Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Ruben den Harder
opinie

Rens Bod | Alle wetenschappen op tv

Rens Bod,
14 juni 2022 - 07:58

Nederlandse wetenschapsprogramma’s op tv lijden aan een dusdanige bijziendheid dat ze alleen de natuurwetenschappen zien. Denk aan het wetenschappelijk jaaroverzicht waarin Robbert Dijkgraaf de doorbraken van het jaar de revue laat passeren.

Of denk aan programmamaker Diederik Jekel die met zijn NPO-serie Jekels Jacht de grote ontdekkingen uit de Nederlandse wetenschapsgeschiedenis tentoonspreidt, maar zich daarbij beperkt tot de natuurwetenschappen. Dat viel bij VU-filosoof Jeroen de Ridder in verkeerde aarde waarna hij zich op twitter richtte tot Jekel: ‘Maar waar zijn de sociale en geesteswetenschappen? Is er al een seizoen 2 geboekt?’

 

Prompt deed Jekel een sympathieke oproep: ‘Dankzij mijn partner zie ik pas hoeveel minder aandacht er voor goed onderzoek in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen is op tv. In overzichten, nieuws en aan talkshowtafels. Wil graag daar bij helpen… Eisen zijn Nederlands en herhaalbaar experiment.’ Maar toen bleef het stil, want geesteswetenschappers zijn niet gewend om te denken in termen van experimenten of ontdekkingen. Ze denken in termen van beschouwende perspectieven, kritische analyses en hermeneutische interpretaties. Toen de VU-filosoof mij vervolgens wees op Jekels oproep, klom ik in de pen.

‘Bestonden indianen al voor Adam en Eva, vroegen Europeanen zich af na deze Nederlandse ontdekking’

Experimenten en ontdekkingen van Nederlandse geesteswetenschappers liggen namelijk voor het oprapen. Ik heb ze in 2010 bijeengebracht in het populair-wetenschappelijke boek De vergeten wetenschappen. Eén van die ‘vergeten’ ontdekkingen twitterde ik vervolgens aan Jekel: het taalkundige experiment van Johannes de Laet uit 1643.

 

Taalkundigen gingen er in de 17e eeuw vanuit dat alle talen van het Hebreeuws afstamden, want dat stond zo in de Bijbel. Totdat Johannes de Laet, in een polemiek met Hugo de Groot, in 1643 ontdekte dat Indiaanse talen geen enkele verwantschap hadden met Hebreeuws, Latijn of Grieks. De Laet pleitte als een van de eersten voor strenge methodische criteria om woorden met elkaar te vergelijken: de zogenaamde permutatio litterarum, waarmee door enkele permutaties en deleties van letters twee woorden met elkaar konden worden geassocieerd.

 

De permutatio litterarum was al eerder gebruikt door de Leidse humanist Joseph Scaliger om woorden in Romaanse en Germaanse talen te vergelijken met Latijnse en Hebreeuwse woorden. Nu wilde De Laet wel eens weten hoe het zat met de Indiaanse talen die sinds kort in Europa bekend waren geworden. Tot zijn verbazing ontdekte hij dat er geen enkele manier was om woorden uit Indiaanse talen via permutaties van klanken te associëren met het Hebreeuws.

‘Er zijn tientallen voorbeelden hoe Nederlandse en andere geesteswetenschappers de wereld hebben veranderd’

Dit bleek een schokkende ontdekking! In heel Europa werd de oorsprong van Amerikaanse volkeren nu een onderwerp van discussie, waarbij De Laets harde bewijs gretig werd aangehaald. Als de talen van die Amerikaanse volkeren niet uit het Hebreeuws waren ontstaan, waar kwamen die volkeren dan vandaan? Bestonden die al voor Adam en Eva? Zo verwees de Franse geleerde La Peyrère naar De Laets werk toen hij zijn stelling verdedigde dat er mensen moesten hebben geleefd vóór de schepping. En Isaac Vossius maakte gebruik van De Laets bewijs voor het betoog dat de aarde ouder moest zijn dan uit de Bijbel viel af te leiden.

 

De Laets ontdekking, die perfect reproduceerbaar is, maakt deel uit van de complexe keten van 17e-eeuwse veranderingen die uitmondt in een nieuw, seculier wereldbeeld waar niet langer theologen het laatste woord hebben maar de kritische burger oftewel de (geestes)wetenschapper.

 

Zo zijn er tientallen andere voorbeelden hoe Nederlandse en andere geesteswetenschappers de wereld hebben veranderd. En dat zijn niet alleen ontdekkingen in de taalkunde, maar ook in de muziekwetenschap (Christiaan Huygens’ harmonische ontdekkingen), de geschiedwetenschap (Joseph Scaliger), de filologie (Lambert ten Kate), de kunstgeschiedenis (Cornelis Hofstede de Groot, wiens stilistische ontdekkingen later weer werden gefalsificeerd), en nog veel meer.

 

Diederik Jekel reageerde enthousiast: ‘Dit is een fantastisch verhaal!... je hebt me zeker ideeën gegeven’. Hij gaat nu kijken of er een wetenschapsprogramma kan worden gemaakt waarin de rijkdom van alle wetenschappen aan bod komt, van de alfa-, bèta- tot de gammawetenschappen. Ik kan niet wachten!

 

Rens Bod is hoogleraar Digital Humanities aan de UvA.