Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Stella’s waslijst | ‘Wie houd je voor de gek, zeg ik nu ik alleen nog maar huilend in bed kan liggen’

Stella Vrijmoed,
8 juni 2021 - 08:33

Scriptie succesvol ingeleverd, bul op zak: het ‘echte’ leven kan beginnen. Hoe doe je dat met een wankele arbeidsmarkt, een overspannen huizenmarkt én een ontwrichtende pandemie? Afgestudeerde Stella worstelt zich door haar waslijst met uitdagingen. Deze week: een bord vol sprinkhanen.

Een sprinkhaan eten, koud douchen of een appel schillen terwijl je van de schil een zo lang mogelijke sliert maakt: bij mijn zenmeditatiecursus krijg ik de gekste huiswerksuggesties mee. Allemaal met het doel om met je volle aandacht een actie te ervaren. Of met andere woorden, om zo goed mogelijk te voelen.

 

Want goed kunnen voelen, dat is het recept voor je goed voelen. Althans, dat leer ik bij die cursus. Als je echt met aandacht in het moment bent en als dat wat je ziet, proeft, ruikt of hoort niet wordt vertroebeld door allerlei gedachten die je over die situatie hebt, dán pas heb je volgens de zenleer een zuivere ervaring. En hoe meer zuivere ervaringen, hoe beter een mens zich voelt.

 

Het mag gezegd worden dat ik absoluut niets zag in deze theorie toen ik begon met mediteren. Ik vond namelijk dat ik behoorlijk goed kon voelen, té goed zelfs. Ik voelde vrijwel elke dag hartkloppingen, spanning, en angst. Ik voelde nooit eens niets. En daar voelde ik me allesbehalve goed door.

Met mijn psycholoog pluis ik elke week minutieus uit wat er gebeurt voor en na het moment dat mijn hart weer eens protestmatig begint te bonzen

Toch zette ik door met de cursus en at ik braaf een sprinkhaan. Voelde zijn vleugeltjes knisperen tussen mijn tanden. Proefde de zonnebloemolie waarin hij gebakken was. Probeerde niet te denken aan het feit dat ik een groot insect met z´n ogen nog in z´n kop aan het eten was. En inderdaad, zonder die gedachte en met alleen de pure smaak, was het eigenlijk niet eens zo vies.

 

Ook de koude douche viel mee. Oh, wat kan een mens daar tegenop zien. Maar de anticipatie op die straal, de gedachte dat je straks uit je prettige comfortzone wordt getrokken en je dat (soms letterlijke) warme bad moet verlaten, is echt veel erger dan het daadwerkelijke koude water.

 

Was ik na deze oefeningen gelijk een zenmeester? Natuurlijk niet. Maar gelukkig ga ik ook nog naar therapie. Met mijn psycholoog pluis ik elke week minutieus uit wat er gebeurt voor en na het moment dat mijn hart weer eens protestmatig begint te bonzen. En waar ik eerst dacht dat die gevoelens uit het niets komen, begrijp ik nu steeds beter dat ik sommige dingen die gebeuren gewoon niet bewust ervaar en er dus aan voorbij ga.

 

Het kunnen de kleinste dingen zijn, hoor. Een bepaalde opmerking van iemand, een geluid, een gedachte. Maar samen met de grotere dingen waar ik me wel bewust van ben – zoals sociale verplichtingen of een dag werken – heb ik met al die impulsen een cocktail aan ervaringen te verwerken. En als ik daar geen aandacht voor heb op het moment suprême of er geen tijd voor maak aan het eind van de dag tijdens het mediteren, dan lig ik zo weer in bed met een hart dat denkt dat ik een sprint aan het trekken ben.

Kan iemand me misschien een bordje sprinkhanen komen brengen?

Waar ik voorheen gewoon door de hartkloppingen heen bleef rennen en boos en gefrustreerd raakte dat mijn lichaam niet deed wat ik wilde, begin ik nu beter te luisteren naar wat er eigenlijk gebeurt in mijn lijf. Geen wonder dat mijn hart zo protesteert: het voelt zich niet gehoord.

 

En er zijn meer dingen die ik eerder niet bewust gevoeld of serieus aandacht gegeven heb. Scheuten van spanning die mijn buik deden samentrekken of het gevoel ineens heel nodig te moeten poepen, bijvoorbeeld. Ik realiseer me nu dat ik dat te pas en te onpas voelde, maar er nooit bij stilstond wat het kon betekenen.

 

Ik houd mezelf voor dat ik nu dankzij deze inzichten steeds meer weet hoe ik mijn leven met gevoelens en al in betere banen kan leiden. Ik werk in ieder geval op een dag niet meer acht uur bij het ene baantje en vijf uur bij het andere, waarna ik nog een salsafeestje pak. En als ik nu op een middag een vriendin op bezoek heb en zij heeft nog eetafspraak om zeven uur, dan begrijp ik niet hoe zij dat volhoudt.

 

Maar dat geloof van controle wankelt als het weer een keer misgaat. Zoals toen ik dacht dat ik wel weer fulltime kon werken. Of zoals vorige week, toen ik weer drie keer in de week naar dansles ging. Kan wel, dacht ik, omdat ik nu ‘maar’ ongeveer drie dagen per week werk.

 

Wie houd je voor de gek, zeg ik nu wederom tegen mijn gecrashte zelf die alleen nog maar huilend in bed kan liggen. Zelfs eten voor mezelf maken voelt als een te grote opgave. Kan iemand me misschien een bordje sprinkhanen komen brengen?

Lees meer over