Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans
opinie

‘De UvA heeft weer gefaald op het gebied van sociale veiligheid’

Josef Früchtl,
15 juni 2020 - 14:52

De UvA moet haar excuses aanbieden aan de studenten die jarenlang last hebben gehad van het grensoverschrijdend gedrag van een docent van de master conservering & restauratie, vindt hoogleraar Josef Früchtl. Maar belangrijker nog: ‘Als studenten zich niet veilig voelen om een klacht in te dienen, moeten de procedures zo gewijzigd worden zodat ze zich wel veilig voelen.’

Het is maar één jaar geleden dat we kennis moesten nemen van ‘professor B.’ Jarenlang mocht hij onder de ogen van zijn geleerde collega’s aan de rechtenfaculteit van de UvA zijn seksistische spelletjes spelen en vrouwelijke studenten en medewerkers intimideren. Het was niet zo belangrijk om de naam achter de afkorting te achterhalen (je kwam er in feite snel achter), want hij stond voor een algemeen probleem dat vandaag wordt bevestigd: machtsmisbruik is mogelijk omdat er machtsverhoudingen zijn.

 

Falende alarmbellen

Opnieuw moest NRC, een kwaliteitskrant, ingrijpen want de UvA zelf was er uiteindelijk niet toe in staat. Opnieuw heeft de UvA en deze keer in het bijzonder de Faculteit der Geesteswetenschappen gefaald. De interne alarmbellen en ingrijpmechanismen werkten weer niet. Gesprekken met de studieadviseur leverden niets op; een uitvoerige brief naar de coördinatoren van de opleiding had maar een tijdelijk effect; hernieuwde klachten bij de studieadviseur en de opleidingsdirecteur leidden alleen tot een informeel gesprek met de betrokken docent; een lange brief aan de decaan leidde tot de klassieke reactie dat men niets kan doen als er geen formele klacht op persoonlijke titel en met ingewikkelde procedures wordt ingediend; onderzoek van de betrokken opleiding door een oud-bestuurder leverde alleen maar bezorgde acties op; en als hoogtepunt van alles kwam het onderzoek door de ombudsfunctionaris tot het resultaat dat er niets aan de hand is.

‘(Interim-)ombudsfunctionaris Jaqueline Schoone moet meteen opstappen’

Brevet van onvermogen

Zo heeft de UvA weer eens een brevet van onvermogen afgegeven als het om sociale sensibiliteit en aanpak van structurele misstanden gaat. De goedpratende uitingen klinken hulpeloos terwijl de consequenties voor de hand liggen:

 

Ten eerste, als helemaal duidelijk is dat studenten – de meest kwetsbare leden op de hiërarchische ladder bij een universiteit – zich niet veilig voelen om een klacht in te dienen, moet je de procedures zo wijzigen dat die persoonlijke nadelen en angst aan de zijde van de klagers wegneemt.

 

Ten tweede heeft de betrokken decaan op dit moment wel degelijk een optie naast de formele klacht. Hij kan een onafhankelijke externe commissie inzetten die onderzoek doet, zoals men dit in het geval van de hoogleraar Beltzer heeft gedaan (maar uiteraard in detail op een betere manier dan toen). En hij kan zoals gebruikelijk, lopende het onderzoek, de docent schorsen.

 

Ombudsfunctionaris

Ten derde moet de (interim-)ombudsfunctionaris Jaqueline Schoone meteen opstappen. Niemand kan meer vertrouwen hebben in een persoon die zo slecht voldoet aan haar taak ‘vertrouwen in de universitaire gemeenschap op het gebied van sociale veiligheid’ op te bouwen. Haar onderzoek concludeert dat er in het geval van de betrokken opleiding niet ‘structureel en systematisch sprake is van problemen rond sociale veiligheid’, terwijl de decaan, Fred Weerman, het nu bij NRC inmiddels onomwonden over ‘hiërarchisch asymmetrische relaties’ als één oorzaak heeft.

‘Het moet nu de opperste taak van de universiteit zijn, om toekomstige generaties van studenten te beschermen’

Ten vierde moet de rol van de ombudsfunctionaris principieel anders worden opgezet. Op dit moment is zij niet echt onafhankelijk van het College van Bestuur. Een nieuw reglement zou moeten vastleggen dat de functionaris door de raden van de medewerkers en studenten, COR en FSR, wordt aangesteld en alleen aan hen verantwoording verschuldigd is.

 

Structuurverandering

Last but not least: ‘Er is een cultuurverandering nodig,’ zegt de decaan van de FGw. Vanuit het perspectief van een cultuurfilosoof en -socioloog is dit maar een vrome wens. Uiteindelijk is er geen cultuurverandering als er geen structuurverandering is. Maar juist wat structuren betreft, zijn de bestuurders van de UvA tot nu toe hardleers. Echter mag je vanuit een pedagogische en oud-Europese humanistische perspectief de hoop niet opgeven.

 

Met deze acties zou de UvA en in het bijzonder de Faculteit der Geesteswetenschappen kunnen laten zien dat men de gebreken herkent. De schade is tot nu toe ongelijk verdeeld, want het zijn alleen de studenten die gewond zijn geraakt. Het moet nu de opperste taak van de universiteit zijn, om toekomstige generaties van studenten te beschermen. Het zou helemaal vervelend zijn als zich de indruk vastzet dat de universiteit structureel aan de zijde van de delinquent staat. Hier hoort ook bij dat hij geen steun mag krijgen van een woordvoerder bij het neerzetten van zijn schriftelijke verdediging of van UvA-advocaten in het geval van een klachtenprocedure tegen hem.

 

Ten slotte zou het ook gepast zijn, om sober maar glashelder excuses aan de studenten aan te bieden. ‘Het is onze schuld. We hebben gefaald. Het spijt ons. We gaan nu echt ons best doen dat zoiets bij ons niet meer gebeurt.’

 

Josef Früchtl is hoogleraar filosofie van kunst en cultuur.