De samenwerking met Shell blijft de UvA-gemoederen bezighouden. Vier wetenschappers van drie verschillende faculteiten zijn het niet eens met de dertig voorstanders die vorige week een lans braken vóór samenwerking. ‘Hun argumentatie berust op een inadequate opvatting van academische vrijheid.’
Met grote belangstelling lazen we de recente open brief in Folia van hoogleraar Alfons Hoekstra en zijn collega’s. Hun bezorgdheid over het trage tempo van de energietransitie delen we en de uitnodiging om na te denken over onze rol als wetenschappers op dit kritieke moment nemen we graag aan. Maar de argumenten van Hoekstra et al overtuigen ons niet. Hun argumentatie berust, naar onze mening, op een inadequate opvatting van academische vrijheid en het verdoezelt de belangrijkste problemen omtrent het samenwerken met klimaatvernietigende bedrijven. Wij denken dat ons antwoord kan leunen op de kracht van onze argumenten. Deze brief is dus geen quasi-petitie. Wie geïnteresseerd is in aantallen, verwijzen we naar deze open brief aan Britse en Amerikaanse instellingen waarin gepleit wordt voor het verbreken van de banden met de fossiele industrie. Die brief werd ondertekend door meer dan 800 wetenschappers en academici van meer dan 130 instellingen.
Vertragingstactiek
Discussies over de energietransitie lijken soms abstract en losgezongen van ons dagelijks leven. Vergeet echter niet dat we te maken hebben met een crisis van ongekende proporties voor de mensheid. We ondervinden nu al de verwoestende gevolgen voor het klimaat, jaarlijks sterven 8,7 miljoen mensen door luchtvervuiling die veroorzaakt wordt door het verbranden van fossiele brandstoffen. En we zijn op weg naar een onleefbare wereld. Zoals de Intergouvernmentele Werkgroep inzake klimaatverandering van de Verenigde Naties (IPCC), opmerkt, zal elk verder uitstel van actie ‘de kans om een leefbare en duurzame toekomst voor iedereen veilig te stellen kleiner maken’. Fossiele bedrijven spelen al meer dan een halve eeuw een sleutelrol in het traineren van maatregelen op klimaatgebied (zie bijvoorbeeld hier en hier). Tot op de dag van vandaag blijven ze maatregelen tegenhouden, vaak op nieuwere, subtielere manieren.
De echte schurken
Dit alles is geen geheim. En er is geen koerscorrectie op handen. Het wordt zelfs nog erger. Shell en anderen strijken recordwinsten op, terwijl de armsten onder ons moeten kiezen tussen verwarming en eten. De oliemultinationals hebben onlangs aangekondigd dat zij hun toch al marginale klimaatbeloften zullen afzwakken, meer olie en gas zullen exploreren en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen zullen terugschroeven. Die aankondiging komt op een moment dat de huidige en geplande fossiele infrastructuur al drie keer zo groot is als het resterende koolstofbudget om de opwarming van de aarde tot 1,5 graden te beperken. De schurken hebben hun maskers nu helemaal afgezet, zou je kunnen zeggen.
Greenwashing
De wettelijke verplichting van Shell als een bedrijf in handen van haar aandeelhouders is het maximaliseren van de winst. Fossiele brandstoffen zijn enorm winstgevend, en dus hebben oliebedrijven een financiële prikkel om zo veel en zo lang mogelijk te boren naar fossiele brandstoffen. Hun echte belang is het uitstellen van de transitie. Als ze duurzaam en ‘noodzakelijk voor de transitie’ moeten lijken om dat te bereiken, hebben ze ook een prikkel om instellingen te vinden die hen dat groene imago kunnen verkopen. Door met ze samen te werken, stellen we degenen die het probleem veroorzaken in staat zichzelf als de oplossing te presenteren. Onze academische stempel van goedkeuring draagt bij aan wat Shell ondubbelzinnig ‘a strong societal licence to operate’ noemt.
