Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Amsterdam Museum
wetenschap

Nieuwe hoogleraar: ‘De term Gouden Eeuw dekt de lading gewoon niet’

Dirk Wolthekker,
26 september 2019 - 11:32

Margriet Schavemaker is artistiek directeur van het Amsterdam Museum en hoogleraar kunst en media in de museale praktijk. Vanmiddag houdt zij haar oratie, waarin ze zal pleiten voor een inclusieve museale cultuur. ‘We hebben allerlei verhalen opgeslagen over de rijkdom van de stad, maar verhalen over armoede, de positie van de vrouw of kolonialisme ontbreken.’

Zijn Nederlandse musea niet inclusief genoeg?

‘Over het te exclusieve karakter van Nederlandse musea zijn de afgelopen decennia veel zorgen geweest. Op alle niveaus zijn Nederlandse musea te weinig inclusief: te veel groepen in de samenleving zijn ondervertegenwoordigd, op alle niveaus. Musea zijn bastions van hoogopgeleide witte Nederlanders. Dat geldt zowel voor de bezoekers, de partners met wie wordt samengewerkt en het personeel. Ja, ik ben zelf deel van het probleem. Het inclusief maken van Nederlandse musea heeft te lang op zich laten wachten. Ik wil dat versnellen. Aan de ene kant wil ik bruggenbouwer zijn naar nieuwe doelgroepen, maar ik wil ook een pont zijn die vaart tussen de verschillende doelgroepen en die doelgroepen met elkaar verbindt.’

‘Musea zijn bastions van hoogopgeleide witte Nederlander. Ja, ik ben zelf deel van het probleem’

Criticasters zullen vinden dat inclusie gewoon een commerciële visie is: er moeten meer mensen naar musea.

‘Wij zijn een netwerkmuseum met een grote hoofdvestiging in de Kalverstraat, maar er zijn allerlei kunstinstellingen met wie wij verbonden zijn en samenwerken. Zo hebben we bijvoorbeeld een dependance in de Hermitage, maar werken we ook met kunst- en cultuurcentra in Nieuw-West en Zuid-Oost. In totaal hebben we bijna zeshonderdduizend bezoekers per jaar.

Dat kunnen er natuurlijk altijd meer zijn en dat willen we ook graag, maar het is geen doel op zich. Waar het om gaat is dat we een stadsmuseum zijn en dat we de stad als het ware “verzamelen”. Die verzameling is, zou je kunnen zeggen, nu niet compleet.’

‘Niemand hoeft bang te zijn dat we de schilderijen van Ferdinand Bol, Govert Flinck of Rembrandt niet meer laten zien’

Kun je een voorbeeld geven van hoe jullie dit aanpakken?

‘Een mooi voorbeeld is de tentoonstelling “Opslaan als... Hoe verzamel je de stad” die binnenkort opent, en waarin we de prachtige en vaak ook bizarre objecten tonen die de stad inmiddels heeft “opgeslagen”. Het geldt als een soort nulmeting van wat we als museum hebben verzameld aan objecten en stadsverhalen over de afgelopen eeuwen. Zo zien we dat we allerlei verhalen hebben opgeslagen over de rijkdom van de stad, maar dat verhalen over armoede, de positie van de vrouw of kolonialisme ontbreken. Die verhalen willen we nu ook vertellen. Het verleden heeft veel meer dan we tot nu toe vaak presenteerden.’

 

Moeten we zo ook de discussie zien rond de term Gouden Eeuw? Het museum schafte die term onlangs af, waarover veel commotie over ontstond.

‘Dat debat ging inderdaad gepaard met veel commotie en emotie, ook in de internationale media. Wij willen een museum zijn dat bevraagt, dat kwesties aan de orde stelt. En dit is zo’n kwestie: die term dekt gewoon de lading niet, en wij zijn echt de enigen niet die daar zo over denken. Dat het Rijksmuseum die term voorlopig handhaaft is prima, maar ook zij gaan aandacht schenken aan de andere kant van de zeventiende eeuw. Zij komen volgend jaar met een grote tentoonstelling over de slavernij. De zeventiende eeuw was veel meer dan alleen een Gouden Eeuw en dat willen we óók laten zien. Niemand hoeft bang te zijn dat we de schilderijen van Ferdinand Bol, Govert Flinck of Rembrandt niet meer laten zien, maar er is óók een ander verhaal.’

 

Inclusie houdt meer in dan een sociaal-cultureel verhaal vertellen, er zit ook een sociaaleconomische kant aan: musea blijven duur en niet voor iedereen te betalen.

‘Absoluut. Daarom werkt het idee van het netwerkmuseum zo goed. In verschillende stadsdelen organiseren we workshops en tentoonstellingen in buurthuizen, en zelfs op straat. Dat zijn echt participatieprojecten waarbij cultuur- en geldbarrières worden geslecht. Iedereen kan daar aan meedoen, ook een vooral de mensen die niet de weg weten te vinden naar het centrum. Zo proberen we langdurige relaties op te bouwen met de hele stad. Dat kost ons als Amsterdam Museum natuurlijk geld, maar dat moeten we dan maar elders zien te genereren.’

 

Margriet Schavemaker spreekt vandaag om 16 uur haar oratie Hoe kunnen musea relevanter en inclusiever worden? uit in de Aula (Oude Lutherse Kerk). De oratie is vrij toegankelijk.