Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Dan Afrifa | Vijf redenen waarom jij ook Ghanees wilt zijn

Dan Afrifa,
7 maart 2022 - 09:16
Betreft
Deel op

Afgelopen zondag vierde Ghana haar 65ste verjaardag en de grootsheid van mijn moederland en mijn mensen mag niemand ontgaan. Helaas volg ik momenteel geen vakken en kom ik niet in de gelegenheid om met onze rood-geel-groene vlag rond te paraderen op de campus. Daarom heb ik maar de vijf redenen opgeschreven waarom jij ook Ghanees wilt zijn.

Een: Ghana werd op 6 maart 1957 het eerste Afrikaanse land bezuiden de Sahara dat het koloniale juk van zich afwierp. Daarmee is zij jonger dan mijn vader en ook jonger dan Ethiopië en Zuid-Afrika. Maar Ethiopië werd nooit gekoloniseerd door landhebberige Europeanen. Zuid-Afrika verkreeg weliswaar haar soevereiniteit ruim voor de Tweede Wereldoorlog. Tot 1990 voerden de nazaten van Europeanen daar echter een zwaar racistisch beleid en deze witte onafhankelijkheid kan ik moeilijk als Afrikaanse vrijheid beschouwen.

 

Twee: De Ghanese vrede. West-Afrika kent een decennialange traditie van burgeroorlogen. Van Sierra Leone en Ivoorkust tot Mali en Nigeria en in deze naburige landen vind je nog diepe en soms ontstoken maatschappelijke wonden. Natuurlijk heeft ook Ghana de nodige staatsgrepen achter de kiezen. Maar zulke politieke instabiliteit heeft er nooit toe geleid dat mijn moederlandgenoten massaal geweren en machetes gebruikten tegen elkaar.

 

Drie: De Ghanese talen. Soms vragen mensen of ik Ghanees spreek en dan zeg ik meestal ja maar bedoel ik nee. Het Ghanees bestaat niet, want Ghana is een natie van meer dan zeventig etnische groepen met elk een eigen taal. Met mijn ouders spreek ik het Twi en deze taal hoor je soms terug in het Nederlandse straattaal. Zoals het woord Djaai, dat ‘stoppen’ betekent. Bovendien is het Engels met een Ghanees accent het mooiste Engels dat je ooit zal horen. Neem als voorbeeld het woord ‘bus’. Nigerianen krijgen het voor elkaar om ‘Bos’ te zeggen terwijl de elegante Ghanese uitspraak meer weg heeft van ‘Bas’.

 

Vier: Het Ghanese voetbal. Over Nigerianen gesproken; eind deze maand staat het Ghanese nationale elftal tegenover Nigeria in een beslissende tweestrijd voor een ticket naar het Wereldkampioenschap voetbal later dit jaar. Als natie putten we weinig hoop uit de recente prestaties van the Black Stars maar wel uit ons voetbalverleden. Zo schopten we het in 2010 tot de kwartfinales van het WK. Bijna waren we het eerste Afrikaanse land dat de halve finales van een WK bereikte, maar Uruguay en vooral hun duivelse spits Luis Suarez verpestten het feest. In de halve finale zouden we tegen Oranje spelen en ik krijg nog steeds kippenvel van die misgelopen wedstrijd. Winnen van Nederland zou voor mij meer betekend hebben dan de eventuele latere finalewinst.

 

Vijf: Ghanezen zijn harde werkers. Nederlanders pronken wel eens met hun “calvinistische arbeidsethos”, niet lullen maar poetsen. Maar Ghanezen kunnen lullen én poetsen. Ze vertellen je over hun kinderjaren in Ghana terwijl ze doorbuffelen om meer geld te kunnen sturen naar de kinderen van familieleden in Ghana. Alleen al daarom verdienen Ghanezen het om minstens eenmaal per jaar in het zonnetje te staan, om ons volkslied aan te heffen en te zingen: ‘God bless our homeland Ghana’.

 

Dan Afrifa is een Ghanese Amsterdammer, schrijver en masterstudent geschiedenis aan de UvA.

Lees meer over