Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Privéarchief Dirk Roodzant
wetenschap

‘Laat de Nederlandse regering de Armeense genocide nu eens erkennen’

Dirk Wolthekker,
29 april 2021 - 09:41

De Zeeuws-Vlaamse geschiedenisdocent Dirk Roodzant promoveerde afgelopen vrijdag op een onderzoek naar de reacties van Nederland op de vervolgingen van de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk, waaruit onder meer het huidige Turkije voortkwam. ‘Het valt me tegen dat historicus Mark Rutte de genocide nog niet heeft erkend. Hopelijk gaat hij mijn boek lezen.’

Wie zich afvraagt of wat van regeringszijde tot op de dag van vandaag ‘de kwestie van de Armeense genocide’ wordt genoemd, eigenlijk wel een relevant historisch onderwerp is in Nederland, rolt direct de Nederlandse koloniale geschiedenis in. De sultan van het Ottomaanse Rijk beschouwde zichzelf als hoofd van alle moslims ter wereld, ‘dus ook van de veertig miljoen moslims in Nederlands-Indië,’ zegt promovendus Dirk Roodzant.

 

Daarmee is gelijk gezegd dat de ‘de Armeense gruwelen’, zoals Roodzant het noemt, voor de Nederlandse regering een delicate kwestie waren. Immers: zo geredeneerd waren niet alleen de Nederlanders de baas in de toenmalige kolonie, maar ook de Ottomanen. ‘De toenmalige Nederlandse ministers waren best nerveus over de Armeense kwestie,’ zegt Roodzant.

Foto: Privéarchief Dirk Roodzant
Dirk Roodzant

Vóór de Eerste Wereldoorlog had het neutrale Nederland dan ook de ervaren koloniaal bestuurder Louis Constant Westenenk, namens de grootmachten, naar Constantinopel gestuurd – het huidige Istanboel – om het bestuur in Armenië te hervormen. De Eerste Wereldoorlog bracht een einde aan de missie van Westenenk.

 

Eerst even voor wie niet weet wat de Armeense genocide is. Waar gaat het hier precies om?

‘We hebben het hier over de vervolging van en moord op de Armeniërs, een van de volken die leefden in het Ottomaanse Rijk. Er waren twee miljoen Armeniërs in het Ottomaanse Rijk vóór de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog waren er nog enkele honderdduizenden, waarvan de meesten ook nog verdreven of vermoord werden na zuiveringen tussen 1918 en 1922.

 

Het Ottomaanse Rijk was een multi-etnisch en multireligieus rijk dat zich uitstrekte van een groot deel van de Balkan en Zuidoost-Europa via het huidige Turkije tot aan Noord-Afrika en Iran. De Armeense gewesten maakten er deel vanuit. Ze liggen op de crossroads van verschillende continenten en invloedssferen. Het volk van de Armeniërs belijdt overwegend het christelijke, Armeens-orthodoxe of Gregoriaanse geloof, heeft een eigen geschiedenis en een eigen taal en schrift.

 

Bij de geleidelijke ontbinding van het Ottomaanse Rijk aan het eind van de negentiende eeuw ontstonden grote fricties door de centralisatiepolitiek van de sultan en de breekbare verhoudingen tussen de Koerdische leiders en de Armeense boeren, later ondersteund door de Armeense revolutionaire comités, die leidde tot hun vervolging en moord.’

 

U kiest voor een periode van iets meer dan dertig jaar: 1889-1923. Zo lang heeft die moordpartij geduurd?

‘Het gaat eigenlijk om twee grote periodes van vervolging. In de jaren negentig van de negentiende eeuw vonden er binnen het Ottomaanse Rijk, tussen 1894 en 1897, pogroms plaats die meer dan honderdduizend Armeniërs het leven kostte. In 1909 was er sprake van een “kleine” pogrom, waarbij meer dan twintigduizend Armeniërs het leven lieten.

 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond tussen 1915 en 1917 een systematische volkerenmoord plaats, waarbij meer dan een miljoen Armeniërs werden vermoord. In Nederland werd overigens niet meteen gesproken van genocide; die term werd eigenlijk pas vanaf de Tweede Wereldoorlog gebruikt.

 

In de reacties van de Nederlandse pers en politiek werd wel gesproken van “moorderijen” en “moord op een volk”. Onze gezant, Van der Does de Willebois, vergeleek het met “la tranquilité règne à Varsovie”, de stilte heerste in Warschau, een verwijzing naar het bikkelharde optreden van de Russen in Warschau tegen de Polen in 1831. Het was ook stil geworden in de Armeense gewesten.’

‘De Turkse staat is geënt op een etnische schoonmaak tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dat is natuurlijk niet goed en daar moet je open over zijn’

Waarom werd juist op de Armeniërs genocide gepleegd en niet op de andere minderheden?

‘De Armeniërs hadden een bijzondere positie in het Ottomaanse Rijk. Ze bezetten vaak goede (bestuurlijke) posities, hadden een goede opleiding, veel contacten in Europa en bezaten vaak grote landerijen. De Ottomaanse overheid zag de Armeniërs als collectief onbetrouwbaar en revolutionair.

 

Bij de afkalving van het Ottomaanse Rijk ontstond de nationalistische beweging van de Jong-Turken die een volledige Turkificatie van Anatolië, het vasteland van het huidige Turkije, nastreefde. Daarbij was het van belang de Armeniërs uit te schakelen. Er bleef alleen plaats voor soennitische moslims. De Armeniërs vormden het grootste doelwit van de keiharde politiek van de Jong-Turken ten aanzien van christenen, waarbij niet alleen Armeniërs maar ook Grieken, Nestorianen en Assyriërs werden vervolgd.’

 

We kunnen de hele genocide dus niet los zien van het ontstaan van Turkije?

