Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans (UvA)
opinie

‘We kunnen de affaire-Van den Boom nog niet als afgehandeld beschouwen’

Jaap Maat,
31 mei 2021 - 08:38

Met een congres hoopten de UvA en de VSNU een putdeksel op de affaire-Van den Boom te leggen, schrijft filosofiedocent Jaap Maat. Dat is in zijn ogen niet gelukt. Niet alleen is er in zijn ogen niets gedaan om duidelijker te maken wat nu precies plagiaat is, op de UvA-site vond hij nog steeds geplagieerde passages van de hand van Van den Boom.

De onlangs verschenen bundel Plagiaat in Onderzoek en Onderwijs, uitgegeven door de VSNU, is niet het fraaie putdeksel op de affaire-Van den Boom dat sommigen er wellicht in zien. De bundel vormt de schriftelijke weerslag van een symposium dat op 26 januari jl. werd gehouden, mede naar aanleiding van de discussie over het plagiaat dat voormalig rector van den Boom veelvuldig heeft gepleegd, en volgens sommigen niet heeft gepleegd.

 

De feiten kwamen aan het licht door een goed gedocumenteerd artikel in de NRC van 4 juni 2019 door Frank van Kolfschooten. Hij trof plagiaat aan in het proefschrift van Van den Boom en in negen van de elf toespraken die de rector magnificus had gehouden bij de diesvieringen tussen 2007 en 2017. Het College van Bestuur van de UvA benoemde een commissie bestaande uit de juristen Hol en Loth om de zaak te onderzoeken.

 

Geen plagiaat

Tot verbijstering van iedereen die zich op de hoogte had gesteld van de feiten, concludeerde de commissie dat er wel een patroon van slordigheden bestond, maar dat er van plagiaat geen sprake was. Toen het UvA-bestuur deze conclusie onderschreef werd een protestbrief opgesteld, ondertekend door meer dan zeventig beoefenaren van de wetenschap. Het UvA-bestuur beloofde met de briefschrijvers in gesprek te gaan, maar de coronacrisis kwam ertussen. Een gesprek is er nog altijd niet geweest, wel dat VSNU-symposium.

‘Als Ton Hol zijn werk goed had gedaan, had hij in het plagiaat van Van den Boom aanknopingspunten kunnen vinden om de theorievorming over plagiaat een stapje verder te brengen’

Hoewel er interessante stukken in de bundel staan, bevat deze geen poging om lessen te trekken uit de affaire-Van den Boom. Of het zou moeten zijn dat plagiaat ‘ingewikkeld is en vele verschillende facetten kent’ (aldus de huidige UvA-rector Karen Maex in de inleiding, p.3), en: ‘het ene plagiaat is het andere niet’ (Ton Hol, van de ‘wel slordig, geen plagiaat’-commissie, p. 43-44). Het zijn geen baanbrekende inzichten.

 

Gewoon versus ernstig plagiaat

Echter, als Ton Hol zijn werk goed had gedaan, had hij in het plagiaat van Van den Boom aanknopingspunten kunnen vinden om de theorievorming over plagiaat een stapje verder te brengen. Zo illustreren de toespraken van de rector een criterium waarmee gewoon plagiaat van ernstig plagiaat onderscheiden kan worden.

 

Bij gewoon plagiaat wordt een tekst van iemand anders overgenomen zonder dat duidelijk wordt gemaakt dat er geciteerd wordt, en ontbreekt een bronvermelding. Dit type plagiaat kan een commissie die er op uit is om iemand vrij te pleiten nog wel verkopen als slordigheid. Dat is in dit geval ook gebeurd en het CvB heeft in zijn naïviteit de voormalige rector verzocht om deze vermeende slordigheden te repareren in de gepubliceerde toespraken: aanhalingstekens toevoegen, bron erbij en klaar.

‘In de toespraken van Van den Boom is een rijke voorraad aan voorbeelden van ernstig plagiaat aanwezig’

Maar zo simpel was het niet. In veel gevallen ging het namelijk niet om ‘gewoon’ plagiaat, maar om een ernstiger, perfide vorm. Een geraffineerde, of habituele, toe-eigener van andermans teksten neemt de vrijheid om wat een ander geschreven heeft zodanig aan te passen dat het de nieuwe eigenaar beter van pas komt. In het ergste geval heeft dit het resultaat dat de lezer of luisteraar wel moet concluderen dat dit de woorden zijn van de plagiator zelf.

 

Actief blokkeren

Het bedrog gaat een stap verder dan bij gewoon plagiaat, waarin het onfatsoen gelegen is in het achterwege laten van een waarschuwing dat hier woorden van een ander worden gebruikt. Bij deze ernstige vorm wordt de veronderstelling dat dit niet de woorden van de plagiator zijn actief geblokkeerd. Men kan dit doen door de zogenaamde indexicale uitdrukkingen te manipuleren, bijvoorbeeld woorden zoals ‘ik’, ‘hier’, ‘nu’.

