De UvA vindt een positief studieklimaat waarin studenten zich veilig voelen belangrijk, maar etaleert een docent onveilig gedrag als hij studenten gewoon een vraag stelt? Hoogleraar Bas van den Putte vindt van niet. Maar zijn studenten denken daar anders over. Hoe empatisch moet je zijn, vraagt Van den Putte zich af.
Pesten, discriminatie, en mentale en fysieke agressie zijn niet acceptabel. Er ligt een verantwoordelijkheid bij allen om op te treden bij sociaal onveilige situaties. Maar wat is een sociaal onveilige situatie? Om mij hierbij te helpen, heb ik helder geformuleerde instructies gekregen: ‘de ervaring van onveiligheid door de persoon is het uitgangspunt, dus niet alleen een situatie of gedraging die objectief en door iedereen als grensoverschrijdend wordt ervaren’. Dat klinkt op papier goed, maar hiermee ontstaan ook nieuwe vragen en dilemma’s. In hoeverre moet je altijd meegaan met de gevoelens van een ander?
Vragen staat vrij---of niet
Laat ik het concreet maken. Ik krijg net als veel van mijn collega’s regelmatig klachten van studenten dat ze zich tijdens de les onveilig voelen omdat ik hen een vraag stel, bijvoorbeeld over iets wat ze vooraf hebben moeten lezen, over hun gedachten over een fenomeen dat in de les wordt besproken, of dat hen wordt gevraagd wat ze van het antwoord of mening van een andere student vinden. Dat willen deze studenten niet. Ze geven aan dat ze daardoor gestrest in de klas zitten, zich niet meer goed kunnen concentreren en het onderwijs als onplezierig en onveilig ervaren. Ze vinden dat ze het recht hebben om niet actief in de klas te participeren. In studentenevaluaties geven studenten deze kritiek soms met felle bewoordingen. Ze menen dat de docent hierdoor een onveilig klimaat creëert en totaal ongeschikt is om les te geven. Bewustzijn van de gevoelens van de docent die dit leest, lijken hierbij wat minder scherp op het netvlies te staan.
Participatie komt van twee kanten
Hoe moet ik hiermee omgaan? Moet ik alleen die studenten laten participeren die zelf om het woord vragen? Of elke student een klein kaartje geven met groene en rode zijde, waarmee ze kunnen aangeven of ze wel of niet willen participeren? En dan maar hopen dat de studenten met een rood kaartje de lestijd niet gebruiken voor het bestuderen van het aanbod van Zalando, zoals ik ook wel heb meegemaakt. Deze student was kwaad dat ik er tijdens de les iets van zei, want het wordt als onveilig ervaren om tijdens de les iemand aan te spreken op ongewenst gedrag, nog zo’n dilemma.
Je leert in didactische cursussen ook drempelverlagende trucjes, zoals studenten eerst twee minuten geven om een antwoord op te schrijven of studenten in fluistergroepjes eerst te laten overleggen. Maar bereid ik studenten dan wel voldoende voor op het echte leven? Zou in hun latere beroepsleven hun leidinggevende bij elke bespreking zeggen: ‘Jullie hebben de stukken gelezen; we nemen even vijf minuten zodat jullie voor jezelf kunnen opschrijven wat je zou willen zeggen, en daarna vraag ik wie dat met de vergadering wil delen; je hoeft je geen zorgen te maken, als je alleen maar bij deze vergadering zit om te horen wat anderen vinden is het ook goed’. Of ‘zojuist hebben jullie de mening van x gehoord, praat even met degene die naast je zit wat je hiervan vindt en dan gaan we daarna weer plenair.’
Boze buitenwereld
Het zal duidelijk zijn dat ik hiermee weinig heb. Ik ben het type docent dat continu vragen stelt aan willekeurige studenten, en – eerlijk is eerlijk – bij voorkeur die studenten die niet zo goed lijken op te letten; kennis van het aanbod van Zalando is niet een van mijn lesdoelen. Daarmee word ik denk ik niet populair, maar dat is ook niet mijn doel. Ik hoop wel dat meer studenten zich beter voorbereiden en actiever meedenken. Voorbereiding op een beroepsleven als hoger opgeleide houdt wat mij betreft ook in het leren van vaardigheden, zoals functioneren in bijeenkomsten waarin op elk moment om je mening of kennis wordt gevraagd en leren beredeneerd en onderbouwd te reageren op de mening van anderen. De boze buitenwereld zit vol met dergelijke sociaal onveilige situaties waarbij je je onprettig kan voelen, maar waaruit je je wel moet zien te redden. Een les is een plek om hiermee te oefenen en ervaring op te doen. Ja, dat kan eng zijn, heel eng, maar juist voor studenten die dit zo ervaren is het goed om hiermee ervaring op te doen.
Onveilige situaties creëren
Een recente publicatie van Yeager et al in Nature toont aan dat studenten beter leren omgaan met stress als ze in een online interventie van slechts 30 minuten leren inzien dat stress niet alleen maar slecht is, maar dat kortdurende situatiegerelateerde stress juist ook positief kan zijn. Het kan je op scherp zetten, helpen meer te focussen en daardoor juist beter te presteren. Een opmerkelijk bijeffect, gepubliceerd door Von Dawans et al. is dat het mensen ook socialer kan maken. Een relevant leerdoel is dan ook om studenten te leren omgaan met stress door ze er regelmatig mee te confronteren. Een goed docent creëert onzekere situaties die stress geven. Maak van studenten geen kasplantjes.
Bas van den Putte is hoogleraar Health Communication en director of the College of Communication.