‘En van de Eerste Wereldoorlog. In het uit elkaar vallende Ottomaanse Rijk stonden de Europese mogendheden tegenover elkaar in een poging invloed te verwerven in het gebied. De Jong-Turken stonden aan de zijde van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, de Alliantie, en daarmee tegenover Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland, de Entente. De hele genocide werd daarmee dus ook een Europese kwestie.’

Foto: Johan Braakensiek (Archief de Groene Amsterdammer)
Een spotprent waarop het Ottomaanse Rijk aan Europese mogendheden uitleg geeft over de gruwelen tegen Armeniërs

Hoe was de Nederlandse reactie op de Armeense gruwelen?

‘Je zou kunnen zeggen dat Nederland voorzichtig opereerde, wat natuurlijk te maken had met de miljoenen moslims in Nederlands-Indië. In 1878 werd bij het verdrag van Berlijn afgesproken dat de Europese grootmachten het recht kregen om in te grijpen als de Armeniërs werden bedreigd door de Koerden en de Noord-Kaukasische Tsjerkessen. Nederland was niet een van de ondertekenaars van dit verdrag, dus kon weinig uitrichten.

 

De negentiende-eeuwse pogroms werden verschillende keren besproken in de Tweede Kamer, maar meer dan woorden van sympathie kwam er niet. Wel werden incidenteel tijdens de pogroms enkele Armeniërs van een wisse dood gered door Nederlandse consuls. Ook tijdens de jaren van de genocide hield Nederland zich op de vlakte, al werd er, net zoals tijdens de pogroms, geld ingezameld voor de noodlijdende Armeniërs. Dat hing nauw samen met onze strikte neutraliteit in de jaren 1914-1918.

 

Zowel Groot-Brittannië als Duitsland probeerden de neutrale staten te beïnvloeden om hun kant te kiezen en de publieke opinie te beïnvloeden. Dat maakte de Nederlandse kranten heel interessant, want beide kanten van het conflict werden belicht. En daarbij kwamen ook de Armeense gruwelen aan de orde. De Britten wilden de Armeense gruwelen juist benadrukken, terwijl de Duitsers de zaak juist in de doofpot wilden stoppen.’

‘Je moet de moed hebben in de eigen historische spiegel te kijken en niet weg te kijken. Ieder land heeft zijn zwarte bladzijden’

Waarom is de genocide tot op de dag van vandaag belangrijk voor veel Armeniërs?

‘We spreken hier over een systematische moord op een volk. Dat is natuurlijk niet zo maar wat. Vergeet ook niet dat de Turkse overheid officieel nog steeds beweert dat er geen genocide heeft plaatsgevonden. De Turkse staat is geënt op een etnische schoonmaak tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dat is natuurlijk niet goed en daar moet je open over zijn. Zoals ook wij in Nederland open moeten zijn over zwarte bladzijden in onze geschiedenis, zoals de slavernij, Nederlands-Indië en Srebrenica. Daar vertel ik ook over in de klas.

 

Op Turkse scholen circuleren atlassen waarin kaarten staan waarop hele bevolkingsgroepen – waaronder de Armeniërs – zijn weggelaten. In reisgidsen wordt systematisch het woord Armeniërs weggelaten. Op die manier wordt een probleem ontkend en blijft het bestaan. Je moet de moed hebben in de eigen historische spiegel te kijken en niet weg te kijken. Ieder land heeft zijn zwarte bladzijden.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Privéarchief Dirk Roodzant
Scène na een massamoord in Galata, een wijk in het huidige Istanboel

De Amerikaanse president Biden liet afgelopen week weten – als eerste Amerikaanse president – de Armeense genocide te willen erkennen. Moet de Nederlandse regering volgen?

‘Dat zou ik wel zeggen ja. De Tweede Kamer heeft de genocide al erkend, maar de regering blijft steeds achter. Dat heeft ongetwijfeld een politiek-diplomatieke achtergrond, maar ik zou toch zeggen: hoeveel bewijs is er nog nodig? Er zijn boekenkasten en archieven over vol geschreven. Kerken, missionarissen, zendelingen, gezanten, consuls en reizigers, iedereen wist er van en getuigde er over. Dan valt het mij toch wat tegen van de historicus Rutte dat het nog steeds niet tot een erkenning van de genocide is gekomen. Hopelijk gaat hij mijn boek lezen.’

 

U bent geschiedenisleraar. Is dit een brisant onderwerp op scholen?
‘Ik heb al meerdere projecten opgezet op de school waar ik les geef. Bijvoorbeeld in de derde klassen over de joodse getto’s in Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de vijfde klassen laat ik de leerlingen een vergelijking maken tussen de verschillende genociden, zoals de Armeense genocide, maar ook de Holocaust, de Oekraïense genocide, de Cambodjaanse genocide, de Rwandese genocide, et cetera. Ik wil zo open mogelijk vertellen over hoe de geschiedenis in elkaar zit. Leerlingen met een Turkse achtergrond vinden de Armeense genocide niet per se een gemakkelijk onderwerp, maar geschiedenis is soms niet gemakkelijk.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de Armeense minderheid in Turkije?

‘Niet. In het uiterste oosten van Anatolië woont nog een handjevol Armeniërs. En in Istanbul nog een redelijk kleine gemeenschap. Zij leven met een gefragmenteerd verleden, waarover niet open gesproken kan worden. De rest woont in Armenië en in de diaspora over de hele wereld, van Frankrijk tot Uruguay en Australië. Dat ze daar zijn is nog steeds een gevolg van de genocide.’

 

Dirk Roodzant promoveerde vorige week op zijn proefschrift De Armeense gruwelen. Nederland en de vervolgingen van de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk, 1889-1923. Het proefschrift is verkrijgbaar bij de boekhandel.