Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Ruud van Nooijen
wetenschap

Project UvA-archeologen moet naast vondsten ook sociale cohesie opleveren

Marleen Hoebe,
1 november 2019 - 12:57

Drie UvA-archeologen onderzoeken met bewoners van zeven Brabantse dorpen de geschiedenis van hun woonplaats. Met het Care-project proberen ze archeologie dichter bij het publiek te brengen én om de gemeenschapszin te versterken. ‘Dat het onderzoek voor de dorpsbewoners zelf is, en zij het ook uitvoeren is echt een van de pijlers.’

Afgelopen zomer begonnen drie UvA’ers samen met Brabanders van acht tot tachtig jaar oud aan opgravingen in vier dorpen in Het Groene Woud, tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Nog twee zomers lang zal er gegraven worden in die vier en drie andere dorpen in Het Groene Woud. Het project Community Archaeology in Rural Environments (Care) vindt plaats in vier landen: Tsjechië, Polen, Engeland en Nederland.

Foto: Hue Wijnands
Johan Verspay

Voor en door dorpsbewoners

In Nederland leiden UvA’ers Johan Verspay en Heleen van Londen het archeologische onderzoek. Voor dat onderzoek heeft Verspay inspiratie opgedaan in Engeland. Daar gebruiken ze al langer een methode waarbij dorpsbewoners op een bepaalde plek verschillende proefputjes van een meter bij een meter uitgraven om daar archeologisch onderzoek te doen. Dit zijn geen ingewikkelde archeologische opgravingen, dus mensen die geen archeologische opleiding hebben gehad kunnen hier goed bij helpen. Naast het graven moeten ze zeven, alle vondsten schoonmaken en categoriseren.

Foto: Care
Opgravingen in Gemonde

Laura Schneider is nog bezig met de master Heritage & Museum Studies (archeologie), maar is als psycholoog bij het project betrokken omdat ze al een studie psychologie heeft afgerond. Zij bekijkt aan de hand van interviews met deelnemers of dit project ook wat oplevert voor de sociale cohesie in een gemeenschap of voor de individuele burgers. ‘Bijvoorbeeld dat ze door alle vaardigheden die ze tijdens het project leren meer zelfvertrouwen krijgen, of het prettig vinden om meer over de lokale geschiedenis te leren, of gewoon van het hele gebeuren genieten. Uit het project in Engeland bleek namelijk dat adolescenten die hieraan meewerkten meer zin krijgen in een universitaire studie, omdat ze op deze manier nieuwe vaardigheden hadden geleerd en meer vertrouwen hadden in wat ze konden. Dat het onderzoek voor de dorpsbewoners zelf is, en zij het ook uitvoeren is echt een van de pijlers van het onderzoek.’

Foto: Ruud van Nooijen
De vondsten in Liempde worden gecategoriseerd. Links staat Laura Schneider.

Diverse groep graaft mee

De eerste opgraving van het project in Nederland vond plaats in het dorpje Aarle met tien tot vijftien mensen, maar aan de laatste opgravingen in Gemonde deden al meer dan honderd mensen mee. ‘Het spreekt een hele groep mensen aan om mee te doen: mensen die iets meer over de lokale geschiedenis willen leren, maar ook gezinnen die gewoon iets leuks willen doen met hun kinderen,’ zegt Schneider. ‘Dat is echt ontzettend leuk. Je ziet kinderen die scheppen alsof hun leven ervan afhangt, of die heel veel willen leren over dingen die uit de grond komen.’

 

De grote belangstelling komt mede door lokale heemkundekringen, verenigingen die zich bezighouden met geschiedenis. ‘Zij nemen de organisatie op zich. Zo komen we ook terecht bij mensen die veel kennis hebben van iets specifieks, bijvoorbeeld van oude munten of kaarten. En soms fietsen er mensen langs die jaren bij die plek hebben gewoond en precies weten hoe de boerderijen er vroeger uitzagen of welke familie er woonde.’

Foto: Lara Boon
Ring gevonden in Liempde

Archeologische schatten

Echte schatten hebben ze nog niet gevonden, maar dat is ook niet de bedoeling van het project. ‘Wel hebben we mooie oude munten en aardewerk gevonden,’ vertelt Schneider. ‘We kwamen vroeg middeleeuws aardewerk tegen, wat betekent dat een dorp veel eerder is bewoond dan eerst werd gedacht. Dat is in archeologische zin heel fascinerend en opwindend, maar de objecten hebben niet heel veel waarde.’

 

Het project gaat vooral over hoe dorpen zijn ontstaan en of er regionale verschillen te zien zijn. ‘Woensel is nu een stadswijk in Eindhoven, maar dat was een oud dorp. Het is in de jaren zeventig helemaal platgegooid en opnieuw opgebouwd. Toen we daar bij een flat gingen graven, kwamen we heel veel modern bouwpuin tegen, maar ook overblijfselen van oude boerderijen. We kwamen echt de geschiedenis in de grondlagen tegen.’

Foto: Care
Munt gevonden in Woensel

In een weekend van modern naar oud

‘In de eerste grondlagen in Woensel vonden we wasknijpers en bierdopjes, maar een laag verder lag een aluminiumdop van een oude glazen melkfles, uit de tijd dat de melkboer nog langskwam. Dit is in Gemonde – wat altijd een dorp is gebleven – heel anders, daar zie je die verschillen niet. Ik vind het iets heel moois hebben dat je in zo’n proefputje iedere 10 centimeter van alles voorbij ziet komen. Je ziet het in een weekend heel snel van modern naar oud gaan.’

 

De drie UvA-wetenschappers zijn benieuwd wat de opgravingen in de andere Europese landen opleveren en hoe je die kunt vergelijken met wat er in Nederland te vinden is. Schneider: ‘Sommige Brabantse dorpen zijn waarschijnlijk ontstaan doordat er huizen rondom een kerk zijn gebouwd. Andere weer doordat boerderijen aan elkaar zijn gegroeid. Hier zie je dat de ontstaansgeschiedenissen regionaal al erg verschillen.’

Lees meer over