Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Magnet.me / Unsplash
opinie

Op z’n Duits | Peerfeedback is het roer uit handen durven geven

Linda Duits,
9 april 2021 - 07:05

Goede docenten durven los te laten. Niet alles willen controleren, maar het aan studenten zelf laten want daar steken ze meer van op. Ik durf dat doorgaans best, maar met peerfeedback ben ik altijd huiverig. Studenten zien het nut niet en ik heb dan het gevoel dat ik ze tekortdoe, alsof ik een taak op ze afschuif.

Dat is dom en onterecht, ik weet het. Studenten leren namelijk iets over hun eigen kunnen als ze commentaar geven op anderen. Je buurman beoordelen is makkelijker dan kritisch naar jezelf kijken. Maar als je het eerste eenmaal hebt gedaan, volgt het tweede vrijwel vanzelf. De leeropbrengst van peerfeedback zit daarom vooral aan de kant van de gever. Die leeropbrengst is onzichtbaar: studenten hebben ‘em niet door.

‘Omdat ze weten dat docenten het druk hebben, lijkt het bovendien al snel alsof peerfeedback ingezet wordt als tijdsbesparing’

De gever weet niet dat hij iets leert en de ontvanger voelt zich ronduit benadeeld. Studenten willen nou eenmaal zoveel mogelijk feedback van docenten. Als die uitblijft of – in hun ogen – vervangen wordt door commentaar van een medestudent, leidt dat tot evidente teleurstelling. Omdat ze weten dat docenten het druk hebben, lijkt het bovendien al snel alsof peerfeedback ingezet wordt als tijdsbesparing en niet als manier om zorg te dragen voor ‘een robuuste leercurve’. Het resultaat is gezucht en gesteun in de klas als je een peerfeedbacksessie aankondigt.

 

Het ligt voor de hand dat zo’n afwijzende houding een negatief effect heeft op het succes van een peerfeedbackopdracht: als de student er bij voorbaat al geen zin in heeft, zal er weinig uit voortkomen. In een recente studie verkenden onderwijskundigen Julia Kasch, Peter Van Rosmalen, Maartje Henderikx en Marco Kalz zulke peer-feedback orientation, oftewel de bereidheid om elkaar commentaar te geven en om dat te ontvangen. Ze bouwen daarbij voort op vergelijkbaar onderzoek in het bedrijfsleven.

 

De vragenlijst werd afgenomen onder 148 studenten in het hoger onderwijs. Op basis van de resultaten hebben de onderzoekers een Peer-Feedback Orientation Scale opgesteld met 22 items. Die gaan bijvoorbeeld over verantwoordelijkheid en zelfverzekerdheid vanuit de gever, en bruikbaarheid en acceptie vanuit de ontvanger. Docenten kunnen deze schaal gebruiken om vooraf de peerfeedbackoriëntatie onder studenten te bepalen, zodat ze eventueel individueel bij kunnen sturen.

‘Een afwijzende houding heeft een negatief effect op het succes van een peerfeedbackopdracht: als de student er al geen zin in heeft, zal er weinig uit voortkomen’

Een veel beter idee dat de onderzoekers opperen is de schaal te gebruiken voor een voorafgaand gesprek over peerfeedback. Studenten kunnen reflecteren op de items en dus op hun rollen als gever en nemer. Zo erken je als docent direct mogelijk afwijzende gevoelens. De schaal is makkelijk te koppelen aan didactische toelichting op het nut van peerfeedback, en dus sla je twee vliegen in een klap. Het enige wat je nodig hebt is wat lef: je maakt immers ook je eigen les ontvankelijk voor feedback, niet van je peers maar van de mensen waar je het uiteindelijk allemaal voor doet.

 

Linda Duits is een weggelopen wetenschapper, gespecialiseerd in populaire cultuur; in het bijzonder op het gebied van gender en seksualiteit.