Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Collectie Leen Dresen
wetenschap

‘In Nederland is de natuur een planologische speelkaart’

Dirk Wolthekker,
13 maart 2020 - 13:02

Het Nederlandse natuurbeleid komt voort uit onze visie op de natuur, ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw. Dat stelt Leen Dresen, die deze week promoveert op een onderzoek naar de ontwikkeling van de Nederlandse natuurjournalistiek tussen 1850 en 1910. ‘In Nederland is natuur iets waar je planologisch mee kunt schuiven, in het buitenland niet.’

U hebt een bijzonder onderwerp bij de kop gepakt: de Nederlandse natuurjournalistiek. Wat is natuurjournalistiek?

‘Eerlijk gezegd is het een zelfgekozen term, waarmee ik de letterlijke vertaling van de Engelse term “nature writing” wilde voorkomen. Dat is namelijk een term voor literatuur over de natuur. “Nature writing” is een genre dat probeert lezers op een literaire manier te enthousiasmeren voor de natuur. Het sluit eigenlijk aan op de romantische visie op de natuur die de natuur als iets heel groots en unieks ziet. Ik heb op een meer cultuurhistorische manier naar de natuur willen kijken. Ik ben nagegaan hoe de natuur werd verbeeld in alledaagse toeristische stukjes in kranten en tijdschriften.’

 

U hebt een specifiek tijdvak bestudeerd, namelijk 1850-1910. Waarom die periode?

‘Halverwege de negentiende eeuw veranderde de smaak van wat mooie en bijzondere natuur is. Wat men tot die tijd als natuur beschouwde waren de Alpen of ruïnes van kastelen op bergtoppen langs de Rijn. Spectaculaire natuur. Daar ging men dan naar toe en las er gedichten zoals Goethe deed. Dat idee over de natuur leefde ook in Nederland, maar het betekende wel dat veel mensen meenden dat er in Nederland geen echte natuur was. Natuur, dat was iets van over de grens. Dat romantische, grootste idee over wat de natuur was, verdween langzamerhand. Men begon het zelfs een beetje kitscherig te vinden.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: WeeJeeVee (cc, via Wikimedia Commons)
Een boek over Texel door Jac P. Thijsse

Wat kwam er voor in de plaats?

‘Je zou kunnen zeggen: de natuur dicht bij huis. De planten en de beestjes bekijken met een biologische blik. Dat werd eigenlijk de nieuwe mode. Laten we zeggen op dezelfde manier als het radioprogramma Vroege Vogels naar de natuur kijkt: heel dichtbij. Als je zo naar de natuur kijkt heeft opeens iedereen de natuur bij de hand. Een belangrijke rol in die omslag speelden Jac. P. Thijsse en Eli Heijmans, twee onderwijzers die via het klaslokaal, schoolplaten en boekjes de natuur bij de kinderen brachten. Hun namen worden vaak in één adem genoemd. Samen legden zij rond 1900 de basis voor de moderne natuurbeweging. Thijsse was in feite ook de oprichter van de vereniging Natuurmonumenten.’

‘Voor veel socialisten en anarchisten bijvoorbeeld was het belangrijk om de natuur beschikbaar te maken voor iedereen’

De natuur als methode voor volksverheffing, denk ik dan gelijk.

‘Dat klopt. Voor veel socialisten en anarchisten bijvoorbeeld was het belangrijk om de natuur beschikbaar te maken voor iedereen. De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie of de Nederlandse Jeugdherberg-Centrale waren progressief geladen bewegingen. Toch was niet alle natuurliefde politiek geladen. De vereniging Natuurmonumenten was en is apolitiek, juist om het voor zoveel mogelijk mensen aantrekkelijk te maken.’

 

Hoe zien we die veranderende opvatting over de natuur terug in de journalistiek van die tijd?

‘Verschillende schrijvers en publicisten gingen op een nieuwe manier schrijven over de natuur. Rond 1880 had je bijvoorbeeld de journaliste Geertruida Carelsen die korte columns schreef met botanische stadswandelingen die je als lezer vervolgens zelf kon maken. Frederik van Eeden senior, de vader van de bekende schrijver, was een amateur-botanicus die veel schreef in Album der Natuur, een populair tijdschrift in de tweede helft van de negentiende eeuw. Bijzonder was dat hij ook heemkundig schreef. Dat wil zeggen: als hij schreef over bijvoorbeeld de Veluwe of Salland dan hoorde daar voor hem ook de lokale bevolking bij, met hun oude tradities. Dat was bij andere natuurjournalistieke schrijvers niet zo: die hielden het biologisch en bleven bij de planten en dieren. Dat laatste is in Nederland eigenlijk altijd de dominante benadering gebleven.’

 

De natuur als louter biologisch verschijnsel. Licht eens toe.

‘Wij gaan naar “de bossen” of wandelen op “de hei”. Duitsers gaan wandelen in de Harz, Fransen gaan naar de Auvergne. De natuur is bij ons een landschapstype op een plaats in het land die inwisselbaar is.’

‘Wij gaan naar “de bossen” of wandelen op “de hei”. Duitsers gaan wandelen in de Harz, Fransen gaan naar de Auvergne’

Is de natuur tegenwoordig erg anders dan in de tijd die u hebt onderzocht?

‘Op het eerste gezicht zijn er soms niet zoveel verschillen tussen landschappen vroeger en nu, maar op detailniveau zijn die er wel. Een ecoloog zal concluderen dat de soortenrijkdom fors is afgenomen. Als je kijkt naar bijvoorbeeld graslanden of een dijklichaam. Daar waren vroeger veel meer bloemensoorten te vinden dan nu.’

 

Het stikstofprobleem.

‘Ja bijvoorbeeld, maar bij die discussie zie je ook mooi het effect terug van ons idee dat natuur een landschapstype is op een inwisselbare plaats. Je kunt een natuurgebied ook verplaatsen naar 10 of 20 kilometer verderop, wordt vaak geopperd. In Nederland is natuur een planologische speelkaart waar je mee kunt schuiven. Dat is een bijzondere opvatting van wat nationale natuur is, en de wortels daarvan zie je terug in de vroege natuurjournalistiek.’

 

Net deze week werd bekend dat Diorama van het duinlandschap in Artis, de artistieke erfenis van Eli Heijmans en Jac. P. Thijse, wegens asbestvervuiling verloren dreigt te gaan.

 

Leen Dresen, Op weg naar een nationale natuur. Natuurjournalistiek in Nederland 1850-1910. Promotie 13 maart, 13.00 uur. Locatie: Aula.