Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Andrew Moore (cc, via Flickr)
wetenschap

Hoe Kingsley met een proefschrift zijn Nigeriaanse thuisstad wil helpen

Sterre van der Hee,
9 november 2018 - 14:50
Betreft
Deel op

De Nigeriaanse UvA-onderzoeker Kingsley Madueke (40) promoveerde woensdag op de herhaling van geweld tussen christenen en moslims in zijn thuisstad Jos. Hoe is die strijd te voorkomen? ‘Na sommige interviews was ik opgelucht dat ik weer buiten stond.’

Als Kingsley Madueke (40) over zijn jeugd in de Nigeriaanse stad Jos vertelt, droomt hij een beetje weg. ‘Het is een geweldige plek,’ zegt hij. ‘Dat zal elke Nigeriaan je kunnen vertellen.’ Hij begint over heuvelachtige straten, de centrale regio, en over het Josplateau, dat de stad een on-Afrikaans koel klimaat bezorgt. En over zijn familie. ‘It’s where our roots are.


Madueke, die nu even met zijn vrouw Victoria in Amsterdam is en veelal als onafhankelijk onderzoeker werkt, kwam via een Marie Curie-fellowship bij de UvA, waar hij vier jaar lang het etnisch geweld in Jos bestudeerde. De stad telt ruim 850.000 inwoners en kampt sinds 2001 met ernstige conflicten tussen moslims en christenen. Zeker vijfduizend mensen zijn gedood, zegt Madueke, en 250.000 mensen werden gedwongen te verhuizen. Het geweld zorgde voor de vernietiging van woningen, bedrijfspanden en delen van de infrastructuur. 

Foto: Privéarchief Madueke
Kingsley Madueke

Dat terwijl zijn jeugd in Jos ‘bijna utopisch’ was, zegt Madueke. ‘Zo gingen christelijke kinderen met moslimvriendjes naar de moskee en andersom – daar had niemand problemen mee.’ Anders werd het na de ‘rellen van Jos’ in 2001, toen de overwegend christelijke inwoners in protest kwamen tegen de benoeming in de politiek van een lid van de Hausa-moslimgemeenschap – die als niet-inheems wordt beschouwd. ‘Als er twee dominante, grote groepen zijn, proberen ze allebei de macht te grijpen.’


Waar richtte uw onderzoek zich op?
‘Ik keek specifiek naar de context van geweld in verschillende buurten. De wijken in Jos zijn gesegregeerd: er zijn christelijke wijken en moslimwijken, en grote groepen mensen verdedigen hun buurt. Als die vechten gebruiken ze machetes en kalasjnikovs, dus kan je beter niet dichtbij zijn. Veiligheidstroepen dringen ze terug in de wijk, maar zodra die weg zijn, vechten de bewoners verder. Daar moet dus een andere aanpak voor worden bedacht.’

 

Hoe gaan de mensen om met dit dagelijkse geweld in Jos?
‘Weet je, mensen raken eraan gewend. Als het geweld plaatsvindt, zorgen mensen dat ze daar niet bij in de buurt komen. Je moet je weg in de stad kennen, er zijn no go areas. Als het echt misgaat, gaat niemand de straat op.’

 

(Lees verder onder de kaart)

U heeft ruim honderd interviews gehouden met geweldplegers. Hoe was het om hen te spreken?
‘Het is risicovol. Als local en voormalig journalist kende ik mensen die bij conflicten betrokken waren, maar ze weten ook waar je woont. Ik zie mezelf niet als een partij in het conflict – een onderzoeker hoort immers objectief te zijn – maar dat blijkt in de praktijk toch ingewikkeld. Bijvoorbeeld door mijn naam: die is Engels, en moslims gebruiken in Nigeria geen Engelse namen, dus ben ik direct veiliger in christelijke buurten. Na sommige interviews was ik zeker opgelucht toen ik weer veilig buiten stond.’

‘Basisscholen zijn gesegregeerd, dus deze kinderen zullen nooit bij iemand met een andere religie in de klas zitten’

Wat is de belangrijkste bevinding van uw onderzoek?
‘Er zijn veel vredesmissies uitgevoerd, maar vaak zonder begrip van de buurtdynamiek. Verschillende buurten hebben baat bij verschillende interventiemethodes. Zo blijkt uit mijn onderzoek dat het belangrijk is om militairen én burgeroganisaties de wijken in te sturen om met geweldplegers in gesprek te gaan, in hun eigen “vesting” – dat wordt vaak vergeten. Het is een van mijn aanbevelingen.’

 

In hoeverre draagt dit onderzoek nu daadwerkelijk bij aan vredesbesprekingen?
‘Daar is het extreem belangrijk voor. Het enige probleem is wat wij “het faillissement van de politieke wil” noemen. Er zijn oplossingen, en onderzoek draagt daaraan bij, maar uiteindelijk moet de overheid er iets aan doen.’


U heeft twee dochters van 5 en 6 jaar. Denkt u er weleens over om Jos te verlaten?
‘Niet echt. Verhuizen is in Nigeria ingewikkelder dan in Europa: het is prijzig, de opties zijn beperkt, openbaar vervoer is slecht en je moet elders werk zien te vinden. En we houden van de stad, maar als het geweld zo doorgaat zullen we uiteindelijk wel weggaan. Dit is geen plek voor mijn meisjes om op te groeien: zo zijn ook de basisscholen gesegregeerd waardoor sommige kinderen nooit bij iemand met een andere religie in de klas zullen zitten. Je kunt je alleen maar afvragen wat dat voor de toekomst betekent.’

Lees meer over