Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle
opinie

Minister, voor ons is een bijbaan geen optie!

Ilse Wissink,
4 november 2015 - 07:20

Ilse Wissink vindt dat masterstudenten geneeskunde onevenredig hard worden getroffen in het nieuwe leenstelsel. Zij vraagt minister Bussemaker een financiële tegemoetkoming om zo de toegankelijkheid en de studeerbaarheid van de studie geneeskunde te behouden.

Het leenstelsel heeft grote invloed op studenten geneeskunde. Drie jaar lang draaien we in de masterfase mee in de dagelijkse patiëntenzorg. Deze ervaring in de praktijk is essentieel voor onze opleiding tot dokter, maar deze fulltimestage in combinatie met de studie maakt de studielast groot. De masterstudent spendeert gemiddeld 50-55 uur per week aan de opleiding. Een tijdsinvestering die wij graag maken, maar die ons in het nieuwe leenstelsel ook voor een probleem stelt.

 

Studenten hebben volgens de overheid de keuzevrijheid om hun studieschuld, bijvoorbeeld met een bijbaan, te compenseren. Wij constateren echter dat deze keuzevrijheid in de praktijk niet opgaat voor de ongeveer achtduizend masterstudenten geneeskunde. Op 27 oktober overhandigde ik samen met een delegatie geneeskundestudenten een petitie met ruim 22.000 handtekeningen aan de vaste commissie OCW van de Tweede Kamer. In de petitie verzochten wij minister Bussemaker van OCW om een financiële tegemoetkoming voor masterstudenten geneeskunde te realiseren. Dit om de toegankelijkheid en de studeerbaarheid van de opleiding te behouden. Deze tegemoetkoming moet het gat dichten dat het op 1 september jongstleden ingevoerde leenstelsel slaat in het budget van de geneeskundestudent. Gezien de omvang van onze studie kunnen wij dit gat niet zelfstandig dichten.

 

Extra werken of bijlenen
De petitie is een gezamenlijk initiatief van het Landelijk Overleg Coassistenten 17(Loca), De Geneeskundestudent (DG) en het Landelijk Medisch Studenten Overleg (LMSO). Recent verrichtten het LMSO en het Loca een onderzoek onder ruim drieduizend toekomstige dokters. Ruim een kwart van de respondenten gaf aan dat hun keuze voor de studie geneeskunde negatief zou zijn beïnvloed door de finan-ciële gevolgen van het leenstelsel. Voorheen ontvingen studenten een prestatiebeurs: een lening die werd kwijtgescholden na het behalen van het diploma. Studenten die in het leenstelsel vallen krijgen de prestatiebeurs niet meer als gift, maar als een lening. Van hen wordt verwacht dat zij extra werken en of meer bijlenen. Dit kan mogelijk de daling in aanmeldingen voor de studie geneeskunde verklaren. Uit gegevens van DUO, de uitvoeringsorganisatie van de overheid voor het onderwijs, blijkt dat van de ruim negenduizend aanmeldingen in 2013 het aantal is gekelderd tot 6.157 in 2015.

'Geneeskundestudenten worden onevenredig hard getroffen'

Voor studenten geneeskunde is een bijbaan geen optie. Om dokter te worden is het na de driejarige bachelor namelijk noodzakelijk om een driejarige master geneeskunde te volgen. Deze master bestaat volledig uit onbetaalde stages, de zogeheten coschappen. Tijdens de coschappen besteedt de student gemiddeld 55 uur per week aan stage-, studie- en reistijd. Werktijden zijn, net zoals bij artsen, onregelmatig en vallen vaak in de avonduren of in het weekend. De grote tijdsinvestering evenals de onregelmatige diensten maken de combinatie met een bijbaan fysiek en mentaal vrijwel onmogelijk. Een bijbaan naast deze meer dan fulltime opleiding kan zelfs ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs en de opleiding van de toekomstige arts.

 

Onwenselijk
Volgens het Nibud kost studeren 1163 euro per maand. Studenten kunnen maximaal 1016 euro per maand lenen bij de overheid. Behalve als er draagkrachtige ouders zijn om bij te springen, zijn coassistenten genoodzaakt een lening aan te gaan. Uit het eerder genoemde onderzoek van het LMSO en Loca blijkt dat studenten geneeskunde in het nieuwe leenstelsel een gemiddelde studieschuld van 38.000 euro verwachten, voornamelijk opgebouwd in de masterfase. Fors meer dan de 26.000 euro die het Centraal Plan Bureau (CPB) voor alle universitaire studenten verwacht. De student geneeskunde wordt dus financieel onevenredig hard getroffen.

 

De financiële zorgen worden door veel studenten geneeskunde gedeeld. Door de verslechterde arbeidsmarkt voor basisartsen en het feit dat maar weinig basisartsen uiteindelijk specialist worden, is een hogere schuld minder goed te rechtvaardigen dan voorheen. Uit het onderzoek blijkt dat door het leenstelsel 31 procent van de studenten met een lage financiële bijdrage van hun ouders een andere studie had overwogen. Dit is significant meer dan de 19 procent met een ouderlijke bijdrage van 250 euro per maand of hoger. De keuze om geneeskunde te studeren wordt zo bepaald door de financiële situatie van studenten, wat mij betreft een onwenselijke situatie.

 

Ilse Wissink studeert geneeskunde. Zij schreef deze tekst mede namens het Landelijk Overleg Coassistenten, De Geneeskundestudent en het Landelijk Medisch Studenten Overleg.

Lees meer over