Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Directie Voorlichting (cc, via Flickr)
wetenschap

‘Dorpsbewoners positiever over azc's dan gedacht’

Steffi Weber,
3 november 2016 - 16:15

Bewoners van kleine dorpen waar een asielzoekerscentrum (azc) staat, vinden de aanwezigheid van de nieuwkomers meestal prima. De meerderheid van de dorpsbewoners, 46 procent, zegt ‘neutraal’ te staan tegenover het azc in hun buurt en 38 procent is zelfs ‘positief’. Slechts 16 procent staat negatief tegenover het azc. Dat blijkt uit data die UvA-studenten sociale geografie in drie jaar tijd hebben vergaard. 

De uitkomst van het onderzoek staat in contrast met incidenten als dat in Steenbergen, waarbij inwoners zich hevig verzetten tegen de komst van een azc in hun dorp. UvA-docent sociale geografie Aslan Zorlu, initiatiefnemer van het onderzoek, noemt de uitkomst ‘verrassend’. ‘In landelijke surveys zegt zo’n 25 à 30 procent van de bevolking tegen de komst van immigranten te zijn,’ zegt hij. ‘Je zou verwachten dat dit percentage oploopt als mensen daadwerkelijk de lasten van een azc in hun dorp ondervinden, maar het tegenovergestelde blijkt het geval. Ze zijn juist positiever dan het landelijk gemiddelde.’

‘Vijf jaar geleden begrepen mensen niet waarom we onderzoek deden naar dit onderwerp, men vond het niet relevant. Nu vraagt niemand meer waarom we dit doen’

Kleine dorpen

Voor het onderzoek liet Zorlu UvA-studenten enquêtes afnemen bij inwoners van dorpen in de buurt van de azc’s in Ter Apel en Musselkanaal in Groningen (2012), Bergum in Friesland (2013) en Baexem in Limburg (2014)De afgelopen twee leerprojecten vonden plaats in Middelburg en Hoogeveen, maar werden niet meegenomen in Zorlu's publicatie, omdat zijn onderzoek toen al was begonnen.. Dat zijn stuk voor stuk kleine gemeenschappen, benadrukt Zorlu. ‘De dorpsbewoners kennen elkaar, zijn vaak familie van elkaar en niet gewend aan mensen die zo anders zijn dan zijzelf,’ zegt Zorlu. Bovendien gaat het vaak om relatief grote aantallen asielzoekers op een kleine bevolking. ‘Dan moet je ineens je bankautomaat - de énige bankautomaat in het dorp - delen met nieuwkomers die in alles anders zijn dan wat jij gewend bent.’

 

Zorlu heeft geen wetenschappelijke verklaring voor de positieve houding van de dorpsbewoners, maar vermoedt dat omwonenden aangesproken worden op hun verantwoordelijkheidsgevoel. ‘Als zo’n azc er eenmaal is, vinden de mensen dat ze het ook moeten accepteren,’ denkt Zorlu. ‘We hebben geen nulmetingen gedaan, maar verscheidene respondenten zeiden dat ze eerst veel negatiever stonden tegenover het azc, maar dat ze het na verloop van tijd vonden meevallen.’

 

Migratiegolven

Zorlu initieerde het onderzoek in 2012, ver voor de vluchtelingenstroom van de afgelopen twee jaar. ‘Ik was benieuwd naar de houding van bewoners van kleine gemeenschappen tegenover immigranten,’ zegt hij. ‘Normaal gesproken trekken migranten naar de grote kosmopolitische steden waar ze in de anonimiteit verdwijnen.’ Asielzoekers waren geen ‘hot topic’ toen het onderzoek startte, maar Zorlu wist dat het maar een kwestie van tijd was voor het onderwerp opnieuw actueel zou worden. ‘We hebben eerder grote vluchtelingenstromen meegemaakt en de geschiedenis leert ons dat de volgende stroom vroeger of later weer zou komen. Migratie is van alle tijden.’

 

Door de oorlog in Syrië, de aanhoudende stroom vluchtelingen en de internationale discussie over de opvang van asielzoekers is de discussie over azc’s de afgelopen vijf jaar radicaal veranderd. ‘Vijf jaar geleden begrepen mensen niet waarom we onderzoek deden naar dit onderwerp, men vond het niet relevant. Nu vraagt niemand meer waarom we dit doen,’ zegt Inge Van der Welle, die het leerproject afgelopen zomer coördineerde. Waar mensen vroeger vaak geen mening hadden over asielzoekers, kan men nu niet meer om het thema heen. Van der Welle hoopt in de resultaten van dit jaar te zien of de toegenomen aandacht ook tot uitgesprokener meningen leidt.

Zorlu heeft in drie jaar tijd slechts één keer een student betrapt die een fake-interview inleverde

Stoomcursus veldwerk

De data voor het onderzoek werden vergaard door tweedejaarsstudenten sociale geografie. Die trekken aan de UvA al sinds de jaren dertig traditiegetrouw in hun tweede studiejaar het land in voor een stoomcursus veldwerk. Ze bivakkeren dan een week met zijn allen in de gemeente waar het onderzoek moet plaatsvinden en gaan met enquêtes van deur tot deur. Voor Zorlu’s onderzoek werden steekproefsgewijs meer dan 1600 omwonenden geselecteerd voor een enquête of een diepte-interview. Ook werd gesproken met wethouders en leiders van de AZC’s en andere directe betrokkenen. 

 

Hoewel het veldwerk door relatief onervaren tweedejaarsstudenten werd gedaan, is de data volgens Zorlu ‘hartstikke betrouwbaar’. ‘We checken het materiaal nauwkeurig en controleren steeksproefgewijs of de studenten ook daadwerkelijk bij de respondenten zijn langsgegaan. Ook weten wij meer over de respondenten dan de student die de enquete afneemt, we kennen bijvoorbeeld de exacte leeftijd en kunnen controleren of er wordt gesjoemeld.’ Zorlu heeft in drie jaar tijd slechts één keer een student betrapt die een fake-interview inleverde, zegt hij.

 

Folia ging afgelopen zomer met een groep van 80 tweedejaarsstudenten sociale geografie mee naar Zeeland en logeerde een nachtje op het Roompot-vakantiepark waar ze met zijn allen bivakkeerden. Lees hieronder de reportage uit Middelburg.