Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Maja d'Hollosy
wetenschap

Deze UvA-archeoloog geeft skeletten een gezicht

Marleen Hoebe,
19 april 2021 - 10:56

Maar een paar mensen in Nederland kunnen de gezichten van skeletten reconstrueren. Een daarvan is archeoloog Maja d’Hollosy. Naast haar werk aan de UvA geeft zij eeuwenoude personen een gezicht, waardoor die figuurlijk gezien weer tot leven komen. ‘Je moet wel kunnen boetseren anders krijg je vreemde of betekenisloze gezichten.’

Tijdens opgravingen in de Belgische stad Tongeren komen gravers in 2013 een mannenskelet met twee kinderskeletten tegen. De kinderskeletten liggen dicht bij het volwassen skelet, waardoor de eerste gedachte is dat het hier om een ouder met twee kinderen gaat. Ze liggen alleen in een rare houding.

Foto: Maja d'Hollosy
De reconstructie van een vrouw uit Amersfoort

Archeologen denken dat de skeletten ongeveer 10 jaar voor de geboorte van Christus zijn begraven. Nader onderzoek laat zien dat de kinderen broer en zus waren, maar dat de man toch niet hun vader was. En dat is niet de enige informatie die naar voren komt uit DNA-onderzoek, ook de gezichts-, oog- en haarkleur van de personen worden bekend.

 

Dat is best zeldzaam, volgens UvA-archeoloog Maja d’Hollosy. ‘Het komt niet vaak voor dat het DNA zo goed bewaard is gebleven.’ Voor d’Hollosy, die archeologische gezichtsreconstructies uitvoert, betekent dit dat ze de in Tongeren gevonden skeletten een nog beter gezicht kan geven. En dat heeft ze nu gedaan. Ze heeft drie hoofden nagemaakt: een bleke, blonde man met blauwe ogen; een lichtbruin jongetje met donkerblond haar en bruine ogen; en een bleek meisje met donkerbruin haar en bruine ogen. Deze zijn binnenkort te zien in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Maja d'Hollosy
De reconstructie van de man uit Tongeren in drie fases

Laagje voor laagje

Zo’n gezichtsreconstructie duurt ongeveer twee maanden, en als het tegenzit – door het wachten op DNA-uitslag van het lab – kan het langer duren. d’Hollosy bouwt gezichten namelijk laagje voor laagje op. Ze begint eerst met het kopiëren van de gevonden schedel. ‘Soms heb je geluk en kun je met een complete schedel aan de slag. Als de schedel in stukken ligt, moet je die eerst nog zelf aanvullen.’

Foto: Maja d'Hollosy
Reconstructie van een van de kinderen uit Tongeren

Voorheen maakte ze een schedelkopie van gips of kunsthars. Tegenwoordig kan ze met behulp van 3D-printers veel makkelijker een schedel repliceren. ‘Als je iets mist – je hebt bijvoorbeeld wel het rechter jukbeen, maar niet het linker – dan kun je die spiegelen en kopiëren met de 3D-printer.’

 

Als de basis – oftewel de schedel – compleet is, gaat ze verder met het gezicht. Ze brengt stap voor stap weefsel, gezichtsspieren, huid en vetlagen aan. Daar bestaan vaste maten voor, met verschillen tussen kinderen en volwassenen, die volgen uit forensisch en anatomisch onderzoek. Toch zorgen die vaste maten er niet voor dat elke volwassen schedel uiteindelijk hetzelfde gezicht krijgt. ‘Alle schedels zijn anders, dat maakt de gezichten ook weer anders,’ aldus d’Hollosy.

Onderzoek naar neuzen

Hoe de neus, mond of ogen van gevonden schedels er waarschijnlijk uit hebben gezien, kan d’Hollosy ook aan de hand van de schedel zien. ‘Er is een relatie tussen de schedel en gezichtskenmerken. Als het neusbotje op een bepaalde manier zit, weet je ongeveer hoe de neus was. Dit komt doordat er veel onderzoek is gedaan naar neuzen. Uit al dat onderzoek zijn richtlijnen zoals formules ontstaan waarmee je kunt bepalen hoe de neusvorm eruitzag.’ Dat geldt eveneens voor de vorm van de mond en ogen.

 

Wanneer alle gezichtslagen, neus, mond en ogen klaar zijn, is het tijd om een mal van het hoofd te maken en weer een kopie te maken, maar dit keer in rubber. Het gezicht krijgt daarna nog een kleur, kunstogen, wenkbrauwen, wimpers en hoofdhaar. En bij mannen komt er soms ook nog een snor en een baard op het gezicht.

Trijntje

d’Hollosy heeft minstens twintig gezichtsreconstructies uitgevoerd, waaronder die van de oudst begraven persoon die in Nederland is gevonden. Deze 7.500 jaar oude vrouw, Trijntje genaamd, kan zelfs een bekende Nederlander worden genoemd. Ze komt namelijk voor in de Canon van Nederland.

Boetseerklus

Het in elkaar zetten van een gezicht is dus niet een klusje dat je zomaar even doet. ‘Je moet wel kunnen boetseren anders krijg je vreemde of betekenisloze gezichten,’ bekent d’Hollosy. En er is veel schedelonderzoek nodig. d’Hollosy heeft daar veel ervaring in als fysisch antropoloog. Zo doet ze ook onderzoek naar de skeletten die zijn gevonden tijdens graafwerkzaamheden voor de nieuwe universiteitsbibliotheek van de UvA. Hier gaat ze alleen geen gezichten van reconstrueren.