Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Fakurian Design (Unsplash)
wetenschap

Volgens deze UvA-hoogleraar gaat bewustzijn over meer dan hersencellen

Marleen Hoebe,
26 mei 2021 - 07:08

Zullen we ooit een antwoord vinden op de vraag wat bewustzijn precies is? Volgens UvA–hoogleraar Cyriel Pennartz wel. In zijn boek De code van het bewustzijn laat hij zien wat de wetenschap tot nu toe weet en hoe onderzoek ons dichter bij het antwoord gaat brengen. Ook gaat hij in tegen de opvatting dat bewustzijn niet verder gaat dan hersencellen, moleculen en elektrische signalen.

Cyriel Pennartz, hoogleraar cognitie en neurowetenschappen, denkt al bijna veertig jaar na over bewustzijn. Dat hij niet de enige is die zich hier mee bezighoudt, blijkt wel uit de vele onderzoeken die hij bespreekt in zijn boek De code van het bewustzijn. ‘Er is een hoop te vertellen over bewustzijn.’

Foto: Cyriel Pennartz

Waarom denkt u dat bewustzijn verder gaat dan onze hersencellen?
‘Een bewuste ervaring zie ik zelf als een zintuiglijk rijk en situationeel overzicht van de wereld om ons heen, met ons lijf er middenin. Zonder bewustzijn zouden we zombies zijn en geen plezier of pijn beleven. Dat rijke overzicht berust uiteindelijk wel op stroomstootjes in onze hersenen, maar die voelen we niet. Toch kunnen we kleuren zien. Dat komt doordat onze hersenen van elektrische signalen chocola weten te maken.’

 

Maar hoe komen we er dan achter wat bewustzijn is?
‘Via hersenonderzoek bij mensen en dieren kunnen we meer te weten komen. Sommige patiënten hebben bijvoorbeeld uitval van specifieke hersengebieden waardoor ze geen beweging meer kunnen waarnemen of bepaalde vormen niet kunnen observeren of geen kleuren kunnen zien. Hierdoor krijgen we meer informatie over hoe bepaalde hersengebieden werken en met elkaar interacteren, en komen we een stapje verder in het onderzoek naar bewustzijn.
Via computermodellen kunnen we ook een hoop te weten komen. Modellen waarvan we veel kunnen leren, noemen we voorspellend coderen. Daarmee is het onder meer mogelijk om na te bootsen wat er in onze hersenen gebeurt met zintuiglijke prikkels, zoals informatie die via ons netvlies binnenkomt. Zo leren we langzaam begrijpen hoe de hersenen een representatie, ofwel een intern model, van de wereld maken.’

‘Bij bewustzijn gaat het niet alleen om een neurowetenschappelijke vraag, maar ook een filosofische, psychologische en zelfs een juridische vraag’

In uw boek noemt u verschillende klinische voorbeelden die ons meer informatie kunnen geven over wat bewustzijn precies inhoudt. Welk voorbeeld vindt u het beste?
‘Een voorbeeld dat goed illustreert dat bewustzijn een functie heeft, is het syndroom van Anton. Patiënten met dit syndroom zijn bijvoorbeeld blind, maar geloven zelf niet dat ze blind zijn. Ze zien namelijk wel beelden, maar dat zijn hallucinaties. Zelf hebben ze dat niet door. Ze verzinnen verhalen over waarom ze zich telkens aan meubels stoten. Dit voorbeeld laat duidelijk zien dat gezond bewustzijn ons informatie geeft over onze omgeving, waardoor we in staat zijn om complexe handelingen uit te voeren. Ik en collega’s proberen aan de hand van voorspellend coderen te verklaren waarom het syndroom van Anton zo werkt. Het lijkt er sterk op dat patiënten nog wat ruis binnenkrijgen en ze daar zinnige interpretaties van proberen te maken, waardoor ze hallucineren.
Een ander goed voorbeeld van bewustzijn is te zien bij het syndroom van Bonnet. Dit ontstaat vaak bij een oogziekte waarbij mensen ook hallucinaties zien, zoals voorwerpen uit Egyptische piramides en graftombes, of kleine mensjes. Vaak hebben deze patiënten wel door dat ze hallucineren. Ze proberen via hun andere zintuigen, zoals tast, deze hallucinaties te falsificeren. Dat gebeurt onder andere als ze een gehallucineerd voorwerp proberen te pakken, maar niks voelen als ze daarnaar grijpen.’

