Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Jorn van Eck (UvA)
opinie

‘Woke’ als bedreiging voor academische vrijheid is overdreven bangmakerij

Tijmen van Voorthuizen,
26 januari 2023 - 11:13

Het is weer zover, dacht oud-geschiedenisstudent Tijmen van Voorthuizen bij het zien van ‘de periodieke klachtenbrief’ van een academicus ‘over een vermeende dreiging van “woke” op de UvA’. ‘Het is een groteske overdrijving van een ontwikkeling die allesbehalve dreigend is voor de academische vrijheid.’

Ditmaal kwam het artikel van Laurens Buijs, docent ISW bij de Faculteit Maatschappij en Gedrag, die zich ernstig bezorgd toonde om het gedachtegoed van zijn studenten en collega’s en de vermeende keerzijden van diversiteitsbeleid op onze universiteit. Buijs plaatst zich daarmee in een rijtje collega’s dat hem voorging met klachten over cancelcultuur, ‘wokisme’ en overgevoeligheid van studenten. Er lijkt zich een heuse nieuwe intellectuele traditie te ontwikkelen waarin zogenaamd ‘woke’ gedachtegoed op de universiteit wordt neergezet als een van de grootste bedreigingen voor de academische vrijheid op dit moment. Elke zoveel tijd verschijnt er een artikel in een universiteits- of landelijke krant waarin een dergelijk standpunt wordt verkondigd door een of meerdere academici. Veelal zijn dit groteske overdrijvingen en bangmakerij voor een ontwikkeling die allesbehalve dreigend is voor de academische vrijheid.

Wat mij opvalt is dat dezelfde clichés keer op keer herhaald worden: ‘woke’ zorgt voor zwart/wit-denken en overgevoeligheid voor tegendraadse standpunten

Want wat is nu precies het probleem? Laurens Buijs ziet het diversiteitsbeleid van de UvA als een dooddoener voor de academische vrijheid. Studenten kunnen daardoor, volgens hem, claimen dat hun sociale veiligheid wordt geschonden wanneer een docent een onwelgevallig standpunt zou verkondigen. Daarnaast zou het beleid van de UvA ervoor hebben gezorgd dat er een ‘versmalling’ van het academisch debat heeft plaatsgevonden, wat de academische vrijheid in het geding brengt. Buijs is inmiddels de Klokkenluidersprocedure gestart en de UvA heeft een onderzoek naar het door hem aangekaarte probleem bij de opleiding waar hij doceert.

 

Nog iets langer geleden schreven Niek Pas en Steije Hofhuis in onder meer NRC en Elsevier een vergelijkbaar betoog. Zij zagen het postmodernisme, dat op Amerikaanse campussen zou zijn doorgeslagen, als de oorzaak van het ‘wokisme’ dat volgens hen de academische vrijheid bedreigd en het concept van objectiviteit zou willen elimineren. Dit wokisme zou vervolgens tot overmaat van ramp de Nederlandse universiteiten zijn binnengeslopen. Zij bekritiseerden uitvoerig de KNAW die zou wegkijken voor dit probleem en noemden als voorbeeld van het doorgeslagen beleid een onderzoek van Judi Mesman waar een grote subsidie aan was toegewezen.

 

Tot slot werden er in Folia enige tijd geleden een aantal interviews met UvA-docenten geplaatst die allerlei voorbeelden van belemmering van het debat onder studenten gaven, met ‘woke’ als de oorzaak. Studenten zouden niet meer met bepaalde meningen en taalgebruik geconfronteerd willen worden. Het schijnt dus een combinatie te zijn van doorgeslagen, postmodern diversiteitsbeleid en een overmaat aan overgevoelige studenten. 

 

Over de zaak van Laurens Buijs is al het nodige gezegd door de Diversity Officer van de UvA, Machiel Keestra, in zijn reactie in dit blad. Niek Pas en Steije Hofhuis zijn veelvuldig van repliek gediend, onder meer door Mesman zelf en de president van de KNAW, die de foutieve karakterisering van de ‘woke’-beweging van Pas en Hofhuis hebben weerlegd. Ik sluit me bij die reacties aan en zou daar nog wat aan toe willen voegen. Wat mij opvalt is dat dezelfde clichés keer op keer herhaald worden. ‘Woke’ zorgt voor zwart/wit-denken, een afbrokkeling van het objectiviteitsideaal en een overgevoeligheid voor tegendraadse standpunten en taalgebruik.

