De Raad van Toezicht heeft blijkens haar houding lak aan de academische gemeenschap en lijkt alleen maar verantwoording af te willen leggen aan de minister die hem heeft benoemd. Dat betogen Guy Geltner, Sicco de Knecht, Enzo Rossi en Markus Stauff namens Rethink UvA.Read the English version of this article here.
Hoewel de openheid binnen het bestuur van de UvA en de HvA de afgelopen tijd enigszins is toegenomen, blijft de Raad van Toezicht een toonbeeld van intransparantie. Met die houding houdt de Raad vast aan een ingesleten en gedateerde politiek, en dit blijft een reden tot onrust aan de UvA en elders. De situatie aan onze instelling is namelijk kenmerkend voor een breder probleem in de hele Nederlandse publieke sector: de hoogste bestuurslaag opereert zonder een wezenlijke vorm van verantwoording af te leggen aan de organisatie, terwijl cruciale beslissingen worden genomen door een besloten politieke elite die onderling de posities verdeelt.
De selectiecommissie die de Raad van Toezicht heeft samengesteld voor de benoeming van de nieuwe leden van het College van Bestuur, is hier een goed voorbeeld van. Er zetelen weliswaar studenten en personeel van de UvA en de HvA in de commissie, maar zij bekleden nog steeds een minderheidspositie, en het blijft onduidelijk of hun inbreng, en hun inspraak in de besluitvorming, meer zal zijn dan louter een louter symbolische.
Hetzelfde geldt voor de profielen van de voorzitter en de rector. Die zijn dan wel publiek bekend gemaakt, en de indruk is gewekt dat er een open sollicitatie komt, maar tegelijkertijd is er een dure headhunter (de UvA wil alleen niet zeggen hoe duur) aangesteld die gespecialiseerd is in het zoeken naar topbestuurders. Die heeft de opdracht om in alle stilte ‘geschikte’ kandidaten te identificeren – en kan zo als filter fungeren. De benoemingsprocedure had een tijdspad, maar dat is inmiddels verschillende keren aangepast, zonder overtuigende uitleg aan de verkozen medezeggenschapsorganen.
Docenten genegeerd
Al enige tijd geleden heeft ReThink UvA, om de procedure open te breken, besloten de kandidaten uit te nodigen om zichzelf te komen voorstellen aan de academische gemeenschap, tijdens een openbare bijeenkomst in het Maagdenhuis. Maar ook dat initiatief werd ondermijnd door de slechte communicatie van de RvT over de planning van de procedure. Om het vertrouwen in het systeem en de rust in de universitaire gemeenschap te herstellen, moet er een nieuw, stabiel tijdspad komen met volledige transparantie over de volgende stappen, zodat we een nieuwe datum kunnen vastleggen voor dit cruciale debat.
De RvT kan de eis tot verandering, gesteund door de actiegroepen en de medezeggenschap, niet blijven negeren - het is tijd voor verandering.
ReThink UvA heeft steeds opnieuw haar groeiende bezorgdheid geuit over de benoeming van de twee nieuwe CvB-leden. Als het niet al in een vroeg stadium aan de bel had getrokken, was de procedure precies zo verlopen als de keren hiervoor: in het geheim, zonder serieuze input van de academische gemeenschap. Met zijn halsstarrigheid geeft de RvT het verkeerde signaal af aan de rest van de universiteit, getuige de intransparante procedures voor de benoeming van de nieuwe decanen van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen en de geesteswetenschappenfaculteit.
Als het personeel aan de zijlijn blijft staan, zal dat resulteren in een overwinning van de bestaande structuren, en het verlies van wat er in het Maagdenhuis bereikt is. En de bestaande structuren waren nu net die echter desastreus zijn gebleken voor democratie en diversiteit, en die verantwoording in de weg zitten.
Eenzijdige verantwoording
Door afstand te houden en ontoegankelijk te blijven, ontloopt de RvT haar verantwoordelijkheid aan diegenen die direct door haar besluit getroffen worden: de studenten en het personeel van onze universiteit. Een dergelijke houding bestendigt, bovenal, een eenzijdige vorm van verantwoording: naar boven toe, naar het ministerie. En zoals we in het afgelopen jaar gezien hebben, kan een onvermogen tot luisteren, communiceren en tot het aanpakken van een gebrek aan openheid over besluitvorming (over financiën en vastgoed, maar ook onderzoek en onderwijs) leiden tot een leiderschapscrisis – iets wat we in de toekomst koste wat het kost willen vermijden.
Het CvB is zich in de loop der tijd steeds meer gaan gedragen alsof het alleen verantwoording verschuldigd is aan het orgaan dat het bestuur benoemt (de RvT), en niet aan diegenen voor wie het verantwoordelijk is: de studenten en het personeel. Op vergelijkbare wijze handelt de RvT alsof die alleen verantwoording hoeft af te leggen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en niet de organisatie van wie zij het bestuur moet controleren en adviseren. Deze extreme vorm van centralisatie, geïnspireerd door een elitair groepsdenken, zorgt ervoor dat bestuurders in het hoger onderwijs doof blijven voor de wensen en bekommernissen op de werkvloer en in de academische gemeenschap. Een zelfde situatie doet zich voor aan de meeste universiteiten, en in publieke instellingen meer in het algemeen.
Vertrouwen in student en staf
Waarom is het nodig dat onze zorgen ernstig genomen worden? In de afgelopen tijd zijn de arbeidsomstandigheden van werknemers in heel Nederland steeds zwaarder geworden. Veel bestuurlijke beslissingen – zelden het voorwerp van evaluatie door hen die erdoor getroffen worden – hebben geleid tot verspilling van tijd en geld. De top-down introductie van bureaucratische maatregelen, van complexe regelgeving, van kunstmatige competitie en van gestandaardiseerde protocollen voor onderzoek en onderwijs, waren ongetwijfeld bedoeld om het hoger onderwijs te verbeteren. Maar in de praktijk hebben ze alleen geleid tot een verhoogde werkdruk, en personeel en studenten van hun werkomgeving doen vervreemden.
Een nieuw CvB voor de UvA en HvA zal niet meteen die dynamiek kunnen veranderen, aangezien die deels ook het gevolg is van nationale en internationale ontwikkelingen. Democratisering en decentralisatie reiken immers veel verder dan het antwoord op de vraag hoe twee bestuursposten vervuld moeten worden. Het gaat ook over hoe wordt vormgegeven aan hiërarchieën, en hoe men kan komen tot een meer gelijkwaardige (wederzijdse) verantwoording. Onze pogingen om de procedure voor de benoeming van CvB-leden te veranderen, is onderdeel van groter project: om de primaire taken van de universiteit, onderwijs en onderzoek, weer toe te vertrouwen aan studenten en staf.
Democratische verantwoording moet zich ook richten tot hen die direct getroffen worden door de besluitvormingsprocessen van een instelling. Bij een universiteit is dat de academische gemeenschap, en niet alleen een Raad van Toezicht of Ministerie. Met deze brief roepen wij ons CvB en RvT op om een voorbeeldfunctie op zich te nemen, en door een dergelijke vorm van verantwoording (en meer in het algemeen, een transparanter handelwijze) een eerste stap te zetten in de richting van een democratischer vorm van bestuur.
Namens ReThink UvA,
Guy Geltner, Sicco de Knecht, Enzo Rossi, Markus Stauff