Waarom klik je toch op die video van een onthoofding, of waarop wordt getoond hoe slachtoffers van een vliegtuigramp worden weggevoerd? UvA-onderzoeker Suzanne Oosterwijk doet onderzoek naar morbide nieuwsgierigheid. ‘Dat mensen negatieve beelden willen zien, kan komen door de informatie die daarin zit. Hoe ziet geweld eruit?’
Emotieonderzoeker Suzanne Oosterwijk merkte dat de plaatjes die ze in een eerder onderzoek gebruikte om angst of walging op te roepen fascinerend werden gevonden door sommige proefpersonen. ‘Eigenlijk zie je dat in de echte wereld ook,’ zegt ze. ‘Mensen zijn nieuwsgierig naar gruwelijke dingen die op straat gebeuren. Het leek me interessant om hier onderzoek naar te doen.’
Morbide nieuwsgierigheid
Nu doet ze onderzoek naar morbide nieuwsgierigheid. ‘Morbide nieuwsgierigheid is een nieuwsgierigheid naar informatie over dood, geweld of lichamelijk letsel,’ legt ze uit. ‘Het is het soort informatie dat je aan de ene kant niet wilt zien of horen, maar toch ook weer wel, omdat je het spannend vindt. Ik wilde in mijn onderzoek eerst bekijken of je morbide nieuwsgierigheid wel echt kunt meten, want daarna kun je pas complexere vragen stellen over hoe dit in je brein werkt.’ Ze vraagt niet aan proefpersonen wat ze van een negatief beeld vinden, maar laat de mensen zelf kiezen tussen positieve en negatieve beelden. Oosterwijk: ‘We kijken hoe vaak de negatieve optie wordt gekozen. Hoe vaker je de negatieve optie kiest, hoe hoger je morbide nieuwsgierigheid is.’
In een andere test laat ze proefpersonen kiezen op basis van tekstbeschrijvingen. ‘De test bestaat steeds uit twee verschillende regeltjes tekst waaruit je moet kiezen,’ legt Oosterwijk uit. ‘Deze zinnen beschrijven bepaalde plaatjes die je na je keuze te zien krijgt.’
Test met schokkende beelden
Die test ga ik doen om te bekijken hoe morbide nieuwsgierig ik ben. Hiervoor moet ik eerst een formulier ondertekenen waarin onder andere staat dat je altijd mag stoppen als je het niet meer ziet zitten. De test bevat namelijk heftige afbeeldingen die als schokkend ervaren kunnen worden. Toch vertelt Oosterwijk dat er heel weinig mensen zijn die tijdens de test willen stoppen.
Ze laat me alleen achter in een hokje met een computer. Nu vind ik het toch wel een beetje spannend worden. Hoe heftig zullen die plaatjes zijn? Er wordt nog gewaarschuwd dat je je tijdens je keuze niet moet laten afleiden door sociaal-wenselijke overwegingen; elk antwoord is goed. Oké, daar gaan we dan.
Verkoold lichaam met een grimas
De eerste keuze die ik moet maken: een knappe man met een mooie glimlach of een verkoold lichaam met een grimas op het gezicht. Nou, dan weet ik het wel. Een knappe man! Toch merk ik dat ik nieuwsgierig word naar de minder positieve plaatjes. Laat ik daar eens voor gaan. Dat was een verkeerde keuze: ik zie een gemummificeerd gezicht in plaats van een blozende vrouw. Ik ga weer voor de positieve plaatjes. De meeste zijn nog grappig ook. Smerige filmpjes op Facebook skip ik in het echte leven, maar in deze test kies ik zo nu en dan toch een beschrijving waarvan ik in eerste instantie niet zou denken dat ik daar een plaatje van wil zien, zoals een militair die een burger op het hoofd trapt of een man die een vrouw bedreigt met een mes.
‘Meerdere proefpersonen maakten andere keuzes dan ze van tevoren dachten,’ vertelt Oosterwijk. ‘Je mag alles kiezen tijdens deze test. Het is heel open. Hierdoor heeft het veel weg van hoe je in het echte leven dingen bekijkt.’
Functie morbide nieuwsgierigheid
In haar onderzoek ziet ze dat mensen de sterkste voorkeur hebben voor afbeeldingen van dood, geweld of lichamelijk letsel waar mensen op staan die met elkaar interacteren, bijvoorbeeld een gewond persoon die door andere mensen wordt weggedragen. ‘Heel grafische dingen, zoals een close-up van een doorgesneden keel of een afgehakte hand vinden mensen vaak minder interessant. Mensen zijn heel sociaal ingesteld.’
Het blijkt dat studenten over het algemeen hoger scoren op morbide nieuwsgierigheid dan andere groepen mensen. Oosterwijk denkt dat die morbide nieuwsgierigheid een functie heeft. ‘De reden dat mensen vaak voor negatieve beelden gaan, kan komen doordat er informatie zit in negatieve dingen. Hoe ziet geweld eruit? Wat doen mensen in zo’n situatie? Door negatieve beelden volledig te vermijden mis je een deel van hoe de wereld eruit ziet, een soort gat in je kennis. Dat iemand bij een kassa afrekent, zie je wel vaker, dat heeft geen nieuwswaarde meer. Vaak wordt morbide nieuwsgierigheid gezien als sensatie zoeken, maar dat is niet de enige motivatie, denk ik.’
Vergelijkbaar met social media
Oosterwijk gaat in haar onderzoek verder met het testen van morbide nieuwsgierigheid. ‘Je kunt bijvoorbeeld de meningen van andere mensen over bepaalde afbeeldingen manipuleren, voordat proefpersonen de plaatjes zien. We willen bekijken of proefpersonen een afbeelding eerder gaan kiezen als iemand anders er een bepaalde mening over heeft, zoals: “Dit is echt te gruwelijk. Dit wilde ik liever niet zien.” Of: “Dit is fascinerend.” Op deze manier krijg je inzicht in processen die vergelijkbaar zijn met social media.’ Daarnaast wil ze onderzoeken hoe morbide nieuwsgierigheid in je brein werkt. ‘Er staat nog heel veel onderzoek op de agenda.’
Mijn morbide nieuwsgierigheid was in ieder geval bij bepaalde beelden meer aanwezig dan ik had verwacht. Als ik moest kiezen tussen negatieve of neutrale beelden van mensen, zoals gewonde slachtoffers van een vliegramp, of een groep vrouwen op een conferentie, koos ik 50 procent van de negatieve beelden. De proefpersonen van Oosterwijk kozen vaker voor negatieve beelden: in 67 procent van de gevallen. Bij de categorieën die fysiek letsel toonden was ik steeds veel minder morbide nieuwsgierig dan de proefpersonen. Afgehakte handen en open lichamen zijn gewoon niet zo mijn ding.
Het paper over het onderzoek van Oosterwijk kun je hier vinden.