Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
wetenschap

‘Donkere materie is een placeholder’

Willem van Ewijk,
29 juni 2016 - 12:49

Hij is ervan overtuigd dat Patrick Decowksi en zijn collega’s in Gran Sasso geen aanwijzing zullen vinden voor donkere materie. Volgens theoretisch natuurkundige en UvA-hoogleraar Erik Verlinde bestaat het namelijk niet. Toch is hij blij dat ze het experiment doen. ‘Als ze denken dat er een deeltje is en ze zoeken niet, dan blijft die optie bestaan.’

Op dit moment leggen UvA-onderzoekers de laatste hand aan een installatie waarmee ze donkere materie hopen te vinden; een onzichtbare stof waaruit 85 procent van de massa van het heelal zou bestaan. Ze doen dat diep onder de grond, in de bergen van het nationale park Gran Sasso in Italië. Als ze het bewijs voor donkere materie vinden, is een Nobelprijs niet ver weg, zeggen ze zelf in een artikel in Folia.

Foto: UvA
Erik Verlinde: 'Je hebt geen deeltje nodig, maar een andere theorie'

Newton
UvA-hoogleraar Erik Verlinde gelooft niet dat ze iets zullen vinden. ‘Ik ben er honderd procent van overtuigd dat het niet zal gebeuren,’ zegt hij in zijn werkkamer op het Amsterdamse Science Park. Om dat te begrijpen moet je weten hoe ze op het idee van donkere materie zijn gekomen, aldus de theoretisch natuurkundige. De zwaartekracht werkt namelijk niet altijd zoals we dat volgens de wetten van Newton zouden verwachten. De aantrekkingskracht van sterren moet volgens die wetten evenredig afnemen met de afstand. Maar sterren blijken na lange afstand nog een grotere aantrekkingskracht op andere hemellichamen uit te oefenen dan die wetten voorspellen.

 

Volgens Erik Verlinde is donkere materie een placeholder – een manier om de wetten van Newton en Einstein alsnog te laten kloppen. Want, zo zegt hij, ‘als je aanneemt dat die wetten waar zijn, dan is er maar één verklaring: er moet meer materie zijn dan we zien.’ En die materie is dus transparant, de donkere materie waar Decowski en zijn collega’s naar op zoek zijn. Verlinde denkt dat er ook een alternatieve verklaring is. In plaats van er een stofje bij te verzinnen, moet je zorgen dat je de regels van de zwaartekracht beter begrijpt dan Newton en Einstein. Je moet dus met een andere theorie komen, en dat is nu net waar Verlinde al jaren aan werkt. Hij doet dat aan de hand van de snaartheorie, en hoopt zijn bevindingen dit najaar te publiceren in een artikel.

Foto: Daniël Rommens
Patrick Decowski: 'Als je het niet kunt meten, dan lijkt het te veel op religie'

Rijp
Aanvankelijk was Verlinde nog huiverig om ermee naar buiten te treden, zegt hij. Wie is hij om te beweren dat zulke grootheden ongelijk hebben? En het komt hem op de nodige scepsis te staan van zijn vakgenoten. Van Patrick Decowksi bijvoorbeeld, die vindt dat Verlinde te theoretisch bezig is: ‘Als je het niet kunt meten, dan lijkt het te veel op religie,’ zei Decowski. Verlinde is het niet eens met die kritiek. Nogmaals: ‘Je hebt geen deeltje nodig, je kunt de fenomenen waarnemen in de melkwegstelstels.’ Pak gewoon je telescoop, en je zult het zien hoe de melkwegstelsels bewegen, zegt Verlinde.

 

Al met al is Verlinde blij dat het onderzoek wordt gedaan. ‘Als ze denken dat er een deeltje is en ze zoeken niet, dan blijft die optie bestaan.’ De experimenten komen voor hem dus precies op het goede moment, net nu hij op het punt staat om zijn theorie te presenteren.

 

Een gefaald experiment in Gran Sasso zou de geesten rijp kunnen maken voor de theorie van Verlinde.

Lees hier Speuren naar donkere materie, een reportage uit het ondergrondse lab in Gran Sasso. 

Lees meer over