De gedachte aan een stripper houdt me al enige nachten bezig, en niet om de beste redenen. Ik ben uitverkoren als bruidsmeisje voor de bruiloft van mijn beste vriendin. Nu valt het bruidsmeisje ook de eer te beurt het vrijgezellenfeest te organiseren. Een gelegenheid waarbij maar één vraag telt: komt er een stripper?
Strippers worden doorgaans geschonken, zoals mensen elkaar van alles schenken dat ze niet echt durven te willen. Iedereen weet dat als je een vriendin een Tarzan2000 met veel driftig ronddraaiende uitsteeksels geeft, je er daarmee ook een voor je eigen verjaardag bestelt. De vriendin ontvangt het cadeau met gespeelde gêne, en uiteindelijk kan iedereen voldaan naar bed.
Mannen doen iets soortgelijks als ze elkaar bij het uitgaan uitdagen een hoer te bezoeken. Uiteindelijk kom ook jij aan de beurt. Maar hoeveel jongens zouden geen moeilijk gesprek met een hoer gevoerd hebben achter haar gordijntje, hoeveel Tarzans zouden er met lekkende batterijen achter in de garderobekast liggen? De lol van het cadeau is de gok, dus we hebben het ook vaak mis. Mensen dachten immers ook dat ik graag badzout krijg, en windorgels, en pennenbakjes en spullen van de EXPO en stenen beeldjes van een moeder die haar abstracte kinderen beschermt.
Zo’n stripper in een politiepak, ongetwijfeld met praktisch klittenband, zo’n Misselijksma die van top tot teen in de Croma gedoopt mijn vriendin droogneukt, waarna ze een banaan uit zijn gluteus maximus moet eten – zou ze dat leuk vinden? Vindt iemand dat? Het enige argument voor de stripper, is de traditie. Maar die traditie is verbonden met het idee dat het huwelijk een gevang is voor de zinnelijke mens, een ball and chain, waarvoor je je schrap moet zetten door nog één keer je lusten te bevredigen. Misschien toon ik het meeste geloof in het aanstaande huwelijk door géén stripper te laten aanrukken. ||| Emma Curvers