Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Stella’s waslijst | ‘Ik weet niet waarom ik die paniekaanvallen heb, maar ik ben niet de enige’

Stella Vrijmoed,
1 april 2020 - 10:34

Faalangst, prestatiedruk en keuzestress: hoe leuk is studeren nog? En dan heb je ook nog eens een waslijst aan praktische dingen te leren op weg naar die verdomde volwassenheid. Stella en Eva schrijven het om en om van zich af. Dit keer: paniekaanvallen.

Paniekaanvallen. Ze komen in allerlei soorten en maten. Iemand die er nooit last van heeft gehad, kan zich er weinig bij voorstellen – gelukkig maar. Maar als je er wel door getergd wordt, weet je maar al te goed hoe eng ze zijn. Bij mij uiten ze zich ofwel in een hyperventilerende huilbui met tintelende handen, ofwel stapsgewijs in hartkloppingen, een buik vol met gierende zenuwen en daaropvolgend een overspoelend gevoel van paniek dat me de keel afsnijdt en geen enkele ontsnappingsmogelijkheid lijkt te bieden.

 

Met die tranen en tintelende handen kan ik tegenwoordig wel omgaan. Ik weet namelijk uit ervaring dat die aanval gewoon weer overgaat, en dat ik ‘m gewoon even moet ondergaan. ’t Is net als met misselijk zijn. Kotsen is dan even kut, maar daarna is je misselijkheid wel voorbij. Maar die tweede vorm van paniekaanvallen is nieuw voor mij, en daar worstel ik momenteel mee.

‘Mijn fysiotherapeut zegt dat zeker 10 procent van de studenten en starters last heeft van angstige gevoelens’

Waarom ik die krengen heb? Daar heb ik geen concreet antwoord op. Maar vreemd om ze te hebben in deze periode van mijn leven is het geenszins, als ik mijn fysiotherapeut – die veel met de verbinding tussen lichaam en geest bezig is – moet geloven. Die zegt namelijk dat zeker 10 procent van de studenten en starters last heeft van angstige gevoelens. Niet dat ze meteen een angststoornis hebben, maar dat ze – zoals ik – met onzekerheden over hun toekomst, hun werk- of studiekeuze of hun persoonlijkheid in de knoop zitten. En de een beleeft die onzekerheden op een gezondere manier dan de ander, die er angstig van kan worden of er zelfs fysieke klachten van krijgt.

Tips bij acute paniekaanvallen – zelf uit te proberen:
  1. Heb je last van hartkloppingen of een hoge ademhaling, alsof je lichaam klaar staat voor een 100 meter sprint? Doe die 100 meter sprint dan ook! Of een andere fysieke activiteit. 
  2. Huil. Van huilen ontspan je. Escaleert het in zo’n hyperventilerende huilbui? Laat het je overkomen.
  3. Lach. Zelfde mechanisme als bij huilen. En je ziet gelijk dat alles niet verloren is.
  4. Onthul je paniek aan je naasten: dat zorgt voor een enorme opluchting en maakt punt twee en drie vaak mogelijk. 
  5. Wees niet bang voor de aanvallen. Blijf vertrouwen op de gedachte dat ze altijd overgaan.
  6. Wanneer je gekalmeerd bent, kun je ook proberen om wat in een dagboekje te schrijven. Zo ontdek je misschien ook onderliggende zorgen en wensen.
  7. Zoek (professionele) hulp. Erover praten helpt, of dat met jezelf is, je moeder, je partner, je dokter of je therapeut. Maar: op een gegeven moment is het ook gewoon weer tijd voor een flauwe grap of een gesprek over koetjes en kalfjes.

Als het goed is, zijn er dus een paar Folia-lezers die dit herkennen. Tegen hen wil ik zeggen: je bent absoluut niet alleen. Iedereen heeft andere triggers voor de angst en de paniek; ik exploreer de mijne nu door in een boekje te schrijven. En ik leer hoe ik ook die tweede vorm van paniekaanvallen kan gaan behandelen. Van die fysiotherapeut, die me ook uitleg geeft over het mechanisme van de hartkloppingen in connectie met mijn ademhaling, moet ik op het moment van zo’n aanval meegaan in de acute vluchtmodus waarin mijn lichaam op dat moment is. Dus ik ga de komende week waarschijnlijk opvallend veel traplopen, touwtje springen of rondjes rennen om mijn huis. Krijg ik tenminste nog een beetje beweging in deze quarantainetijd.

 

En trouwens, bij die paniekaanvallen heb ik vaak nog een extra emotie, namelijk woede of onbegrip over dat ik ze heb. Ik heb toch alles wat mijn hartje begeert? Ik mag me helemaal niet rot voelen! Of: ik dacht toch dat ik de goede keuzes had gemaakt? Waarom voel ik me dan zo slecht?

 

Ik wil nu ook leren om die gedachtes niet meer te hebben. En om niet meer bang te zijn voor de aanvallen. Als ze komen, dan komen ze. Ondertussen ga ik al schrijvend op zoek naar de angsten die er bij mij aan ten grondslag liggen. En daar kom ik volgens mijn therapeut straks alleen maar sterker en wijzer uit.

 

Die gedachte geeft nu al hoop en kracht. Maar ik kan niet wachten tot dat moment écht daar is. Want ik vind het maar een hele bevalling, dat volwassen worden.