Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: © Paul Kramer
wetenschap

Hoe een UvA’er de Larense Denker van Rodin zijn ledematen teruggaf

Irene Schoenmacker,
6 februari 2019 - 16:04

In 2007 werd een versie van de Denker van Rodin gestolen uit het Singer Museum in Laren. De daders probeerden het beeld in stukken te hakken. UvA-vakdocent restauratie en conservering metaal Tonny Beentjes restaureerde het kunstwerk met behulp van een 3D-printer en schreef daar zijn proefschrift over, dat hij op 22 februari verdedigt. ‘In die tijd waren we met deze restauratietechnieken aan het pionieren: zoiets was nog nooit eerder gedaan.’

Hoe zag het beeld er destijds uit?
‘De dieven probeerden vermoedelijk het beeld te stelen vanwege het koper in de brons, want de koperprijsBrons is een legering van koper en tin. was in die tijd heel hoog. Maar ze waren niet erg slim: de politie vond in de tuin op de plek waar het beeld had gestaan versnipperde papiertjes in het gras, waarop een routebeschrijving van Google Maps naar het museum stond. De politie hoefde alleen maar de route te herleiden naar het huis van de verdachte, waar het beeld begraven in de tuin werd gevonden.

De denker miste echter zijn rechteronderbeen. Dat is nooit teruggevonden. De dieven hadden geprobeerd met een slijpmachine het beeld in stukken te zagen, waardoor er naast het been verschillende happen uit het lichaam misten. Ook hebben ze geprobeerd bepaalde onderdelen met een moker los te slaan. Een arm en het hoofd waren flink vervormd. Voor het museum was de diefstal destijds erg traumatisch. Het is het enige beeld dat nog redelijk compleet is teruggevonden. De zes andere, minder bekende beelden die ook waren gestolen, zijn nooit teruggevonden.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: @ Paul Kramer
Beentjes geeft de Denker een nieuw bronzen been

Waar gaat uw promotieonderzoek precies over?
‘De aanleiding was de restauratie natuurlijk: het beeld was zogezegd door de dieven ernstig beschadigd. Toen ik aan de restauratie begon, stuitten we op het probleem dat we niet wisten hoe het beeld precies was gegoten. We kwamen er achter dat Rodin een ongebruikelijke techniek had gebruikt bij het gieten – niet ongebruikelijk voor die periode overigens, maar wel voor hoe brons bijvoorbeeld in de renaissance of barok werd gegoten. Ik kon maar heel weinig in de literatuur terugvinden over deze techniek. Dus toen de restauratie af was, was het een mooie aanleiding om verder op onderzoek uit te gaan.’

 

U maakte gebruik van 3D-printers om het beeld te restaureren. Hoe uniek was dat in 2008?
‘In die tijd waren we aan het pionieren, schrijf ik in mijn proefschrift. Het gebruik van 3D-printers was in ons vak nog niet eerder op deze schaal gedaan. Wij hebben met de printers bepaalde onderdelen geprint waardoor we heel precies de ontbrekende gedeeltes konden namaken en vastlijmen. Nu is het printen in 3D veel gangbaarder en ik denk dat het in de toekomst nog veel gewoner gaat worden.’

Foto: @ Paul Kramer

Hoe uniek is het beeld nu nog?

‘Vergeet niet, de denker als object is meerdere keren gegoten. Van dit kleinere model zijn er tientallen gegoten, zowel tijdens het leven van Rodin als na zijn dood. Dus het beeld is sowieso niet uniek. Ik denk dat je een onderscheid moet maken tussen kunsthistorisch uniek en materiaaltechnisch uniek. Voor kunsthistorici is dit beeld een verloren object. Maar ik zie dat als restaurateur anders. Elk beeld wordt met de hand gemaakt en heeft daardoor een andere afwerking en kleur, het zogenoemde patina. Deze had altijd buiten in de tuin van het Singer Laren gestaan en was daarom groenig van kleur. Dat maakt dit model uniek in vergelijking met de andere tientallen beelden. Met de restauratie is er nu een stukje geschiedenis bijgekomen. Ook voor het museum is het beeld heel uniek: het is gekocht door de stichter van het museum, Anna van Laren en is een belangrijk onderdeel van de kerncollectie van het museum.’

 

Hoe zichtbaar mocht de restauratie zijn?

‘We hadden als opdracht dat de museumbezoeker van een gemiddelde afstand, laten we zeggen anderhalve meter, niet moest kunnen zien dat er iets aan het beeld was veranderd. Maar wie dichterbij komt, kan wel degelijk zien waar de aanvullingen zitten. Dat is niet erg. In ons vak is de regel, dat alles wat aangepast wordt, ook weer moet kunnen worden teruggedraaid. We hebben nu technieken gebruikt waar we vijfentwintig jaar geleden van droomden: we weten nooit wat voor nieuwe technieken om de hoek staan. Om die later te kunnen toepassen moet het beeld geen onherstelbare restauratieschade worden toegebracht.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: @ Paul Kramer

Wat was de grootste uitdaging?

‘Kunsttechnologisch onderzoek is nog een vrij nieuwe discipline. De kar wordt nog voornamelijk getrokken door de schilderkunst, waar bijvoorbeeld wordt onderzocht welke technieken Rembrandt precies heeft gebruikt. Nog niet zo lang geleden waren het voornamelijk kunsthistorici die vanuit hun ivoren toren kunst heel theoretisch benaderden. Wij willen het verhaal vertellen van het materiaal. Maar om zo’n praktische benadering in een goede, academische vorm te gieten voor mijn promotie, dat was zeker af en toe lastig.’

 

Tonny Beentjes hoopt op 22 februari om 13.00 uur in de Aula van de Universiteit van Amsterdam te promoveren op zijn proefschrift Casting Rodin's Thinker. Sand Mould Casting, the Case of the Laren Thinker and Conservation Treatment Innovation.