Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Alp Studio (Unsplash)
wetenschap

UvA-onderzoek naar burn-out bij studenten: ‘Universiteiten kunnen meer doen’

Henk Strikkers,
27 januari 2021 - 07:00

Het gevoel ergens bij te horen, prestatiedruk en eenzaamheid spelen een grote rol bij de vraag of een student een burn-out krijgt. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Jolien Dopmeijer. ‘Ik vrees ervoor dat heel veel studenten in deze coronatijd klachten ontwikkelen.’

Jolien Dopmeijer deed vijf jaar lang onderzoek naar studentenwelzijn, of de ‘impact die het leven van studenten heeft op hun welzijn en prestaties,’ zoals ze het zelf verwoordt. Daar is de laatste jaren steeds meer aandacht voor. Een goede zaak, vindt Dopmeijer, ook al is niet duidelijk of problemen steeds vaker voorkomen bij studenten. ‘We weten het simpelweg niet. We hebben dit soort onderzoeken in het verleden nooit gedaan. Wat we wel zien is dat de setting waarin studenten leven en studeren is veranderd.’

 

Prestatiegericht

De maatschappij is veel prestatiegerichter dan in het verleden, vertelt Dopmeijer. ‘Je hebt het bindend studieadvies, je hebt de financiële prikkel van het leenstelsel,’ zo begint ze haar opsomming. Daarnaast zijn er veel universiteiten en hogescholen die de laatste jaren maatregelen hebben genomen om de studiekwaliteit te verhogen. ‘In de praktijk betekent dat vaak drukkere studieprogramma’s voor studenten,’ zegt ze.

Foto: Jolien Dopmeijer

Hoewel universiteiten en hogescholen het woord niet snel meer in positieve zin in de mond nemen, zijn ze vaak nog bezig met rendement, zegt Dopmeijer. ‘Dat is ze ook niet helemaal kwalijk te nemen. Dat heeft te maken met de manier waarop de overheid hen betaalt: zij kijkt naar het aantal studenten, het aantal diploma’s, het aantal promoties; het is onvoordelig om studenten lang te laten studeren.’

 

Tenslotte ziet ze ook maatschappelijke factoren die een rol spelen. ‘Door de manier waarop we de zorg hebben ingericht zijn steeds meer studenten naast hun studie mantelzorger. Dat geeft veel druk. Bovendien blijkt uit andere onderzoeken naar mentale problemen bij jongvolwassenen dat ook de onzekere arbeidsmarkt en de moeilijke huizenmarkt een rol spelen.’

 

Sense of belonging

In haar proefschrift stelt ze – naast mentale gezondheidsvaardigheden – de ‘sense of belonging’, oftewel het gevoel ergens bij te horen, centraal. Van oudsher zijn universiteiten en hogescholen daar vooral bij eerstejaars mee bezig: zij moeten zich thuis gaan voelen in hun nieuwe omgeving. ‘Dat is vanuit dat oogpunt bezien zeker niet verkeerd,’ zegt Dopmeijer. ‘Maar uit mijn onderzoek blijkt dat er ook belangrijke gebeurtenissen kunnen voorkomen naarmate je verder komt in je studie. Er wordt dan meer beroep gedaan op de zelfstandigheid van studenten en dat kan confronterend zijn.’

Vijf pijlers voor een goed studentenwelzijnsbeleid
  1. Preventie en vroege identificatie, bijvoorbeeld door middel van screenings;
  2. Verbetering van mentale vaardigheden bij studenten;
  3. Een studieklimaat dat de ‘sense of belonging’ bevordert;
  4. Training van medewerkers om studenten al dan niet online goed te ondersteunen;
  5. Hulpaanbod voor studenten, in het bijzonder voor specifieke doelgroepen zoals eerstegeneratiestudenten, 
    internationale studenten of mantelzorgers.

De vangnetten voor studenten die later in hun studie echt in de problemen komen zijn er vaak wel, zegt ze. Maar volgens Dopmeijer is er een preventieve aanpak nodig. In haar proefschrift komt ze tot een aanpak met vijf pijlers. ‘Wat in de uitvoering belangrijk is, is dat er een coördinator is die alles verbindt, en dat er een groep van ambassadeurs en experts is.’ Projecten zijn nu vaak nog te ad hoc, vindt ze, en kennis wordt niet goed gedeeld.

 

UvACare

De UvA is twee jaar geleden begonnen met het project UvACare. Daarbij kregen alle studenten een vragenlijst waarna ze in een stoplichtmodel feedback kregen. Bij oranje of rood werden studenten direct doorverwezen naar de organisatie of persoon waar ze hulp konden vinden. Dopmeijer ziet daarin ‘zeker een goed begin’. ‘Een screening zoals UvACare is belangrijk.’

 

Maar in haar onderzoek ziet Dopmeijer dat studenten die hulp moeten zoeken vaak afhaken. ‘Op basis van de literatuur had ik de hypothese dat studenten zouden afhaken vanwege een taboe op het zoeken van hulp.’ Uit haar onderzoek bleek echter iets anders. ‘Studenten dachten dat ze in hun omgeving geen stigma zouden hebben als ze hulp zouden zoeken.’

 

Hulp zoeken

Wat wel mogelijk is, is dat studenten zelfstigma ervaren, zegt Dopmeijer. ‘Dat houdt in dat mensen het idee hebben dat ze minder waard zijn als ze psychische klachten hebben. Jongvolwassenen bevinden zich in een periode waarin ze het heel belangrijk vinden hoe mensen naar ze kijken, dus het kan zijn dat ze daar extra gevoelig voor zijn.’

