Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
wetenschap

‘Ruim de helft van de mensen in de bijstand is opgegeven’

Eva Hofman,
17 januari 2018 - 12:18

Ruim de helft van Nederlandse bijstandsgerechtigden is opgegeven voor een baan. Dat blijkt uit een uitgebreid onderzoek dat bijzonder hoogleraar actief burgerschapKremers leerstoel wordt betaald door de Stichting Actief Burgerschap. Monique Kremer uitvoerde in samenwerking met het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. ‘De strategie is alleen die mensen te helpen die al klaarstaan om aan de slag te gaan.’

De gemeenten Amsterdam en Rotterdam hebben in de afgelopen vier jaar samen 33.000 mensen van de bijstand naar een baan geholpen, zo meldden zij gisteren. Goed nieuws, zo lijkt. Toch is er nog genoeg te doen, vindt hoogleraar Kremer die onderzocht hoe je mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt begeleidt en ondersteunt. ‘Die groep krijgt de laatste tijd meer aandacht, maar we kwamen tot de conclusie dat in de bijstand een knip zit. Mensen die snel weer aan het werk kunnen, worden geholpen. Maar mensen in de andere categorie krijgen veel minder begeleiding, en zeker niet naar werk.’

 

Hoe heeft uw team onderzoek gedaan?

‘Om uit te zoeken hoe juist die laatste groep meer hulp kan krijgen, hebben we drie centrale punten onderzocht. De eerste is: wat gebeurt er al concreet in Nederlandse gemeenten? Journalist Jelle van der Meer heeft daarvoor onderzoek gedaan naar de gemeenten Utrecht, Tilburg, Leeuwarden, Rotterdam en Amsterdam. Verder zijn we naar Stockholm en Bremen gegaan om uit te zoeken wat we van deze steden kunnen leren. Op basis van de wetenschappelijke literatuur hebben we vervolgens onderzocht welke strategieën werken en welke niet.’

Foto: WRR
Monique Kremer

Welke strategieën werken goed?

‘Individuele aandacht, activiteiten die aansluiten bij de interesse van de cliënt, en werk in een beschermde omgeving doen het goed. Minder goed werken bijvoorbeeld financiële sanctionering, een massale aanpak en disciplineren. Er moet wel drang zijn, van “straks gaat u werken”, maar die moet subtiel zijn. De aanpak moet op maat - niet alles werkt hetzelfde voor iedereen - en langduriger dan dat die nu is.

‘In de bijstand is de aandacht voor de minst kansrijken beperkt. In Amsterdam is de ratio 1 professional op 350 cliënten. Wat je ziet is dat dan 50 cliënten worden geholpen, maar de overige driehonderd worden geparkeerd. Dat is de strategie. We zien dat de meeste gemeenten graag iets willen doen. Zo heeft Amsterdam het programma Meedoen Werkt!. Gemeenten geven ook al meer aandacht aan de “kanslozen” dan enkele jaren terug, maar wie de A van aandacht zegt, moet ook B van begeleiding en van baan zeggen.’

‘Wie de A van aandacht zegt, moet ook B van begeleiding en van baan zeggen’

Hoe is dat te realiseren?

‘Er zijn stemmen voor een basisinkomen, maar daar zijn we niet zo happig op. Liever leggen we de nadruk op basisbegeleiding en een basisbaan. Veel vrijwilligerswerk zou ook best betaald kunnen zijn, bijvoorbeeld. Zo worden activiteiten in wijken vaak door vrijwilligers uitgevoerd. In Duitsland heb je zogenaamde ‘1 eurobanen’: vrijwilligers in de bijstand krijgen één of twee euro meer uitbetaald per maand. Dat maakt uit, dat geeft erkenning.
‘Als de gemeente banen ontwikkelt, zoals in Amsterdam of Den Haag, gebeurt dat bovendien vaak van bovenaf. Dat kan ook democratisch worden geregeld: laat burgers meebeslissen over welke banen de gemeente creëert. Een gedemocratiseerde basisbaan dus, dat vind ik zelf een leuke invalshoek.

‘Wat we ook zien in Nederland, is dat er eerst schuldhulpverlening wordt verstrekt, of psychotherapie. of taalles. Pas daarna wordt gekeken naar arbeidsperspectief. Dat kan best veel vaker tegelijkertijd. Mensen in de bijstand hebben vaak ook psychische problemen. Je kunt daarvoor best hulp krijgen terwijl je werkt.’

Is daar geld voor?

‘Dat is een lastig punt. Voor gemeenten is de bijstand ook een vindplaats voor mensen met problemen, maar dat betekent niet dat ze ook alles moeten betalen. Het gaat ook over zorg, en daar zijn weer andere budgetten voor. Een andere tak is scholing, of beter gezegd, learning on the job. Waarom zou daarvoor geen geld kunnen vrijkomen vanuit onderwijsfinanciering?’

 

Binnenkort gaat een proef van start met bijverdienen in de bijstand. Die proef zal worden gemonitord door de UvA en de HvA. Bent u daar ook bij betrokken?

‘Nee, maar het is een heel goed experiment, beter dan een basisinkomen voor iedereen. Men wil graag bezig zijn en meedoen, met een betaalde baan.’

 

Vandaag om 15:00 uur presenteert Kremer de resultaten van haar onderzoek in De Nieuwe Liefde en zal in deelsessies worden gediscussieerd over de toekomst van de bijstand. ‘s Avonds gaan wethouders Werk en Inkomen van de onderzochten gemeenten hierover met elkaar in debat.