Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: José Sa (cc, via Flickr)
wetenschap

UvA’er gaat met emoji’s psychische klachten bij jongeren opsporen

Dirk Wolthekker,
29 april 2019 - 11:10

UvA-onderzoeker Levi van Dam ontwikkelt vanuit zijn innovatiewerkplaats Garage2020 een digitale zelfhulp-app voor jongeren. Een negatieve of positieve emoticon aantikken en hup, je hulpverlener weet direct hoe jouw psychische vlag erbij hangt en kan direct ingrijpen. ‘Mentaal gezonde’ studenten kunnen zich melden.

‘Vorig jaar zijn we vanuit Garage2020 met dit onderzoek gestart. In samenwerking met onderzoekers van MIT en Harvard deden we een pilot met 32 probleemjongeren van wie een deel psychische hulp ontving van een hulpverlener en een ander deel niet. Allemaal hadden ze een app op hun smartphone geïnstalleerd waarmee we hen dagelijks vroegen hoe ze zich op dat moment voelden. De pilot was een succes,’ zegt ‘vernieuwend’ orthopedagoog Levi van Dam. ‘Daarom gaan we er mee door, maar daarvoor hebben we wel vijfhonderd jongeren nodig onder het motto Donate your Data.’ Gezondheidszorg waarbij hulpverleners hun mobiel niet uit, maar juist aanzetten.

Foto: Levi van Dam

Emoticons

Onderzoek met behulp van je smartphone en het appen van emoticons, dat is kort gezegd de manier waarop Van Dam dit onderzoek uitvoert. Het moet ook een preventieve werking hebben op jongeren die in de problemen dreigen te komen. Deze vorm van onderzoek is een soort ‘digitale representatie’ van een MRI-scan, waarbij mensen fysiek worden doorgelicht, zegt Van Dam. Hij promoveerde eind vorig jaar op een onderzoek naar het belang van informele mentoren voor probleemjongeren.

 

‘Een digitale footprint is ook een spiegel van jezelf. Met deze methode kun je ook sneller reageren op mogelijke problemen en de methode is minder ingrijpend in iemands leven. Een uithuisplaatsing is bijvoorbeeld nogal een intrusieve methode om een probleem aan te pakken. Dat is deze digitale manier niet.’ Levi heeft voor dit project een subsidie gekregen van het European Institute of Technology (EIT). Zij werken samen met het Centrum voor Wiskunde & Informatica (CWI) en de Technische Universiteit van Madrid (UPM).

‘Het is natuurlijk niet zo dat deze methode het traject met een hulpverlener overbodig maakt, maar het kan wel sneller, persoonlijker en daarom beter’

Schermtijd

Studenten kunnen zich online aanmelden voor het onderzoek en via een link een app downloaden, waar twaalf positieve en negatieve smileys opstaan. Van Dam: ‘Uit de eerdere test bleek dat het dagelijks invullen van deze emoticons, jongeren het gevoel gaf meer grip te krijgen op hun emoties. Dat de app emoties zichtbaar maakt, is al een heel mooi resultaat. Wel gaven juist de jongeren met psychische problemen aan dat zij het soms te belastend vonden om dagelijks hun emoties te rapporteren.’ Iedere deelnemer ontvangt elke dag één app met de vraag hoe hij of zij zich voelt. Deze ‘actieve’ data worden aangevuld met ‘passieve’ data, omdat het digitale systeem zo is ingericht dat de onderzoekers kunnen zien hoe veel mensen hebben gebeld en hoe hoog hun schermtijd was.

 

‘Als we iemand een app sturen om tien uur ’s avonds en het scherm wordt niet aangeraakt, gaan we ervan uit dat zo iemand slaapt. Maar als het heel lang duurt voordat iemand het scherm aanraakt kunnen we in de toekomst beter reageren,’ zegt Van Dam. ‘Het is natuurlijk niet zo dat deze methode het traject met een hulpverlener overbodig maakt, maar het kan wel sneller, persoonlijker en daarom beter. Een afspraak over drie weken met een psycholoog kan op deze manier via de app al worden voorbereid. Het uiteindelijke consult verloopt dan beter, al blijft bij spoedgevallen de directe interventie door een hulpverlener ook belangrijk.’

 

Volgens Van Dam voldoet deze onderzoeksmethode ‘uiteraard’ aan alle voorwaarden rondom privacy. ‘De jongeren weten welke data wordt opgeslagen, dit wordt op een veilige plek opgeslagen en ze kunnen ieder moment stoppen en/of hun data laten vernietigen als zij dit willen.’