Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Jean-Sébastien Bouchard (cc, via Flickr)
wetenschap

‘Docenten moeten bij het leren van Duits of Frans meer gebruik maken van Engels’

Laura ter Steege,
28 november 2019 - 11:33

UvA-promovendus Rosalinde Stadt, die ook Frans doceert op een middelbare school, onderzocht de invloed van het Nederlands en Engels op het leren van een derde taal. ‘De ouderwetse opvatting dat talen enkel vanuit de moedertaal worden geleerd, blijkt niet te kloppen.’

Steeds minder scholieren kiezen voor Frans en Duits op de middelbare school, is dat erg?

‘Ja, als docent Frans vind ik dat erg. Nederland staat bekend om het feit dat we hier onze vreemde talen goed beheersen. Ook nu er steeds meer Engels wordt gesproken, kan het voor werkgevers interessant zijn als iemand meerdere talen beheerst. In contact met buurlanden spelen Duits en Frans namelijk nog altijd een grote rol. Je kunt hiermee toch op een andere manier praten met klanten en partners. Maar ook intellectueel gezien zijn talen interessant, omdat je jezelf met een taal kunt uitdrukken. Door een taal te leren, leer je veel over andere culturen, maar ook meer over hoe talen werken, dat talen bijvoorbeeld op elkaar lijken wat betreft woorden, woordtypen en ook grammatica.’

Foto: Privéarchief Rosalinde Stadt

Hoe onderzoek je welke talen invloed hebben op het leren van een nieuwe taal?

‘Zelf heb ik hiervoor gekeken naar woordvolgordestructuren, die in het Nederlands, Engels, Duits en Frans van elkaar verschillen. In het Nederlands zeg je bijvoorbeeld “Vandaag ga ik een boek lezen” of “In Amsterdam hebben veel mensen een fiets.” Als een zin in het Nederlands begint met een bijwoord draaien we het onderwerp en werkwoord om. In het Frans en Engels gebeurt dat niet en zeg je [Vandaag ik ga een boek lezen]. Om de invloed van het Nederlands op het Frans te testen heb ik gekeken hoeveel leerlingen een Nederlandse woordvolgorde accepteren in het Frans.

De invloed van het Engels heb ik getest met zinnen waarbij de Engelse woordvolgorde verschilt van het Nederlands, Frans en Duits. Dus als leerlingen in het Frans zeggen “Je souvent mange une pomme[Ik vaak eet een appel], dan zie ik dat als mogelijke invloed van het Engels.’

 

Worden leerlingen Frans veel beïnvloed door de Engelse taal?

‘Ik heb gevonden dat vooral derdejaarsleerlingen in tweetalig onderwijs worden beïnvloed door het Engels, terwijl voor reguliere leerlingen zowel het Nederlands als het Engels belangrijke bronnen van transfer zijn. Hoewel ik zelf de invloed van talen bestudeer aan de hand van fouten die worden gemaakt, wil dit niet zeggen dat deze invloed alleen maar negatief is. Leerlingen kunnen ook dingen juist goed doen door hun achtergrondtalen te gebruiken. Dan heet het positieve transfer. Ik vind het feit dat leerlingen zowel Engels als Nederlands gebruiken iets positiefs. Dit betekent dat ze meertalig zijn en hun beide achtergrondtalen gebruiken. Als een leerling zegt “Je vais sender de l’aide” in plaats van “Je vais envoyer de l’aide” [Ik ga hulp sturen], dan vind ik dat fantastisch. Hoewel sender in het Frans helemaal geen woord is, heeft de leerling het Engelse to send geprobeerd te vervoegen in het Frans. Soms leidt dat tot fouten, maar in veel andere gevallen leidt dit juist tot correct taalgebruik.’

 

Hoe zit dit met het Duits, lijkt dat niet vooral op het Nederlands?

‘Ja dat klopt, daar heb ik veel minder invloed van het Engels gevonden. Ik heb nu specifiek gekeken naar woordvolgorde, dus ik weet niet hoe het bijvoorbeeld zit met het gebruik van woorden. Het zou kunnen dat het Engels meer invloed heeft bij het leren van Duitse woorden, maar hiervoor heb ik te weinig kennis van het Duits.’

‘De wereld is veranderd en vreemdetalenonderwijs moet zich daar aan aanpassen’

Hoe kan dit onderzoek worden gebruikt bij het verbeteren van het onderwijs?

‘Mijn onderzoek laat zien dat de ouderwetse opvatting dat talen enkel worden geleerd vanuit de moedertaal niet klopt. Het is belangrijk dat docenten zich ervan bewust worden dat hun leerlingen meertalig zijn en dat hier in lesmethodes meer rekening mee wordt gehouden. Zo wordt het leren van talen voor leerlingen ook interessanter en leuker. En ik heb nu alleen nog maar gekeken naar de invloed van Nederlands en Engels. Maar er zijn ook tal van leerlingen die bijvoorbeeld Arabisch, Turks of Chinees spreken. De wereld is veranderd en vreemdetalenonderwijs moet zich daar aan aanpassen.’

 

Hoe kunnen docenten dit doen, als ze zelf deze talen niet beheersen?

‘Voor docenten is het natuurlijk niet mogelijk om alle talen te spreken of zelfs te herkennen. Alleen al erkennen dat leerlingen meertalig zijn, kan heel waardevol zijn. Zo kun je leerlingen erop wijzen dat ze hun eigen talenkennis kunnen gebruiken bij het leren van nieuwe talen. Docenten zouden natuurlijk wel vergelijkingen kunnen trekken met het Engels. Dit gebeurt in de Franse lesboeken op woordniveau al heel summier, want qua woorden komen Frans en Engels erg overeen. Maar dit zouden docenten dus ook kunnen doen met bijvoorbeeld het aanleren van woordvolgordes. Er is altijd veel kritiek op onderwijsvernieuwing, maar dit zou echt een goede toevoeging zijn aan het moderne talenonderwijs.’

 

Zal dit er ook voor zorgen dat meer scholieren de talen die ze leren ook daadwerkelijk durven te spreken?

‘Nee, ik denk van niet. Als docent Frans zie ik vaak leerlingen die na zes jaar niet veel kunnen zeggen in het Frans en het eng vinden om Frans te spreken. Ik vond het zelfs tijdens mijn bachelor Frans nog doodeng om Frans te spreken, omdat ik bang was om fouten te maken. Ik denk dat dit komt doordat er in het curriculum veel nadruk ligt op leesvaardigheid en te weinig op spreekvaardigheid. Als docent wil je je leerlingen natuurlijk zo goed mogelijk voorbereiden op het examen. Daardoor wordt een groot deel van de lessen besteed aan leesvaardigheid. Ik begrijp wel dat leesvaardigheid een valide manier is om het eindniveau van een curriculum te testen, maar het is wel jammer dat er hierdoor weinig tijd overblijft voor spreekvaardigheid.’

 

Rosalinde Stadt hoopt op vrijdag 29 november om 10.00 uur te promoveren op haar proefschrift ‘The Influence of Dutch (L1) and English (L2) on Third Language Learning: The Effects of Education, Development and Language Combinations.’ De plechtigheid vindt plaats in de Agnietenkapel en is vrij toegankelijk.

Lees meer over