 

In de toespraken van Van den Boom is een rijke voorraad aan voorbeelden aanwezig. In de toespraak bij de diesviering in 2013 verdedigt de rector een opvatting over educatie die overeenkomt met die van Lucas en Boulton, zoals zij netjes vermeldt voordat ze – slordig! – een citaat geeft uit hun werk zonder dit als zodanig te markeren. Het betoog gaat verder, er wordt nog verwezen naar ander werk en dan geeft de spreker aan dat ze conclusies gaat formuleren door zich rechtstreeks tot het publiek te richten:

 

‘Dames en heren, ik ben mij er van bewust dat beweringen over de diepere waarden van educatie gemakkelijk bestempeld kunnen worden als sentimenteel. Of als geroep uit de ivoren toren, losgezongen van arbeidsmarkt en persistente utilitaristische eisen van diverse stakeholders. Mijn verweer is dat die waarden op zichzelf utilitaristisch zijn.’

‘De kleine veranderingen zijn juist zorgvuldig aangebracht, zodanig dat een toehoorder wel moet denken dat de rector hier haar eigen ideeën presenteert’

Dit diepzinnige inzicht is echter niet door de rector bedacht of geformuleerd. Het is opnieuw een getrouwe vertaling van een passage uit Lucas en Boulton, op een kleinigheid na: de echte auteurs schreven ‘we are aware’ en ‘we retort’ waar Van den Boom ‘ik’ en ‘mijn’ schrijft.

 

Zorgvuldige aanpassingen

Ik denk dat zelfs Ton Hol niet kan volhouden dat hier van een slordigheid sprake is, en niet van het zich toe-eigenen van ideeën van anderen. De kleine veranderingen zijn juist zorgvuldig aangebracht, zodanig dat een toehoorder wel moet denken dat de rector hier haar eigen ideeën presenteert. Zij stond als boegbeeld van de UvA bij een officiële gelegenheid haar publiek voor de gek te houden – zo pijnlijk is het.

 

De sporen van het plagiaat van Van den Boom zijn nog altijd niet gewist van de sites van de UvA. De pagina waarop verslag wordt gedaan van de toespraak uit 2013 citeert een enkel zinnetje uit deze toespraak: ‘Zodat studenten, wanneer nodig, “de woorden van meesters niet alleen wantrouwen, maar ze ook [..] kunnen vervangen door betere alternatieven.”’ Er staat niet bij dat dit afkomstig is uit een toespraak van Helga Nowotny, degene die de term ‘competente rebellen’ heeft uitgevonden.

 

Nowotny werd zodanig geciteerd dat de indruk werd gewekt dat deze term ter plekke door Van den Boom werd geïntroduceerd. Dit effect werd bereikt door een citaat te geven, te verzwijgen dat het een citaat betrof, en de indexicale term ‘ik’ te laten staan: ‘Als ik (...) een wens zou moeten formuleren voor onze studenten zou ik het anders zeggen.’ Zoals elke peuter snel genoeg leert, verwijst een spreker daarmee naar zichzelf. Tot op heden staat op de website van de UvA dus, keurig geciteerd met aanhalingstekens, een zinsnede waarmee de rector tijdens haar toespraak stond te pronken met andermans veren.

‘Het is gênant dat de UvA zijn onderwijsvisie ten dele baseerde op wat het ministerie jaren eerder al verzonnen had’

Opnieuw onderzoeken

Het lijkt raadzaam om ook de beleidsstukken die onder verantwoordelijkheid van Van den Boom tot stand zijn gekomen nog eens te onderzoeken op wat volgens sommigen geen plagiaat is. Zo bevat de onderwijsvisie van de UvA 2012 een serie doelstellingen die nogal lijken op wat destijds al de oude ‘strategische agenda’Het gaat om de strategische agenda Het Hoogste Goed, uit 2007. van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap was.

 

We vinden daar de termen ‘ambitieuze studiecultuur’, en ‘de docent op een voetstuk’ met als toelichting: ‘een inspirerende docent maakt hier alle verschil’ (p. 26). De Onderwijsvisie van de UvA stelt in het hoofdstuk ‘ambitieuze studiecultuur'’ onder het kopje ‘de docent op een voetstuk’: ‘een inspirerende docent maakt hier alle verschil’ (p. 29). De onderwijsvisie verwijst niet naar deze strategische agenda. Het is gênant dat de UvA zijn onderwijsvisie destijds ten dele baseerde op wat het ministerie jaren eerder al verzonnen had.

 

Genoemde voorbeelden laten zien dat het UvA-bestuur de affaire-Van den Boom niet als afgehandeld kan beschouwen. De ondertekenaars van de protestbrief van een jaar geleden verwachten een beter antwoord dan een op zich aardige VSNU-bundel over plagiaat.

 

Jaap Maat is docent filosofie aan de UvA, en was een van de ondertekenaars van de protestbrief.