Het doet er nauwelijks toe dat de onderzoeksresultaten openbaar worden gemaakt, of dat de samenwerkingsprojecten over duurzame energie gaan. Door met Shell te blijven samenwerken, greenwashen we wat het overgrote deel van hun activiteiten blijft: het winnen en verbranden van fossiele brandstoffen. Shell beweert dat 12,5 procent van haar kapitaalinvesteringen naar duurzame energie gaat, maar uit een recent onderzoek blijkt dat het werkelijke cijfer slechts 1,5% bedraagt. Hoe het ook zij, het is duidelijk dat Shell niet serieus geïnteresseerd is in het faciliteren van de transitie. Shell en andere oliebedrijven beschikken wellicht over cruciale expertise en middelen om dit te doen, maar op hen vertrouwen is geen kortere weg naar effectieve oplossingen.
Academische vrijheid
Hoekstra en zijn collega’s zijn bang dat een moratorium ‘de academische vrijheid’ zou kunnen beperken. Dit is een beperkte opvatting van academische vrijheid die niet in lijn is met de definities van dit begrip die de meeste gerenommeerde wetenschappelijke instellingen hanteren. Het KNAW rapport over academische vrijheid stelt bijvoorbeeld dat ‘een aantal principes die gelden voor alle wetenschappers’ de grenzen van academische vrijheid afbakenen. Deze principes omvatten ‘eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid’. De positie van NWO is vergelijkbaar. We wijzen graag op een paar punten waarop de standaardopvatting van wat academische vrijheid is op gespannen voet staat met de opvattingen van Hoekstra en collega’s.
Wat betreft verantwoordelijkheid staat in de Richtlijnen voor samenwerking met derden van de UvA dat wetenschappers moeten ‘voorkomen dat onderzoeksresultaten door derden worden misbruikt, zodat mens, dier en milieu worden beschermd, nu en in de toekomst’. In het geval van Shell en dergelijke behoeft dit punt nauwelijks commentaar.
Valse oplossingen
Wat onafhankelijkheid betreft, is het vreemd om zich te beroepen op de vrijheid om samen te werken met partners die juist een lange en goed gedocumenteerde geschiedenis hebben wat betreft het beïnvloeden van onderzoeksresultaten en het heroriënteren van onderzoeksagenda’s in de richting van ineffectieve of valse oplossingen (bijvoorbeeld koolstofafvang en -opslag) die toevallig hun winstgevendheid niet schaden. Samenwerken met de fossiele industrie helpt de academische vrijheid niet. Het bedreigt die vrijheid juist.
Uiteraard kunnen onze korte observaties hier geen recht doen aan het genuanceerde thema ‘academische vrijheid’. De belangrijkste uitdaging waarvoor wij als wetenschappelijke gemeenschap staan, is dan ook om onze ethische normen voor onderzoek te herzien in het licht van de ernst van de klimaatcrisis. Daarom is het zo belangrijk dat het debat dat het UvA-bestuur heeft afgekondigd, naast het moratorium op nieuwe projecten met Shell, op een participatieve, transparante en democratische manier verloopt. Met andere woorden: in volledige autonomie van financiële verplichtingen en de hiërarchische structuren van de universiteit.
Vooruitblik
Naar alle waarschijnlijkheid zal de klimaatcrisis nog veel erger worden voordat we de opwarming van de aarde kunnen stabiliseren. Er zullen meer hittegolven, meer droogtes, meer orkanen, meer extreme overstromingen, meer mislukte oogsten, meer ontheemding, meer conflicten en mogelijk oorlogen komen. Stel dat we later terugkijken op de jaren 2020, het beslissende decennium in de klimaatmitigatie, waar kunnen we dan trots op zijn? Niet veel, als we blijven samenwerken met organisaties die de energietransitie willen vertragen. Onze beste gok is te proberen de rem te zetten op een industrie die onze planeet naar de rand van de afgrond drijft. Laten we dus beginnen met ons deel te doen om Shells kostbare ‘maatschappelijke license to operate’ in te trekken. De tijd dringt.
Fabian Dablander (psychologische methodenleer) en Enzo Rossi (politicoloog) zijn als docenten-onderzoekers verbonden aan de FMG, Gijs van Houwelingen is als filosoof en econoom verbonden aan de FEB en Franciska de Vries is als hoogleraar verbonden aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem-Dynamica.