 

De eerste tegenstelling hierin zit al in het vermeende zwart/wit denken. De genoemde critici signaleren een zekere binaire opvatting in de woke-ideologie over wat goed en fout is; wie de onderdrukten zijn en wie de onderdrukkers. Tegelijkertijd is er zogenaamd sprake van een doorgeslagen constructivisme waarbij er geen objectieve waarheid meer geldt. Buijs ziet dat in non-binair denken, Pas en Hofhuis in het postmoderne. Maar hoe kan een ideologie tegelijkertijd waarheid afwijzen, maar een binaire opvatting van goed of fout onderschrijven? ‘Woke’ is dus toch niet zo’n monolithische bedreiging zoals door de alarmisten wordt geschetst. Ironisch genoeg is die kritiek op ‘woke’ ook een standaardreactie van veel conservatieve Amerikaanse opiniemakers. ‘Woke’ is blijkbaar niet het enige wat uit Amerika is komen overwaaien. 

Dreigender voor de academische vrijheid zijn problemen met financiering die onderlinge competitie tussen wetenschappers bevorderen

Dan zijn er ook de anekdotes over de vermeende overgevoelige studenten die door verschillende docenten worden aangevoerd. Natuurlijk is het zo dat de laatste jaren een omwenteling is geweest, zowel onder studenten als docenten, in het nadenken over thema’s als racisme, kolonialisme, gender en seksualiteit. Ik heb dat zelf als student ook ervaren. Zorgt die omwenteling voor een beperking van academische vrijheid? Natuurlijk niet. Het heroverwegen van taalgebruik lijkt mij bijvoorbeeld bij uitstek een academische exercitie. 

 

Juist academici moeten snappen dat de taal die wij gebruiken om ons uit te drukken invloed heeft in hoe wij de wereld begrijpen. Andere woorden in gebruik nemen betekent dus ook dat er nieuwe inzichten in bepaalde fenomenen kunnen ontstaan. Kortom, woorden doen ertoe. Het is dan ook niet per definitie ‘woke’ om op taalgebruik te reflecteren. De ongemakkelijke onderwijssituaties die in de anekdotes ontstaan tussen docenten en studenten zouden dan ook niet op de stapel van ‘woke’-problematiek moeten worden gegooid. 

 

De klachten over ‘woke’ zijn clichématig, vaag en bovendien al vaak genoeg weerlegd. Toch blijven de klachten komen en lijkt de academische vrijheid steeds meer in het nauw gedreven. In zekere zin klopt dat ook. Echter niet door het denkbeeldige ‘wokisme’ dat als een storm over het land raast. In 2021 werden bijvoorbeeld meerdere Nederlandse academici slachtoffer van extreemrechtse intimidatie als gevolg van het delen van hun gegevens door het beruchte ‘Vizier op Links’. Nog eerder werden docenten met naam en toenaam aangegeven op de sociale mediakanalen van ‘Linkse indoctrinatie op mijn universiteit’, beide platforms zorgden voor een vrij systematische intimidatie van vermeende ‘linkse’ wetenschappers.

Maar er is een nog groter, buitengewoon prangend probleem wat alle woke-critici schijnbaar over het hoofd zien. In een rapport van de NWO uit 2021 gaven veel academici zelf aan dat hun integriteit en onafhankelijkheid als onderzoekers in het geding komt door de manier waarop onderzoek gefinancierd wordt. De financiering van de overheid direct aan universiteiten is afgenomen en daarvoor in de plaats wordt onderzoek projectmatig gefinancierd op basis van privatisering en competitie tussen wetenschappers. Wetenschappers worden zo onder enorme prestatiedruk gezet alvorens ze hun onderzoek überhaupt uit kunnen voeren. Daarnaast komen onderzoekers voor veel financieringsvormen pas in aanmerking als zij een vaste aanstelling hebben op een universiteit.

 

Vergelijkbare conclusies werden ook getrokken door onderzoekers van de KNAW die de staat van academische vrijheid in Nederland bestudeerden. De gevolgen daarvan voor onafhankelijkheid en academische vrijheid zijn evident: wetenschappers worden afgerekend op hun persoonlijke prestaties en falen en onderzoekers zonder vaste aanstellingen worden uitgesloten van belangrijke financiering.

 

De ware dreiging voor de academische vrijheid in Nederland is dus niet een handjevol studenten en academici die een onsamenhangende ‘woke’ ideologie aanhangen. In het verleden kwam concrete en systematische intimidatie van academici eerder van de rechterflank. Maar nog dreigender voor de academische vrijheid zijn de problemen met financiering die onderlinge competitie van wetenschappers bevorderen. Ophef over woke is overdreven bangmakerij. Er worden in Nederland geen academici ontslagen of geblokkeerd van publicatie omdat ze niet ‘woke’ genoeg zijn. Sterker nog, de grootste klagers over ‘woke’ kunnen hun ei kwijt op de radio, tv en in de krant. Als zij zich écht zorgen maken over academische vrijheid kunnen de wetenschappers die klagen over ‘woke’ hun energie beter besteden aan de problemen die de afbraak van de primaire onderzoeksfinanciering heeft veroorzaakt.

 

Tijmen van Voorthuizen is oud-geschiedenisstudent en werkt nu bij het Projectenbureau van de Faculteit der Geesteswetenschappen.