Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Unsplash (Aveedibya Dey).
opinie

Solidariteit met Palestijnen is geen aanval op Joodse studenten

11 juli 2023 - 11:45

Vorige week verscheen op deze site een artikel onder de titel ‘Joodse studenten voelen zich onveilig en ongewenst op de UvA’. Erella Grassiani, Hilla Dayan en Noa Roei vinden de titel van het stuk misleidend, want die impliceert volgens hen dat een hele groep Joodse studenten binnen de UvA is aangevallen. ‘Het artikel verhult ook een belangrijk politiek probleem waar we het zeker óók over moeten hebben: namelijk het gewelddadige Israëlische beleid en het legitieme verzet hiertegen.’

Wij wensen onze studenten niet toe dat ze zich onveilig en ongewenst voelen, laten we dat vooropstellen. Maar in het stuk komt een Joods-Israëlische studente aan het woord die samen met de auteur van het artikel een vertekend beeld geeft, en pro-Palestijns activisme als gewelddadig neerzet. Groepen die Palestijnen steunen, ook als dat met spandoeken en leuzen gepaard gaat, zijn echter niet per definitie gewelddadig, net zoals Israëli’s en/of Joden niet per definitie slachtoffers zijn. De samensmelting van Joods en Israëlisch als een en dezelfde identiteit is daarnaast ook een politieke uitspraak en uiterst problematisch. Nederlandse Joden zijn Nederlands en Belgische Joden Belgisch, Israëlische Joden zijn Israëlisch; de manier waarop zij met de staat Israël verbonden zijn is zeer divers en niet iets om bij voorbaat aan te nemen. Kritiek op het beleid van de staat Israël staat niet gelijk aan antisemitisme.

 

‘Vuile zionist’

Het gaat fout als het beleid van een land of regering wordt verward met een individuele (religieuze of culturele, maar ook politieke) identiteit. Deze fout wordt begaan als een student een medestudent aanspreekt als ‘vuile zionist’ enkel en alleen omdat ze een Davidster draagt of als een docent een Israëlische student toeschrijft dat ze gebrainwashed is. Maar het gaat ook fout als de Joodse studenten die hier aan het woord komen kritiek op Israëlische mensenrechtenschendingen zien als een persoonlijke aanval of als een aanval op hun Joodse identiteit en dit verwoorden in termen van ‘onveiligheid’.

 

De auteur van het Folia-artikel neemt deze reacties voetstoots aan, zonder vragen te stellen of enige kritische noot. Hij gaat zelfs helemaal mee in de reproductie van een narratief dat wij kennen uit de Duitse context, waarbij een kritisch woord in de richting van Israëlisch beleid en elke oproep om de rechten van Palestijnen te beschermen al snel bestempeld wordt als antisemitisme. Dit is een problematisch narratief dat onrechtvaardig is jegens Palestijnen maar ook het begrip antisemitisme uitholt. Wij willen hier zeker niet dezelfde repressie zien als in Duitsland waar de BDS-beweging (een Palestijnse oproep tot Boycot, Divestment en Sancties) verboden is. Dat noemen wij anti-Palestijns racisme.

 

Intifada

Echt antisemitisme waarbij iemand wordt gediscrimineerd of benadeeld enkel en alleen omdat ze joods zijn (en bijvoorbeeld een keppel of een Davidster dragen) moet ten sterkste worden afgekeurd en bestreden. Zoals onze Central Diversity Officer al aangaf in een reactie op het stuk, gaat dat (natuurlijk) ook tegen de gedragscode van de UvA in. Echter het oproepen tot een ‘Free Palestine’ en het gebruik van de term Intifada is van een heel andere orde. ‘Free Palestine’ als leuze gebruiken is geen anti-Joodse complottheorie en de term Intifada moet begrepen worden in de originele Arabische betekenis van verzet tegen onderdrukking.

 

Zo’n oproep is legitiem en verdient ook een plaats binnen de universiteit. Dat mensen wellicht schrikken van pro-Palestijnse slogans en solidariteitsacties is geen reden om deze te weren. Voor kritische studenten, zoals wij ze aan de UvA proberen op te leiden, zouden confronterende of radicale uitingen een moment moeten zijn van zelfreflectie. Het klopt dat het woord ‘Intifada’ in de collectieve Israëlische herinnering wordt verbonden met zelfmoordaanslagen, maar van een student kun je ook verwachten om te reflecteren op wat de term betekent voor degenen die uit deze collectieve herinnering geweerd worden: de Palestijnen.

 

Van PPLE-studenten zouden wij toch mogen verwachten dat ze ook iets kritischer zouden kunnen nadenken over de rol van de collectieve herinnering bij de politieke dimensie van precies die emoties die worden genoemd: een gevoel van onveiligheid en angst. Het zijn precies de politieke narratieven waarin deze emoties worden geplaatst die het gewelddadige Israëlische beleid, dat we de afgelopen dagen weer in ‘volle glorie’ hebben gezien in de Palestijnse stad Jenin, in stand houden.

 

Erella Grassiani is universitair hoofddocent antropologie, Hilla Dayan is docent politieke sociologie en Noa Roei is universitair docent literatuurwetenschap en cultuuranalyse. Zij zijn verbonden aan de UvA/AUC, hebben een  Joods-Israëlische achtergronden en zijn verbonden aan gate48-platform voor kritische Israëli’s in Nederland.