Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Robert J. Fisch (cc, via Flickr)
wetenschap

‘Amerika had niet verwacht ooit nog eens op eigen grondgebied aangevallen te worden’

Dirk Wolthekker,
9 september 2019 - 12:27

Het is deze week achttien jaar geleden dat New York zijn Twin Towers verloor: de aanslag op 11 september 2001 veranderde de wereld. Socioloog Thijs van Dooremalen promoveert deze week op een onderzoek naar de beeldvorming rond die aanslag in Amerika, Frankrijk en Nederland. ‘In Nederland is de aanslag een focus event geworden voor de discussie over moslims.’

Onderzoek naar 9/11 lijkt altijd actueel. Wat is de specifieke reden dat je dit onderzoek hebt verricht?

‘We denken dat we veel weten over 9/11, maar heel veel van wat we denken te weten over de aanslag op de Twin Towers bestaat uit sociologische veronderstellingen en assumpties. Het is in het collectieve geheugen van de wereldgemeenschap een grote gebeurtenis geweest. Het was een gebeurtenis met een grote maatschappelijke, politieke en economische impact. Wat ik heb gedaan is het ontwikkelen van een methode om dergelijke grote gebeurtenissen te onderzoeken en te verklaren. De machtspositie in de wereld en de nationale cultuur van een land blijken daarbij van belang.’

 

Je hebt een vergelijkend onderzoek gedaan naar de beeldvorming rond deze aanslag in drie landen: Amerika, Frankrijk en Nederland. Waarom die drie?

‘Amerika is natuurlijk een logische keuze, want de aanslag heeft daar plaatsgevonden. Frankrijk en Nederland zijn landen met deels een zelfde, en deels een andere internationale oriëntatie. Het zijn beide belangrijke Europese landen, maar Nederland is erg Atlantisch georiënteerd en beschouwt Amerika vooral als grote broer. Frankrijk kijkt zeker niet op die manier naar Amerika. Het land wil zelf een toonaangevende rol in Europa en op het wereldtoneel spelen. Omdat die drie landen juist verschillen en overeenkomen, verwachtte ik dat er echt iets uit mijn onderzoek kon komen en dat is ook gebeurd.’

Foto: UvA
Thijs van Dooremalen bij 9/11-monument in New York

Je hebt media-uitingen, parlementaire debatten en verkiezingsprogramma’s geanalyseerd. Je spreekt van 9/11 als shock event in Amerika.

‘Voor Amerika heeft de aanslag geleid tot een radicale wijziging in het denken over internationale en veiligheidspolitiek. De aanslag vormde de aanleiding voor een revolutionaire herziening van houdingen en beleid rond nationale veiligheid. Het belangrijkste bij een shock event is dat een dergelijke gebeurtenis niet past binnen het verwachtingspatroon van een land. Amerika had nooit verwacht ooit nog eens op eigen grondgebied aangevallen te worden en toch gebeurde dat. Dát maakte de aanslag vanaf dag één tot een shock.’

 

Hoe was dat in Frankrijk?

‘De aanslag speelde vanaf de eerste dag natuurlijk een rol in politieke discussies, maar het leidde niet tot een binnenlands veiligheidsdebat of tot discussie over de rol van de islam in de samenleving. Franse kranten verbonden de aanslagen op de Twin Towers nauwelijks aan binnenlandse kwesties en dat gold ook voor de Franse politiek. Ze zagen het vooral als een buitenlandse gebeurtenis.’

 

En Nederland?

‘Het was ook hier natuurlijk wel een grote gebeurtenis, maar 9/11 heeft niet geleid tot een discussie over de nationale veiligheid. We achtten ons als Nederland te klein om in ons eentje een internationaal probleem als terrorisme te kunnen bestrijden en we voelden meer weerzin dan de Amerikanen tegen het opofferen van privacy in de naam van de vrijheid.

De aanslag is wel een ijkpunt geworden in de discussie over de integratie van moslims. Dat was niet zozeer als historische doorbraak in die discussie, maar als een focus event, een gebeurtenis die bestaande discussies in een stroomversnelling brengt. Debatten over de islam werden in de jaren tachtig en negentig al gevoerd, met 9/11 zijn ze prominenter en heftiger geworden. Het domesticeren van de aanslagen, dat wil zeggen dat het tot binnenlands discussiepunt werd verheven, gebeurde sowieso veel meer in Nederland dan in Frankrijk. In Frankrijk werden er pas binnenlandse consequenties aan terrorisme verbonden na de aanslag op Charlie Hebdo, door Frankrijk notre onze septembre [onze elf september, red.] genoemd.’

