Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Pepijn Stoop | ‘Op Lowlands hoef ik niet bang te zijn voor opmerkingen of scheve blikken’ 

Pepijn Stoop ,
2 september 2022 - 10:08

Lowlands 2022 is al even achter de rug en ik denk er met veel weemoed aan terug. In mijn hoofd ben ik nog op dat feest waar we twee jaar op hadden moeten wachten. Een feest dat voor een hoop LHBTIQ+-mensen en anderen die niet in hokjes passen een veilige en noodzakelijke haven was.

Gezien dit mijn eerste column is, laat ik mij even voorstellen. Ik ben Pepijn, nu derdejaarsstudent kunstmatige intelligentie aan de UvA. Net als veel leeftijdsgenoten heb ik de eerste twee jaar van mijn academische loopbaan doorgebracht op een zolderkamer met mijn katten. Zoals een vriend erover zei: ‘Als het leven een gehaktbal is, dan mist nu de jus.’ 

‘Op Lowlands boeit het niemand dat ik mijn nagels lak of glitters op mijn wangen heb. Het maakt niet uit naar welk toilet ik ga, want alles is uniseks’ 

Toen het er in januari op leek dat Lowlands in de zomer door zou gaan, rende ik naar de Decathlon voor een tent van Quechua (Kwek-kwa? Keetjsuah?). Al mijn queer yuppenvrienden maakten een Whatsappgroep aan en speculeerden vast over de outfit van Stromae. 

 

Nu is Lowlands voorbij. En hoewel ik in vier dagen maar twintig uur slaap heb gehad, kan ik zeggen dat het de vier mooiste dagen van mijn zomer waren. Nu denk je misschien dat dat wat overdreven is: het is gewoon een evenement waar patat 6 euro kost, toch? Maar wat festivals waaronder Lowlands bieden, vind je op weinig andere plekken in Nederland, namelijk: acceptatie en een gemeenschapsgevoel. Zoals een bioloog beschreef in documentaire Life @ Lowlands: ‘Lowlanders zijn als Bonobo’s: ze lossen conflicten op met seks in plaats van agressie.’

 

Festivals zijn voor veel mensen een veilige plek waar ze zichzelf kunnen zijn. Zo boeit het op Lowlands niemand dat ik mijn nagels lak of glitters op mijn wangen heb. Het maakt niet uit naar welk toilet ik ga – alles is uniseks. Ik kon vier dagen dragen en doen wat ik wilde zonder na te hoeven denken of ik er mannelijk genoeg uitzag. Ik hoefde niet bang te zijn voor opmerkingen of scheve blikken. Ook heb ik allemaal praatjes aangeknoopt met mensen die ik nooit in mijn eigen bubbel zou tegenkomen: een hardstylefan van zestig en een Twentse boer bijvoorbeeld. 

‘Jammer genoeg knapt die bubbel na het festival altijd’

Jammer genoeg knapt die bubbel na het festival altijd. Twee dagen erna stond ik in een Leids kroegtoilet toen mijn oog viel op de woorden die in de deur gekrast waren: homo’s zouden ‘mentaal beperkt’ zijn. Drie dagen later keurde mijn zorgverzekeraar mijn genderoperatie af – iets waar ik later meer over zal schrijven – omdat ik geen naaktfoto’s wilde sturen ter goedkeuring. En ook op het Science Park is iedereen druk bezig met zijn eigen dingen. Ik mis dat gevoel van gemeenschap, van inclusiviteit. Van niet veroordeeld worden door de mensen om je heen. 

 

Als maatschappij hebben we plekken als Lowlands nodig. Plekken waar niet geoordeeld wordt, waar we allemaal even samen zijn. Dus laten we de festival- en cultuursector koesteren. Voor communities die in de maatschappij niet in hokjes passen, zijn festivals een vrijplaats. En de jus voor hun ‘gehaktbal’. 

 

Pepijn Stoop is student kunstmatige intelligentie aan de UvA. Dit is zijn eerste column voor Folia. In dit artikel stelt hij zichzelf uitgebreider voor. 

Lees meer over