‘We helpen studenten met problemen nu in het hoger onderwijs omdat ze dan onze hulp nodig hebben, maar eigenlijk zijn we al te laat’

Bovendien zou het volgens Dopmeijer kunnen zijn dat jongeren het moeilijk vinden om problemen te herkennen bij zichzelf. Om dat te verbeteren oppert ze het idee om jongeren mentale gezondheidsvaardigheden aan te leren. ‘Daarmee zouden ze stoornissen en risico’s kunnen herkennen bij zichzelf, en een taal en vocabulaire ontwikkelen waarmee ze daarover kunnen praten.’

 

Te laat

In Canada doen ze dat op dit moment al op een goede manier, vertelt Dopmeijer. ‘Je hebt daar op sommige universiteiten al een modulair aanbod dat zo in het curriculum opgenomen kan worden.’ Maar als je op de universiteit nog moet beginnen, ben je eigenlijk al te laat, vindt ze. ‘Zaken als veerkracht, engagement, het normaliseren van stressStress is een normale lichamelijke reactie, vindt Dopmeijer. ‘Het bereidt je voor op een spannend moment, en is daarom niet erg.’ Wel bestaat er zoiets als toxic stress, die wel gevaarlijk is. Volgens Dopmeijer is het goed om mensen te trainen om te laten gaan met ‘gewone’ stress., en je verhouden tot moeilijke situaties moet je eigenlijk al in je thuissituatie aangeleerd krijgen.’

 

‘Het mooiste zou zijn als er een programma is dat op de basisschool begint en doorloopt tot het hoger onderwijs, waarbij je steeds een level omhoog gaat. We doen het in het hoger onderwijs nu omdat er mensen zijn die nu onze hulp nodig hebben, maar eigenlijk zijn we al te laat.’

‘Uit mijn onderzoek blijkt dat 88 procent van de studenten in de categorie “riskant alcoholgebruik” zou vallen’

Alcohol

De kans is groot dat je dit artikel als student tot nu toe al jaknikkend hebt gelezen. Er zijn echter ook factoren in het spel waar binnen de studentenwereld een taboe op ligt: zoals de rol van alcohol bij mentale problemen. ‘Ik zie ook dat alcoholgebruik hoort bij de huidige studentencultuur, vooral aan universiteiten,’ vertelt Dopmeijer. ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat 88 procent van de studenten in de categorie “riskant gebruik” zou vallen wanneer we hen langs de reguliere meetlat leggen.’

 

De ervaring leert echter dat veel studenten na hun studietijd hun alcoholgebruik moeiteloos afbouwen naar acceptabelere niveaus. ‘Dat wil niet zeggen dat het in hun studietijd geen gevolgen heeft gehad, bijvoorbeeld doordat ze tentamens hebben verknald door alcoholgebruik,’ zegt Dopmeijer. ‘Maar bij hen hoef je je na hun studie niet echt zorgen te maken over verslaving.’ Toch is het alcoholgebruik volgens haar bij een op de vijf studenten wel echt risicovol. ‘Bij hen zie je signalen dat ze afhankelijk zijn van alcohol.’

 

Uitval en vertraging

Naast studentenwelzijn onderzocht Dopmeijer ook de factoren die een rol spelen bij studievertraging en -uitval. ‘Ik had verwacht dat die min of meer in elkaars verlengde zouden liggen,’ zegt ze. ‘Maar dat bleek niet waar.’ Het zijn ‘moeilijke verbanden’. Psychische klachten zijn in ieder geval niet direct voorspellend. Wat dat wel is voor zowel studievertraging als -uitval is ‘angstgevoeligheid.’ ‘Dat moet je zien als een soort angst voor angst,’ vertelt Dopmeijer. ‘Ik heb bijvoorbeeld vanmiddag mijn proefpromotie gehad. Ik ben daar dan wel nerveus voor en begin dan een beetje te zweten, maar ik weet dat het hoort bij iets wat spannend is. Maar je hebt ook mensen die van die lichamelijke reactie weer angstig worden. Dat ligt tegen faalangst aan.’

 

Bij studievertraging is ook de leeftijd een voorspellende factor en bij studieuitval speelt je geslacht en wat Dopmeijer ‘hopelessness’ noemt een rol. ‘Dan heb je het over mensen die veel negatieve gedachten hebben, veel piekeren, snel de hoop verliezen.’ Maar, zo stelt ze, ‘dat zijn zeker niet alle factoren. Er moeten zeker nog factoren aan het model toegevoegd worden voordat we goede voorspellingen kunnen doen.’

 

Corona

Door de coronacrisis staat de sense of belonging ‘ongelooflijk onder druk’, zegt Dopmeijer. Ze maakt zich grote zorgen over de luttele mogelijkheden van studenten om contact met elkaar te hebben en de beperkte manier waarop ze een binding met universiteiten kunnen ontwikkelen. ‘Dat is essentieel, niet alleen voor een fijne studie, maar voor het welzijn van mensen. Ik vrees ervoor dat heel veel studenten in deze periode klachten ontwikkelen.’

 

Jolien Dopmeijer hoopt op 5 februari te promoveren op haar proefschrift Running on Empty. The Impact of Challenging Student Life on Wellbeing and Academic Performance. De promotie vindt om 14 uur plaats.

Lees meer over