Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Eva’s waslijst | ‘Intrekken bij je ouders, of doorbetalen voor een kamer waar je voorlopig niet komt?’

Eva Hofman,
7 april 2020 - 11:42

Faalangst, prestatiedruk en keuzestress: hoe leuk is studeren nog? En dan heb je ook nog eens een waslijst aan praktische dingen te leren op weg naar die verdomde volwassenheid. Stella en Eva schrijven het om en om van zich af. Dit keer: hotel mama.

Of ik er al over dacht mijn huur op te zeggen? Al een jaar lang ben ik constant aan het logeren. Door werk in een andere stad, lange reizen en een verkering die uitging, woonde ik steeds een paar weken of maanden ergens anders. Toen ik in januari eindelijk weer een eigen kamer had, met mijn eigen inrichting en spullen, was ik meer dan opgelucht. Ik had een stukje onafhankelijkheid teruggewonnen.

‘Het was toch wel even jammer toen mijn vader me tijdens het avondeten weer vroeg of ik mijn groente wel ging opeten’

Dat heeft maar twee maanden geduurd. Begin maart ging ik weer op reis, en toen ik terugkwam moest ik gelijk in quarantaine met mijn vriend, en nu ben ik dus al zes weken niet in mijn eigen huis geweest. Hoewel het prima gezellig is, hoewel we elkaars steun nu goed kunnen gebruiken en hoewel er genoeg ruimte en liefde is om er nog een hele tijd te bivakkeren, is er nog geen haar op mijn hoofd die erover denkt mijn huur op te zeggen.

Hoe overleef je intrekken bij je ouders?
  1. Maak regels. Het is van tevoren altijd handig om te weten wat je van elkaar kunt verwachten, dat voorkomt ruzies en teleurstellingen. Willen je ouders dat je bijdraagt aan de boodschappen? Wil jij met rust gelaten worden wanneer je tot 11 uur in je bed blijft hangen? Spreek het af.
  2. Kies voor kleine momentjes van zelfstandigheid. Mocht je net als ik destijds een beetje bang zijn voor volledige regressie naar de puberteit: het helpt als je de dingen zoveel mogelijk blijft doen zoals je ze altijd al deed. Zo bleef ik voor mezelf ‘koken’ (soep opwarmen) en mijn was en afwas onafhankelijk doen van de rest van mijn gezin.
  3. Houd je blik op de toekomst gericht. Waarschijnlijk blijf je niet voor eeuwig thuiswonen, tenzij je daar blij van wordt of het nodig is. Het idee van stilstand is niet prettig. Misschien kun je al bedenken waar je over vijf jaar wilt wonen, zo hard mogelijk werken aan de afronding van je studie of een bedrijfsplan opstellen voor wanneer je weer naar buiten kunt.
     

Misschien is dat onverstandig. De vraag kwam van een financieel heel verantwoordelijke vriendin. Ook zij woont nu sinds een paar weken niet meer in haar eigen huis, maar bij haar ouders. Ze vermoedt dat de universiteiten dit semester niet meer open zullen gaan, en voor haar werk of sociale leven hoeft ze niet per se in haar studentenstad te zijn. ‘Ik ben echt niet van plan door te betalen als ik toch de hele zomer bij mijn ouders ben,’ zegt ze zelf.

 

Het is een afweging die heel veel studenten nu logischerwijs moeten maken: intrekken bij je ouders en dus een stukje onafhankelijkheid opgeven, of blijven doorbetalen voor een kamer waar je nooit komt. Dat, terwijl je misschien net afstudeert terwijl de wereld afstevent op recessie. Terwijl je misschien je bijbaan al bent kwijtgeraakt. Terwijl je meer kans loopt op studievertraging, en je je lening dus maandelijks ziet oplopen. Als het überhaupt mogelijk is, is het dan misschien wel beter om weer even bij je ouders in te trekken.

 

En toch. Iedereen die dat weleens heeft gedaan, weet dat het helemaal zo simpel niet is. Je verlaat niet voor niets je nest. Daar kwam ik het afgelopen jaar zelf ook achter. Hoeveel ik ook van mijn ouders houd, het was toch wel even jammer toen mijn vader me tijdens het avondeten weer vroeg of ik mijn groente wel ging opeten. Het valt in de categorie klein leed, zeker nu. Zeker als je alternatief is aan je huur failliet te gaan. Maar denkend aan vorig jaar, met het slepen met dozen en koffers, het constant zoeken naar mijn spullen en het dreinende gevoel een mislukte volwassene te zijn, houd ik mijn kamer nog even aan. Al fungeert hij nu slechts als opslag, en als klein baken van hoop op een snelle en veilige afloop.