeeld de grond bemesten met organische mest of andere gewassen laten groeien tijdens periodes waar de gronden normaal kaal zijn. Dan ploeg je bijvoorbeeld of laat je de gewasresten liggen. Het gebruik van vanggewassen of minder diep ploegen en meer biodiversiteit creëren in het grasland dragen allemaal bij aan goed bodembeheer en het op peil houden van organische stof.’