Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dakota Corbin (via Unsplash)
wetenschap

‘De winst die je in de eerste duizend dagen kunt behalen is enorm’

Sanne Mariani,
17 april 2018 - 16:13

In het boek De eerste 1000 dagen bespreekt hoogleraar Tessa Roseboom het belang van een gezonde vroege ontwikkeling van het kind. Morgen overhandigt ze het eerste boek aan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid. ‘We missen de helft van de kansen als we vaders niet betrekken bij een goede start voor hun kind.’

Tessa Roseboom is hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid aan de Faculteit der Geneeskunde (AMC) en doet al 22 jaar onderzoek binnen dit vakgebied. Ze kreeg veel internationale media-aandacht naar aanleiding van haar vorige boek, Babies van de Hongerwinter: de onvermoede erfenis van ondervoeding dat in 2010 in Nederland werd uitgebracht. Daarin onderzocht ze de gevolgen van de ondervoeding van Nederlandse moeders in de hongerwinter op hun kinderen.

Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
Tessa Roseboom

Wat is er nieuw aan dit boek, De eerste 1000 dagen?

‘Wat ons onderzoek naar kinderen die in de hongerwinter geboren werden aantoonde, is dat voedingstekort tijdens de zwangerschap blijvende gevolgen heef. Die kinderen hebben later bijvoorbeeld een hoger risico op hart- en vaatziekten. Nieuw onderzoek bij zwangere vrouwen in ontwikkelingslanden toont opnieuw aan wat het belang is van goede voeding.

Ik ben zelf bioloog, maar in mijn boek probeer ik een brug te slaan tussen de economie, de medische wereld en de psychologie. Je kunt je voorstellen dat als een brein zich onder mindere omstandigheden ontwikkelt, zich dat later uit in een slechter geheugen of matige leerprestaties. Het gaat hierbij echter niet alleen om een medisch effect, maar ook om een economisch effect. Economische studies laten zien dat een ruimer ouderschapsverlof in direct verband staat met betere prestaties en hogere inkomens van kinderen later. Investeren in de vroege ontwikkeling kan dus een enorme winst opleveren in de toekomst. Natuurlijk, niet alles in het leven gaat om geld, maar het toont wel aan dat die kinderen met slechtere omstandigheden in de baarmoeder en in hun eerste levensjaren beginnen met een achterstand. De eerste duizend dagen leggen het fundament. ’

‘In mijn boek verwijs ik naar een tekst van De Jeugd van Tegenwoordig: “Een goed begin is het halve werk, maar een goed begin is maar de helft”’

Wat kan er precies beter aan de individuele begeleiding voor zwangere vrouwen?

‘Van de bevruchting tot aan het begin van het tweede levensjaar van een kind vinden er ontzettend veel veranderingen in een korte tijd plaats. Het belang van voeding en leefstijl wordt al benadrukt bij de behandeling van zwangere vrouwen: “Pas op met rauwmelkse kazen, producten met lever en ook roken en alcohol,” maar er is meer van belang voor een goede start. Voor aanstaande vaders is er bijvoorbeeld te weinig aandacht. We missen de helft van de kansen als we vaders niet betrekken bij een goede start voor hun kind. Vaders hebben een ondersteunende rol voor de moeder bij het vinden van een juist voedingspatroon. Maar ook wat zij eten en of ze roken vanaf de bevruchting heeft effect op de gezondheid van hun kind. In Nederland krijgen vaders maar twee dagen ouderschapsverlof, wat hen weinig tijd geeft te wennen aan het vaderschap en hun nieuwe rol in de zorg voor het pasgeboren kind. Daarom is er niet alleen individueel meer aandacht nodig, maar ook qua algemeen beleid. Ik ben erg blij dat minister De Jonge gaat starten met een landelijk programma om meer te investeren in de eerste duizend dagen van een kind. De winst die daarmee te behalen is, is enorm! Het belang van de vroege ontwikkeling is nog te weinig algemeen bekend.’

Waarom is er zo weinig bekend?

‘Veel mensen zijn nog steeds verbaasd over het belang van de vroege ontwikkeling. Verloskundige zorg voor het kind begint in Nederland pas op de leeftijd waarop alle organen al zijn aangelegd, dat is eigenlijk erg gek. Daarom wil ik graag bevindingen in de wetenschap delen met mensen buiten mijn eigen vakgebied. Bovendien hebben vrouwen in onze samenleving nog steeds te maken met lagere lonen, werkloosheid, onbetaalde banen en armoede, wat gepaard gaat met stress. In die zin staan maatschappelijke problemen in verband met de moeder en worden daarmee overgedragen op het kind. Gelijke kansen voor vrouwen in de maatschappij zullen daarmee een goede investering zijn in onze toekomstige generatie.’

 

Hoe erg is het als een kind slechtere omstandigheden heeft gehad tijdens zijn ‘eerste 1000 dagen’?

‘Een kind is niet gedoemd voor een slechte toekomst door een achterstand bij de ontwikkeling. Een gezonde voeding en genoeg sporten, ook op latere leeftijd, blijft natuurlijk nog net zo belangrijk en draagt bij aan een goede verdere ontwikkeling. In mijn boek verwijs ik hierover naar een tekst uit het nummer “Sterrenstof” van De Jeugd van Tegenwoordig: “Een goed begin is het halve werk, maar een goed begin is maar de helft.”’