Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Gerard Stolk (cc, via Flickr)
wetenschap

‘Toen ik bij de klimaattafels zat, dacht ik: dit gaat mis’

Addie Schulte,
20 februari 2019 - 07:15

Oplossingen bieden voor het klimaatvraagstuk, dat is het belangrijkste, zegt John Grin, hoogleraar beleidswetenschap en systeeminnovaties. Nu kan dat nog relatief pijnloos. Hij wil weerwerk bieden aan ‘de mafketels’ die iedere verandering willen tegenhouden.

Hoe ernstig is die situatie?

‘Het is veel erger dan hardop gezegd wordt, juist omdat verantwoordelijke mensen van het KNMI, de regering of van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) doodsbang zijn dat hun uitspraken teveel op doemdenken gaan lijken. Als we zo doorgaan, hebben we in 2100 een zeespiegelstijging van 2 tot 3 meter. De infrastructuurfondsen worden daar al stilletjes op aangepast.’

John Grin: ‘Ik ben niet van somber, ook niet van vrolijk, ik ben van gewoon nadenken’

U ziet wel een risico voor de democratie, als er niet snel actie komt.

‘Als we nog tien jaar wachten met aanpassen is er tien jaar concurrentieopbouw in de niet-fossiele economie gemist. Dan zullen de aanpassingen moeten gebeuren met minder inkomsten en dezelfde uitgaven. Dan leidt tot nog veel meer protest. Als je nu al bang bent voor de gele hesjes en daarom niks doet, zorg je ervoor dat je opvolger over tien jaar veel meer reden heeft om bang te zijn voor gele hesjes en het misschien niet meer winnen kan.’

 

Dat is toch een somber vooruitzicht?

‘Ik ben niet van somber, ook niet van vrolijk, ik ben van gewoon nadenken. Ik wil me niet laten vangen in dat soort woorden. Ik werk al dertig jaar aan duurzame oplossingen met alles wat ik in me heb. Nederland heeft volop kansen om de economie aan te passen. In bijvoorbeeld de plastic industrie, biobrandstoffen, water of voedselproductie heeft ons land een prima uitgangspositie: een sterke kennisinfrastructuur en bedrijven die bezig zijn met de transitie. Maar als je nu niks doet, maak je het alleen maar erger.’

‘Ik meng me sinds ongeveer een half jaar in het publieke debat om tegenwicht te bieden tegen de mafketels die op een gevaarlijke manier ondermijnen wat hard nodig is’

Scholieren en studenten protesteren voor een strenger klimaatbeleid, gele hesjes tegen dure maatregelen. Hoe kunnen politici daarmee omgaan?

‘Ze kunnen het gesprek aangaan. Maar het idee dat je in het midden moet uitkomen, is een hersenloze vorm van democratie. De intelligentere vorm van democratie is dat je met beide kanten spreekt en argumenten weegt. Mensen als Baudet zouden veel harder aangepakt moeten worden. Zijn argument over hoge kosten van het klimaatbeleid klopt van geen kanten, en hij negeert de opbrengsten. Ik meng me sinds ongeveer een half jaar in het publieke debat om tegenwicht te bieden tegen de mafketels die op een gevaarlijke manier ondermijnen wat hard nodig is. Maar wie zich op sociale media uitlaat over dat soort onderwerpen loopt het risico door een trollenleger aangevallen en geïntimideerd te worden. Soms worden zelfs privé-adressen verspreid. Dat is ziek en antidemocratisch.’

 

Dit kabinet heeft de klimaattafels ingesteld om tot een akkoord te komen. Wat heeft dat opgeleverd?

‘Ik heb bij een aantal van die tafels gezeten. Toen het onderhandelingsproces werd uitgelegd dacht ik gelijk: dit gaat mis. Ze hadden bijzettafels en hoofdtafels. Aan die hoofdtafels zaten uitsluitend de belangenorganisaties en koepelorganisaties. Van de Woonbond tot Natuur en Milieu en de Vereniging Chemische Industrie. Die organisaties zijn gegroeid rond vraagstellingen die in het verleden belangrijk waren. De vraag is of van die clubs de verbeeldingskracht is te verwachten voor nieuwe oplossingen. Het had alleen goed kunnen werken als mensen van de werkvloer, deskundigen en particuliere ondernemers het initiatief hadden kunnen hebben. Maar die zaten aan de minder belangrijke bijzettafels.’

‘Denk niet te snel dat je in een sector werkt waar klimaat niet ter zake doet’

Dan valt het resultaat nog mee.

‘Ja, maar het is geen optimaal resultaat. Met een andere opzet was de politiek gedwongen tot hardere keuzes, die wel tot eerlijker verdeling opties hadden kunenn leiden – bijvoorbeeld elektrisch vervoer niet subsidiëren maar vanaf 2030 verplichten, dat drukt de prijzen en dan gaan de fabrikanten nu al de lagere prijsklassen bedienen.’

 

De klimaatverandering kan je zien als de bruikbare catastrofe. Omdat die gebruikt kan worden, bijvoorbeeld om duidelijk te maken dat de aarde grenzen heeft.

‘Ik werk aan oplossingen. Maar die houding kon ik me alleen permitteren omdat het probleem al op de agenda was gezet. Het is goed dat mensen dat hebben gedaan. Maar er is een dunne lijn tussen een probleem signaleren en angst zaaien. Dat laatste moet je volgens mij nooit doen. Dat slaat dood, in plaats van dat het mensen op de been brengt. Maar uit de sociale wetenschappen weten we dat mensen het snelst leren van onaangename verrassingen. We leren veel minder van positieve resultaten. Het is onvermijdelijk dat je af en toe die dunne lijn met angst zaaien overgaat.’ 

Strijd om de toekomst

Klimaatverandering is volgens velen beslissend voor onze toekomst. Freelance journalist Addie Schulte onderzocht in zijn boek De strijd om de toekomst onder andere de omgang met het broeikaseffect. In een serie voor Folia spreekt hij wetenschappers van verschillende disciplines over de risico’s, kansen en dilemma’s rond klimaatverandering.

Zijn we in staat de doelstellingen van Parijs te halen?

‘Ik denk het wel, omdat uiteindelijk een aantal grote spelers het probleem zien en er naar handelen. En omdat onderop in de samenleving allerlei organisaties daarmee bezig zijn. Maar we hebben haast. Of we onder de anderhalve of twee graden blijven weet ik niet. Als dat niet gebeurt, gaan mensen pas echt hard werken, maar is het jammer dat ze het niet eerder hebben gedaan.’

 

Wat kunnen of moeten studenten doen?

‘Ze moeten zich afvragen wat zij kunnen bijdragen, ook later, als academisch professional. Denk niet te snel dat je in een sector werkt waar klimaat niet ter zake doet. Realiseer je dat er grote maatschappelijke veranderingen zijn, die enorm gaan doorwerken. Heel veel disciplines hebben daaraan bij te dragen. Studenten moeten zorgen dat als ze de arbeidsmarkt op stromen ze dat kunnen, al is het maar omdat hun baas dat van ze gaat vragen. Als hun opleiding dat niet aanbiedt, moeten ze daarom gaan vragen. En ik mag toch hopen dat studenten zoveel mogelijk levenskeuzes gaan overdenken. Het zou mooi zijn als die generatie dat sneller doet dan de mijne.’ 

 

Dit is de derde aflevering in een vierluik waarin we met UvA-wetenschappers praten over klimaatverandering. Morgen spreken we met milieufilosoof Marc Davidson. Lees hier de aflevering met hoogleraar Environment and development in global south Joyeeta Gupta terug.