‘De bezwaren tegen proctoring zijn overtrokken’
Bij normaal gebruik van proctoring is er geen noemenswaardige inbreuk op de privacy van studenten, vindt hoogleraar psychologische methodenleer Han van der Maas. Hij vindt dat de universiteit het moet blijven gebruiken. ‘Ik heb liever geen dokter aan mijn ziekenhuisbed die de goede antwoorden op een tentamen uit een whatsappgroep heeft opgehaald.’
CSR-voorzitter Pjotr van der Jagt en Folia-brievenschrijver Jacco Bos zijn tegen het gebruik van online proctoring tijdens online tentamens. Zij beroepen zich op hun privacy.
Om hun bezwaren te toetsen heb ik met data van deze systemen het privéleven van Pjotr en Jacco in kaart gebracht. Dankzij een room scan in hun safe spaces weet ik nu dat Jacco een fanatiek Ajax-aanhanger is, net zijn bachelordiploma Economie & Bedrijfskunde heeft behaald, roeit bij Okeanos, en fan is van Nina Kraviz. Pjotr bezocht het het Keizer Karel College, deed mee aan de London Swim City, is ook Ajax-fan.
Grapje natuurlijk. Dit vond ik in één minuut over beiden op Facebook. Van de meeste studenten aan de UvA kan ik moeiteloos de vriendenkring in kaart brengen, persoonlijke foto’s bekijken, chats met vrienden en familie lezen, etc. Daarmee vergeleken is de informatie over de persoonlijke levenssfeer die ik via online proctoring kan verkrijgen, en daarvoor moet ik ook nog een flink aantal regels overschrijden als ik het technisch al kan, een lachertje.
In deze crisis is online proctoring een zeer belangrijk middel in onze pogingen het hoger onderwijs te continueren. Pjotr en Jacco bieden geen nieuwe alternatieven en gaan ook niet in op de nadelen van bestaande alternatieven. Het grootste nadeel is dat veel studenten frauderen als ze niet gecontroleerd worden. Valide en betrouwbare tentamens zijn zeer kostbaar. Universiteiten hebben de taak diploma’s alleen af te geven aan studenten die de leerdoelen behaald hebben. Ik heb liever geen dokter aan mijn ziekenhuisbed die de goede antwoorden op een tentamen uit een whatsappgroep heeft opgehaald.
Dit belang moet afgewogen worden tegen andere belangen zoals een mogelijke inbreuk op de privacy van studenten. Ik zeg mogelijk, omdat deze inbreuk alleen plaatsvindt als iemand misbruik maakt van de online proctoring-data en de student allerlei privacygevoelige informatie in beeld laat liggen. Bij normaal gebruik is er geen noemenswaardige inbreuk.
De manier waarop de privacywaakhonden van Nederland met dit belang omgaan irriteert mij meer en meer, bijvoorbeeld omdat steeds geëist wordt dat een inbreuk op de privacy totaal onmogelijk gemaakt moet worden. Dat eisen we niet bij andere belangrijke zaken. Zo mogen docenten niet aan studenten zitten, maar maken we dat niet onmogelijk met cameratoezicht in elke werkkamer. Auto’s mogen niet harder dan 130, maar je mag wel auto’s kopen die harder kunnen dan 130. Over het algemeen maken we misbruik niet onmogelijk maar we bestraffen het wel. Dat lijkt ook met online proctoring een goede oplossing. Mocht iemand misbruik maken van dergelijk systemen dan zou deze persoon daarvoor gestraft moeten worden.
Han van der Maas is hoogleraar psychologische methodenleer en onderzoeksdirecteur bij psychologie.
