Vorige week ging ik met de Vlaamse historicus Bruno de Wever in gesprek over geschiedenis en identiteit. Het debat vond plaats in Antwerpen. Voorafgaand aan het gesprek las ik een essay voor, waarin ik betoogde dat migratie altijd een veelheid aan misverstanden oplevert.
Maatschappelijke misverstanden leiden vaak tot misstanden en die denkt men op te lossen door het verbeteren van de economische en sociale omstandigheden. En dat is maar deel van de oplossing. Te vaak wordt het verleden, dat vandaag en morgen richting geeft, vergeten. In het essay dat ik voorlas hield ik het dicht bij huis en schreef vanuit mijn achtergrond. Ik formuleerde op krachtige toon: De Marokkaanse gemeenschap, waarvan ik deel uitmaak, wordt gekweld door schizofrenie, ziekelijke orthodoxie, religieus geweld, maffiagedrag, en zedenverwildering.
Onderzoek doen naar je geschiedenis is niet dé oplossing, maar toont wel je plek in deze wereld. En als ik iets heb geleerd van de gemigreerde Marokkaanse gemeenschap is het dit: het gemis van een identiteitsanker heeft collectieve stuurloosheid tot gevolg. Die stuurloosheid is geen straf van een hogere macht en bij een voldoende historisch besef wordt de wal bereikt.
De hoogleraar ging niet in gesprek. De kortlont zei dat ik een nationalist was. De man doelde niet op de liefde voor en de nood aan een geschiedenis, maar vond dat ik mij afkeerde van andere identiteiten.
Nu weet ik dat het tegenwoordig weer in is om je opponent voor nationalist uit te maken. Maar toch, hij is een gerespecteerd professor – die het overigens niet naliet zijn nationalistische broer, de burgemeester van Antwerpen, belachelijk te maken. Ik keek naar de Vlaamse hoogleraar, zag hoe laag-bij-de-gronds het eraan toeging en was dolblij dat ik in de Hollandse polder woonde.
Wat mij het meest schokte was zijn stokpaardje dat geschiedenis niets anders dan een constructie was. Zelden heb ik zo veel leegte gezien.