De CoronaMelder van de overheid is sinds deze week in gebruik. Universiteitshoogleraar Natali Helberger doet onderzoek naar de verwachtingen en zorgen van mensen bij deze app. ‘Als de overheid echt wil dat mensen de app gaan gebruiken, dan moet ze helder uitleggen waarom het efficiënt is dat mensen bij een melding tien dagen thuis blijven zitten.’
Natali Helberger, universiteitshoogleraar op de leerstoel Law and Digital Technology aan de UvA, maakt met onderzoeksteam Information, Communication & The Data Society (ICDS) de maatschappelijke, juridische en ethische implicaties van de CoronaMelder-app inzichtelijk. Voor het onderzoek vroeg zij 2.274 Nederlandse respondenten naar hun mening over alle aspecten van technologische hulpmiddelen in de strijd tegen corona, waaronder de CoronaMelder-app. Afgelopen weekend werden de eerste bevindingen gepubliceerd.
Zaterdag 10 oktober lanceerde de Rijksoverheid de CoronaMelder-app in de Apple- en Google Play Store. De app waarschuwt gebruikers via een melding op hun telefoon als zij de afgelopen veertien dagen in contact zijn geweest met personen die besmet zijn met het coronavirus. Vervolgens krijgen deze gebruikers het advies om tien dagen in quarantaine te gaan en zich bij klachten te laten testen. Met de app probeert de overheid het bron- en contactonderzoek te verbeteren, om zo ‘de verspreiding van het virus de kop in te drukken’.
De meest saillante conclusie uit het enquête-onderzoek is dat de motivatie van respondenten om de app te downloaden relatief laag is, terwijl velen van hen de app wel kennen. Om meer mensen te motiveren de app te downloaden, roept het rapport de overheid daarom op de meerwaarde en werking van de CoronaMelder beter toe te lichten. Aan goede communicatie hierover schort het volgens Helberger immers nog.
Wat gaat er mis in de communicatie van de overheid met betrekking tot de CoronaMelder?
‘Inmiddels heeft iedereen door dat er een CoronaMelder is, maar wat precies de consequenties zijn van een melding, en waarom je überhaupt de app moet installeren zijn wat mij betreft niet goed duidelijk gemaakt. Wat ik op dit moment vooral begrijp is dat ik de app moet downloaden, en dat ik op het moment dat ik bij iemand in de buurt ben geweest die besmet is geraakt tien dagen thuis moet blijven. Als de overheid echt wil dat mensen de app gaan installeren en vooral gebruiken, dan moet de overheid ook helder uitleggen waarom het een efficiënte maatregel is dat mensen tien dagen thuis blijven zitten en zich zonder klachten niet mogen laten testen.
Als iemand de keuze heeft om in quarantaine te gaan en daardoor in het ergste geval zijn baan dreigt te verliezen of toch maar naar werk te gaan, dan is de kans groot dat mensen ervoor kiezen om het advies gewoon te negeren. Dat is een groot probleem wat aangepakt moet worden.’
Is dat de belangrijkste reden om de app niet te downloaden?
‘Ja, maar er zijn er meer. Een andere reden waarom mensen minder gemotiveerd zijn om de app te downloaden blijkt vooral een altruïstische grondslag te hebben. Respondenten vrezen dat kwetsbare groepen door deze app nog sneller eenzamer worden of uitgesloten en gestigmatiseerd in de samenleving. De app zou iedereen immers nog meer bewust van sociale contacten moeten maken.’
Wat moet de overheid doen om mensen, ondanks deze bezorgdheid, toch te motiveren deze app te downloaden?
‘Als de overheid de acceptatie van deze app wil verhogen, dan moet ze ook laten zien dat er echt over deze gevaren is nagedacht. Dat behelst dus maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat mensen niet uitgesloten of gestigmatiseerd worden tijdens de coronacrisis, en wederom goed communiceren. Op die manier zien mensen dat ook na het uitrollen van de app deze hardnekkige problemen in de samenleving aangepakt worden. Het is immers een zorg die veel Nederlanders hebben.’
Voor het gebruiken van de CoronaMelder-app heb je vrij nieuwe software nodig op de telefoon. Om de app te downloaden in de Apple Store geldt bijvoorbeeld het vereiste van IOS 13.5 of hoger. Is de app wel voldoende toegankelijk gemaakt?
‘De toegankelijkheid van deze app is zeker een probleem. Een belangrijke vraag bij de interpretatie van de CoronaMelder-app is welke groepen baat hebben bij deze app en welke niet. Ons eerste instinct is dan om te denken dat ouderen en zwakkeren de kwetsbare groepen zijn in de coronacrisis. Maar het feit dat je zo’n nieuwe software-versie nodig hebt op je telefoon, zorgt er ook voor dat mensen met een lage sociaaleconomische positie en weinig vermogende jongeren kwetsbaarder worden. Niet iedereen kan per slot van rekening een dure smartphone betalen.
Tevens tast deze app mogelijk de maatschappelijke positie van niet-westerse migranten aan. Zij zijn niet altijd in staat om goed Nederlands te begrijpen en het is maar de vraag of ook hun voertaal bij de taalopties staat. Bovendien kan het zijn dat bepaalde bevolkingsgroepen het gevoel gevolgd te worden minder prettig vinden dan anderen, en dus meer privacygevoelig zijn. Daar moeten we met het vervolg van dit onderzoek nog achter komen.’
Uit het huidige rapport blijkt al wel dat de grootste angst van mensen niet zozeer een verlies aan privacy is, maar eerder de zogeheten function creep. Wat is dat precies?
‘De function creep houdt in dat data voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor ze in eerste instantie worden verzameld. In andere landen zien we over dit aspect al discussies ontstaan. Men vraagt zich bijvoorbeeld af of de daar geldende CoronaMelder-app ook gebruikt gaat worden om andere ziektes te bestrijden, hoewel de overheid zegt dat de app enkel gebruikt wordt voor de bestrijding van corona. Tot op heden zijn daar in Nederland nog geen indicaties van, maar het is afwachten hoe zich dat gaat ontwikkelen.’
Hoe reëel is dat gevaar?
‘Het gevaar is wel reëel. Voor niet-persoonsgebonden data, gegevens die niet te herleiden zijn tot een individueel persoon zoals weersomstandigheden, biedt het juridische kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming geen bescherming. Als het niet-persoonsgebonden gegevens betreft, kan het dus best goed zijn dat deze data voor andere doeleinden worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de bestrijding van overige besmettelijke ziektes. Daarom zullen wij als maatschappij waakzaam moeten zijn en goed blijven nadenken over de nadelen van function creep. Goede communicatie en transparantie van de overheid is daarbij ook van fundamenteel belang.’