‘Ik denk dat zolang er niet een vergelijkbare grote terroristische gebeurtenis plaatsvindt in een groot land, die de herinnering aan 9/11 kan vervagen, het een lang leven zal hebben’

Maar Frankrijk wil wel een rol op het wereldtoneel spelen, zei je net.

‘Dat is dus precies het verschil met Nederland: Frankrijk wil zich nadrukkelijk bemoeien met de wereldpolitiek en Franse opiniemakers vinden dat ook juist. Je zag dat heel duidelijk bij het afzetten van de Libische leider Khadaffi. Daar heeft toenmalig president Sarkozy een belangrijke rol bij gespeeld en Franse opiniemakers – van links tot rechts – vonden dat geweldig. Ze vonden dat dit ook zo hoorde.’

 

Het verschil tussen Nederland en Frankrijk in de omgang met deze aanslagen verklaar je door het verschil in ‘culturele repertoires’. Wat bedoel je daarmee?

‘Het gaat om het geheel van – overigens veranderlijke – normen, waarden en visies op hoe je met zulke grote buitenlandse gebeurtenissen omgaat. Frankrijk heeft daarbij als doel de Franse grandeur – het idee dat Frankrijk een unieke en belangrijke wereldnatie is – uit te dragen. Dit zorgt ervoor dat Franse politici zich in de nasleep van een buitenlandse gebeurtenis prominent op het internationale politieke toneel willen begeven. Dat kennen wij in Nederland eigenlijk niet.’

 

9/11 wordt altijd gelieerd aan de Twin Towers, terwijl er ook een aanslag plaatsvond op het Pentagon en een (mislukte) aanslag op het Witte Huis. Hoe komt dat?

‘Dat heeft denk ik te maken met het visuele effect van het instorten van die twee torens midden in New York. Dat was uitzonderlijk spectaculair en heel attractief om te linken aan een aanslag. In elk geval veel aantrekkelijker dan het Pentagon. Dat is weliswaar het hart van de Amerikaanse defensie, maar je zag toch vooral een vernield gebouw, dat veel minder tot de verbeelding sprak dat die twee torens.’

‘Ik denk dat de opkomst van Fortuyn en de moord op van Gogh minder schokkend waren voor de discussie over de islam dan nu vaak wordt gedacht’

Hoe beleefde jij zelf 9/11?

‘Ik was toen veertien jaar en hoewel ik toen al geïnteresseerd was in politiek heb ik die dag niet zo bewust beleefd, zoals ik dat bijvoorbeeld wel deed bij de moord op Pim Fortuyn of op Theo van Gogh. Ik herinner me dat we een minuut stilte hebben gehouden op school en de rector ons via de intercom toesprak.’

 

Waren de moord op Fortuyn op Van Gogh wel shock events in Nederland?

‘Ik heb er geen specifiek onderzoek naar gedaan, maar ik zou zeggen dat het voor veel Nederlanders zeker schokkend was dat er in korte tijd twee prominente publieke figuren werden vermoord vanwege hun opinies. Dat was echt een unicum in de Nederlandse geschiedenis van de laatste eeuwen. Ik denk dat de opkomst van Fortuyn en de moord op van Gogh minder schokkend waren voor de discussie over de islam dan nu vaak wordt gedacht. Zoals ik al zei was 9/11 een focus event voor een debat dat al jaren werd gevoerd, en dat geldt dus ook voor deze twee gebeurtenissen.’

 

Denk je dat 9/11 ooit een ‘gewone’ historische gebeurtenis zal worden en dus in de geschiedenis zal verzinken, of is dit van blijvende betekenis in de internationale politiek en heeft 9/11 zoals je dat noemt ‘een lang leven’?

‘Ik denk dat zolang er niet een vergelijkbare grote terroristische gebeurtenis plaatsvindt in een groot land, die de herinnering aan 9/11 kan vervagen, het een lang leven zal hebben. Ook het debat over de islam verstomt niet. Dat draagt er allemaal aan bij dat 9/11 – in elk geval in de westerse wereld – de komende decennia hoogstwaarschijnlijk zal blijven gelden als een zeer grote gebeurtenis en niet zomaar zal verzinken in de geschiedenis.’

 

Thijs van Dooremalen hoopt op woensdag 11 september om 12 uur te promoveren op zijn proefschrift The framing of 9/11 in the American, French, and Dutch public spheres (2001 – 2015). A contribution to the sociology of events. De promotie vindt plaats in de Agnietenkapel en is vrij toegankelijk.