 

Hoe ver is de wetenschap met de computermodellen die bewustzijn onderzoeken?
‘Die zijn nog vrij primitief. Dit komt niet doordat ze niet genoeg rekenkracht hebben. Wetenschappers moeten vooral nog meer onderzoek doen naar de hersenen. Ze moeten meer gegevens verzamelen en nadenken over hoe de modellen beter kunnen worden, waardoor die nog beter hersenprocessen kunnen nabootsen. Dat betekent dat wetenschappers heel multidisciplinair onderzoek moeten doen. Bij bewustzijn gaat het niet alleen om een neurowetenschappelijke vraag, maar bijvoorbeeld ook een filosofische, neurologische, psychologische en zelfs een juridische vraag.’

‘Ik zie geen principiële redenen waarom computers geen bewustzijn kunnen krijgen’

Wat bedoelt u met ‘juridisch’?
‘Denk bijvoorbeeld aan rechten voor robots. Robots met bewustzijn zullen rechten kunnen claimen. Die willen niet slaafs zijn of zomaar pijn lijden, maar ook leuke dingen doen. Het is belangrijk om het hier over te hebben. Er moet regels komen voor als de ontwikkeling snel gaat.’

 

Denkt u dat computers ooit een bewustzijn kunnen krijgen?
‘Ik zie geen principiële redenen waarom computers geen bewustzijn kunnen krijgen. Er bestaan neurochips die qua structuur enigszins lijken op de hersenen. Als we de hersenen goed genoeg weten na te bouwen moet het mogelijk zijn om bewustzijn te creëren. Daarvoor moeten we in de eerste plaats de hersenen nog beter leren kennen.
Nu staan computers nog heel ver af van natuurlijke cognitie. Op een plaatje waar een vliegtuig bijna ondersteboven hangt, zien wij mensen ogenblikkelijk dat het vliegtuig crasht. Deep learningDeep learning is een onderdeel van machine learning. Bij machine learning leren computers met behulp van algoritmen. Deep learning maakt dan weer gebruik van een specifiek model dat geïnspireerd is op hoe de hersenen informatie verwerken. computers maken ervan dat het vliegtuig aan het parkeren is. Ze hebben namelijk geen idee van zwaartekracht.’

Waaraan kunnen we zien of computers zich ergens van bewust zijn?
‘Daar bestaat nog geen vastomlijnde test voor. Maar in brede zin: je moet een robot door een computer laten besturen om te bekijken tot wat voor complexe handelingen die in staat is. Als je naar dieren kijkt, bijvoorbeeld kikkers, zie je dat hun handelingen niet complex zijn. Kikkers steken hun tong uit om een vlieg te vangen en doen dit zonder de hele omgeving in deze simpele handeling te betrekken. Daarvoor hebben ze geen bewustzijn, oftewel multizintuiglijk en ruimtelijk overzicht, nodig. Bij orka’s is dit anders. Zij werken samen wanneer ze op zeehonden jagen. Als een zeehond zich op een ijsschots bevindt, gaan de orka’s collectief met hun staartbewegingen golven maken waardoor de prooi uiteindelijk in het water belandt en ze die kunnen opvreten. Hiervoor moeten ze begrijpen waar de zeehond en hun eigen soortgenoten zitten en hoe ze samen voor synchrone staartbewegingen kunnen zorgen. Ze moeten zintuiglijke informatie integreren en een ruimtelijk beeld vormen van de omgeving om hen heen. Daar zijn complexe handelingen en dus bewustzijn voor nodig. Als een robot ook zulke handelingen over langere tijd en geïmproviseerd kan uitvoeren, zijn we aardig op weg naar een bewustzijn in computers.’

 

Het boek De code van het bewustzijn van Cyriel Pennartz is uitgegeven bij Uitgeverij Prometheus. De prijs van het boek is € 22,50 euro.